32 474 Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskusratten en van financiële bijdragen aan verbetering van primaire waterkeringen van de waterschappen

F BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2011

In uw brief van 17 maart 20111 verzoekt u het Bestuursakkoord Water zo spoedig mogelijk toe te zenden aan de commissie voor Verkeer en Waterstaat zodat u de behandeling van het wetsvoorstel 32 474 («Spoedwet € 100 mln.») kan voortzetten. In reactie hierop heb ik aangegeven het Bestuursakkoord Water zo spoedig mogelijk toe te zenden.

Op 28 februari 2011 heb ik het eindconcept bestuurlijk besproken in het Nationaal Wateroverleg met het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en de Vewin.

Er is toen een brede mate van overeenstemming bereikt over het Bestuursakkoord Water. Op basis van dit overleg is het concept Bestuursakkoord Water voorgelegd aan de partijen ter finale goedkeuring. De partijen hebben aangegeven akkoord te zijn met de tekst van het Bestuursakkoord Water. De uiteindelijke ondertekening heeft toen nog niet kunnen plaatsvinden, omdat dit gekoppeld is aan ondertekening van het Hoofdlijnenakkoord. Inmiddels is overeenstemming bereikt over het Hoofdlijnenakkoord. Bijgaand stuur ik u het Bestuursakkoord Water2 dat ik ben overeengekomen met het IPO, de VNG, de Unie van Waterschappen en de Vewin.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Kamerstukken I, 2010–2011, 32 474 ek-E.

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 147856.04.

Naar boven