Den Haag, 12 september 2012
Op 10 juli 2012 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
uw brief1 ontvangen inzake een ontwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen
van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit). Naar aanleiding van de bespreking
van deze brief in haar vergadering van 10 juli 2012 heeft de commissie u schriftelijk
bericht2 dat zij constateert dat er samenhang bestaat tussen genoemd ontwerpbesluit en het
bij de Kamer aanhangige wetsvoorstel Aanbestedingswet 20.. (32 440), in die zin dat vooruit wordt gelopen op inwerkingtreding van het wetsvoorstel.
De voorlegging geschiedt immers ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen
in de artikelen 1.10, vijfde lid, 1.13, vijfde lid en 1.16, vijfde lid, van genoemd
wetsvoorstel. In deze brief heeft commissie daarom gemeld dat zij – vanuit het oogpunt
van integrale beoordeling van het besluit en het wetsvoorstel3 – het voorgehangen ontwerpbesluit betrekt bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel
Aanbestedingswet 20...
Nu de Voorzitter van de Kamer heeft moeten besluiten om vanwege de volle plenaire
agenda van de Kamer het plenaire debat over het wetsvoorstel uit te stellen, heeft
de commissie op 11 september 2012 gesproken over een nieuwe datum. Zij heeft de Voorzitter,
gelet op de agenda van de Kamer en uw agenda, voorgesteld het wetsvoorstel plenair
te behandelen op 30 oktober 2012.
De commissie verzoekt u daarom om geen onomkeerbare stappen te zetten met betrekking
tot het ontwerpbesluit, wat in elk geval wil zeggen dat het ontwerpbesluit niet formeel
ter advisering naar de Raad van State zou moeten worden gezonden, voordat de plenaire
behandeling van het wetsvoorstel is afgerond. De commissie wenst zich het recht voor
te behouden zich een oordeel te vormen over het ontwerpbesluit na voltooiing van de
besluitvorming over het wetsvoorstel waarop het besluit steunt.
Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, E. M. Kneppers-Heynert