32 440 Nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..)

Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Ontvangen ter Griffie op 3 juli 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 29 september 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 30 september 2019.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2019

Hierbij stuur ik u een ontwerpbesluit1 tot wijziging van het Aanbestedingsbesluit in verband met wijziging van de Gids proportionaliteit en het Aanbestedingsreglement Werken 2016, alsmede de bijbehorende nota van toelichting en de geconsolideerde gewijzigde versie van de Gids proportionaliteit2.

Zowel het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (hierna: ARW 2016) als de Gids proportionaliteit zijn in het Aanbestedingsbesluit aangewezen als richtsnoer. Dat houdt in dat aanbestedende diensten de voorschriften uit de ARW 2016 en de Gids Proportionaliteit moet toepassen bij aanbestedingen, of anders in de aanbestedingsstukken motiveren waarom niet.

Ik leg u deze wijziging van de Gids proportionaliteit voor ter uitvoering van de voorhangprocedure die is opgenomen in de artikelen 1.10, vijfde lid, 1.13, vijfde lid, en 1.16, vijfde lid, van de Aanbestedingswet 2012. Op basis van die artikelen heeft uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over een ontwerpbesluit tot wijziging van de Gids Proportionaliteit voordat het aan de Raad van State wordt voorgelegd en daarna wordt vastgesteld. Ten aanzien van wijzigingen van het ARW 2016 bestaat een dergelijke mogelijkheid niet. De voorliggende wijziging van het ARW 2016 is overigens niet inhoudelijk en ziet uitsluitend op herstel van verschrijvingen, onjuiste verwijzingen en andere technische gebreken en leemten. Het richtsnoer zend ik u met het ontwerpbesluit toe3.

Tenderkostenvergoedingen bij ingetrokken aanbestedingen

De wijziging van de Gids proportionaliteit ziet op tenderkostenvergoedingen bij ingetrokken aanbestedingen. Tenderkosten zijn inschrijfkosten: kosten die een ondernemer moet maken om een inschrijving te kunnen doen op en daarmee in aanmerking te komen voor een overheidsopdracht. Uitgangspunt is dat aanbestedende diensten inschrijfkosten beperken, zodat kostenvergoeding niet aan de orde is. Indien aanzienlijke kosten onvermijdelijk zijn, kan een vergoeding aan de orde zijn om onevenredige lasten voor de inschrijver te voorkomen. De Gids Proportionaliteit geeft aan dat er sprake is van onevenredige lasten wanneer een gedeelte van de te plaatsen opdracht moet worden uitgevoerd om de inschrijving in te kunnen dienen. Dergelijke onevenredige lasten kunnen ook aan de orde zijn als een dergelijke aanbesteding overduidelijk te laat, te weten na het verschijnen van de laatste nota van inlichtingen, ingetrokken wordt.

Ik acht het onwenselijk dat aanbestedende diensten bedingen opnemen in hun aanbestedingsstukken die tenderkostenvergoedingen in dat soort situaties uitsluiten. Daarom verduidelijk ik met deze wijziging van de Gids Proportionaliteit, conform de suggestie die ik daartoe van de adviesgroep Gids proportionaliteit heb ontvangen, dat het op voorhand uitsluiten van iedere vergoeding van inschrijfkosten in geval van een laattijdige intrekking van de aanbesteding disproportioneel is. Hiermee geef ik tevens invulling aan de motie van de leden Van den Berg en Wörsdörfer (Kamerstuk 32 440, nr. 106).

Vervolgproces

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het zomerreces van uw Kamer verlengd tot 30 september 2019.

Ik ben voornemens bijgaand ontwerpbesluit na 30 september 2019 ter advisering aan de Raad van State voor te leggen. Ik streef naar inwerkingtreding van het besluit per 1 januari 2020.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven