Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel V komt te luiden:
Artikel V
De Veiligheidswet BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5 wordt na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
5. De Koninklijke marechaussee is tevens belast met de informatievoorziening ten behoeve van de opsporing van misdrijven door
de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor zover
het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder a, van de Wet politiegegevens.»
B
In artikel 17, tweede lid, wordt na «ten aanzien van» ingevoegd: de behandeling van.
C
Artikel 25 vervalt.
D
Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De gezaghebber roept een eilandelijk beleidsteam bijeen, dat in ieder geval bestaat uit de gezaghebber alsmede leidinggevenden
van de politie, de brandweer, de geneeskundige hulpverlening en de eilandelijk rampencoördinator.
2. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
3. In het derde lid (nieuw) vervalt: of het eilandelijk operationeel team.
E
In artikel 68, eerste lid, wordt «de politietaak, bedoeld in artikel 5 van de rijkswet» vervangen door: de politietaken, daaronder
begrepen de taak, bedoeld in artikel 5, vijfde lid.
F
In artikel 78, eerste en tweede lid, wordt «40, tweede» telkens vervangen door: 40, derde.
Toelichting
De Veiligheidswet BES is op 10 oktober 2010 in werking getreden, zodat de wijziging van de bepaling inzake gefaseerde inwerkingtreding
(artikel 83) in het oorspronkelijke onderdeel D1 kan vervallen. Vanwege de diverse wijzigingen is ervoor gekozen artikel V opnieuw te redigeren.
Onderdelen A en E
Met onderdeel A wordt de taak van de Koninklijke marechaussee uitgebreid met de informatievoorziening in het kader van de
opsporing van misdrijven door de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba, voor zover het betreft misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder a, van de Wet politiegegevens
(de zogenoemde CID-taak). Op de verstrekking van deze politiegegevens door de Koninklijke marechaussee aan de Kustwacht is artikel 5:1, derde lid, van het Besluit
politiegegevens van toepassing. Uit het feit dat de Veiligheidswet BES uitsluitend betrekking heeft op Bonaire, Sint Eustatius
en Saba volgt dat deze taak zich beperkt tot deze openbare lichamen. Voor wat betreft Aruba, Curaçao en Sint Maarten is het
aan de landen om hierover nationale regelgeving vast te stellen. Bezien wordt of en in hoeverre op termijn bij of krachtens
de Rijkswet Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
de CID-taak bij de Kustwacht zelf kan worden belegd.
In onderdeel E is artikel 68 aangepast zodat de daarop berustende Regeling beheer politiekorps BES met regels over onder meer
de samenwerking tussen enerzijds de ambtenaren criminele inlichtingen waarover het politiekorps beschikt dan wel kan beschikken
en anderzijds de ambtenaren criminele inlichtingen bij de Kmar betrekking kan hebben op de CID-Kmar ten behoeve van de Kustwacht.
Onderdelen B en F
In deze onderdelen wordt een omissie hersteld.
Onderdeel C
De grondslag voor het vaststellen van de minimale sterkte van de politie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is reeds opgenomen
in artikel 49 van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Artikel 25 van
de Veiligheidswet BES dient dan ook te vervallen.
Onderdeel D
Dit onderdeel is toegelicht in de memorie van toelichting.2
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner