32 421 Wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving)

C VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 8 december 2010

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven de volgende vragen en opmerkingen aan de regering voor te leggen.

De leden van de commissie vragen een reactie van de regering op bezwaren tegen het wetsvoorstel genoemd in de brief van Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) d.d. 29 november 2010. 2

De leden van de fracties van de VVD en de PvdA hebben daarnaast nog enkele nadere vragen.

VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel, maar hebben enkele vragen aan de regering.

In het regeerakkoord ligt vast dat gekomen moet worden tot de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL). Welke onderdelen van het voorliggende wetsvoorstel moeten dan ook weer gewijzigd worden, met name als het gaat om de tijdvakbepalingen met betrekking tot de Wet op de loonbelasting, de Sociale Verzekeringswetten en de Zorgverzekeringswet .

De werkgevers zullen op basis van dit wetsvoorstel hun software pakketten ten behoeve van de loonadministratie moeten aanpassen en straks ook weer bij eventuele invoering van de WUL. In hoeverre brengt dat extra kosten met zich?

Dit wetsvoorstel levert vooral een besparing in uitvoeringskosten op voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) van circa € 3 miljoen. Voor werkgevers wordt een besparing van de administratieve lasten van € 2,9 miljoen voorzien door de regering. Anderzijds zal de vereenvoudiging ook lastenverzwaring voor werkgevers/sectorfondsen met zich brengen. In de nota naar aanleiding van het verslag Tweede Kamer3 wordt uitgegaan van € 0,2 en 0,1 miljoen. Moet daarmee het bedrag van € 2,9 miljoen worden verlaagd. De leden van de VVD-fractie vernemen hierop graag een reactie.

PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben met enige reserve kennis genomen van het wetsvoorstel Harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving. Op grote delen, met name de harmonisatie, kunnen zij de strekking en vormgeving van het wetsvoorstel onderschrijven. Hun reserve betreft de beoogde wijzigingen in de ziektewet die onder de vlag van «vereenvoudiging» worden voorgesteld. Dit onderdeel roept bij deze leden de volgende vragen op.

Kan de regering nog eens ingaan op de bezwaren van de uitzendwerkgevers? In hoeveel gevallen is de afgelopen twee jaar een beroep gedaan op de nawerkingsregeling en hoeveel van die gevallen zijn toegekend? Kan op basis van die gegevens een educated guess worden gedaan over de te verwachten en door de ABU gevreesde aanzuigende werking van deze bepaling?

Een vergelijkbare vraag hebben deze leden over de voorgestelde wijziging van de samenloopregeling. De ABU wijst er terecht op dat de no-riskpolis Ziektewet (ZW) voor werkgevers doorgaans niet echt «no risk» is, omdat in veel CAO’s een aanvulling op het wettelijk voorziene ziekengeld wordt gegarandeerd. Hoeveel no-riskgevallen zijn er momenteel bij het UWV bekend? Wat vindt de regering van het argument dat de voorgestelde vereenvoudiging tot meer loonaanvullingsverplichtingen voor werkgevers zal leiden? Zal de voorgestelde maatregel consequenties hebben voor de premielast van de Eigenrisicodrager WAO (ERD-WAO) werkgevers?

Het meest principiële bezwaar leeft bij de aan het woord zijnde leden tegen het voorstel de brandend huis clausule uit de ZW en de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) te verwijderen. Zij kunnen dit voorstel ook niet goed rijmen met de (terechte) aandacht van de regering voor misbruik en oneigenlijk gebruik van socialezekerheidsgelden. Zij illustreren hun bezwaar met de volgende casuspositie:

Arbeidsrechtelijk is de omstandigheid dat de ziekte het gevolg is van een gebrek waarover de werknemer in het kader van de aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt een grond om loondoorbetaling te weigeren. Een dergelijke omstandigheid zal veelal aan het licht komen gedurende de wettelijk overeengekomen proeftijd. De werkgever kan de betrokkene dan zonder meer ontslaan.

Wil het schrappen van deze clausule zeggen dat het UWV straks geen mogelijkheden meer heeft om ziekengeld of WGA te weigeren, behalve wanneer de betrokkene een verdiencapaciteit heeft van ministens 70% van het met de werkgever overeengekomen loon? Waarom is niet overwogen de clausule als bevoegdheid in de ZW te handhaven en in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) tot een bevoegdheid om te vormen, onder de toelichting dat de bepaling uitsluitend is bedoeld voor gevallen van kwade trouw? Anders gezegd, is de beoogde vereenvoudiging niet eveneens te bereiken zonder het kind van de misbruikbestrijding weg te gooien met het badwater van de onnodig complexe regelgeving?

Deze laatste vragen dienen, naar duidelijk zal zijn, mede ter ondersteuning van het door de ABU aangevoerde argument dat verhoogde ziektewetlasten vooral zullen neerslaan bij uitzendwerkgevers en dat onnodig hoge WGA-lasten terecht komen bij alle werkgevers, UWV-verzekerd of ERD. De leden van de PvdA-fractie vernemen hierop graag een reactie.

Graag zien de leden van de commissie de antwoorden van de regering uiterlijk op 10 december 2010 tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Driel

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Dooren


XNoot
1

Samenstelling: Van den Berg (SGP), Swenker (VVD), Terpstra (CDA) vicevoorzitter, Vedder-Wubben (CDA), Biermans (VVD), Kneppers-Heijnert (VVD), Van Driel (PvdA) voorzitter, Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF(, Westerveld (PvdA), Leijnse (PvdA), Staal (D66), Thissen (GroenLinks), Russell (CDA), Goyert (CDA), Huijbregts-Schiedon (VVD), Elzinga (SP), Quik-Schuijt (SP), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Strik (GL), Koffeman (PvdD), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).

XNoot
2

Ter inzage gelegd onder griffienummer 147558.

XNoot
3

Kamerstuk II 2010–2011, 32 421, nr. 6.

Naar boven