32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU L 348/98)

Nr. 29 AMENDEMENT VAN HET LID SPEKMAN

Ontvangen 28 oktober 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel H, wordt aan artikel 66a een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. In afwijking van het eerste lid vaardigt Onze Minister geen inreisverbod uit indien de vreemdeling de aanvraag doet op grond van schrijnende omstandigheden.

Toelichting

De regering geeft in de nota naar aanleiding van het verslag bij de implementatiewet aan (p. 11) dat de groepen die op humanitaire gronden worden uitgezonderd van de werkingsgrond inzake illegaal verblijf (Kamerstukken II, 31 549), ook van het inreisverbod worden uitgezonderd. Dit amendement regelt dat nog een extra groep van in de Vreemdelingenwet wordt uitgezonderd van het opleggen van een inreisverbod. Het gaat om de groep vreemdelingen die vanwege schrijnende omstandigheden een aanvraag tot verblijf doet op grond van artikel 3.4, derde lid van het Vreemdelingenbesluit 2000.

Spekman

Naar boven