32 417 Kabinetsformatie 2010

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2010

Tijdens de kabinetsformatie 2010 heeft de formateur met alle kandidaat-ministers en kandidaat-staatssecretarissen gesprekken gevoerd aan de hand van de regels die daarvoor zijn vastgelegd in de brief aan uw Kamer d.d. 20 december 2002 (TK 28 754, nr. 1). Conform deze brief meld ik u hierbij welke regelingen bewindspersonen hebben getroffen ten aanzien van (neven)functies en van onverenigbare financiële, zakelijke en andere persoonlijke belangen.

Alle ministers en staatssecretarissen hebben verklaard dat zij alle betaalde en onbetaalde (neven-)functies hebben neergelegd voorafgaand aan de beëdiging van het kabinet. Ik ben voornemens twee uur in de week les maatschappijleer te blijven geven op het Johan de Witt College te Den Haag. Dit is onbezoldigd en onder begeleiding van een bevoegd docent.

Door de volgende bewindspersonen is een regeling getroffen ten aanzien van relevante financiële en zakelijke belangen die het risico in zich dragen van (schijnbare) belangenverstrengeling:

  • Minister Hillen en minister Leers hebben het beheer over een zakelijke onderneming op afstand geplaatst.

  • Minister De Jager heeft een bij zijn vorige aanstelling getroffen beheersconstructie over een zakelijk onderneming verlengd.

  • Minister Rosenthal heeft een beheer-BV overgedragen aan een onafhankelijke derde.

  • Staatssecretaris Knapen heeft in 2005 het beheer en de beschikking ten aanzien van vermogen op afstand geplaatst en voorts verklaard dat enkele certificaten gedurende zijn ambtsperiode niet zullen worden verhandeld. Ten aanzien van een deelneming draagt hij de beschikkingsbevoegdheid over aan een onafhankelijke derde.

  • Staatssecretaris Bleker heeft het beheer over onroerend goed op afstand geplaatst.

  • Staatssecretaris Zijlstra heeft zijn belang in een bedrijf op afstand geplaatst.

  • Staatssecretaris Atsma heeft zijn relevante zakelijke en financiële belangen op afstand geplaatst.

  • Voorts hebben enkele bewindspersonen gemeld dat zij woningen in hun bezit of delen daarvan verhuren. Ik heb als formateur geoordeeld dat dit geen relevante zakelijke belangen zijn die een bijzondere regeling vergen.

De minister-president

minister van Algemene Zaken,

M. Rutte

Naar boven