32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet)

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2016

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel over de bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet), Kamerstuk 32 415 (R1915) heeft het lid Ten Broeke een motie ingediend (Kamerstuk 32 415 (R1915), nr. 18) over de migratoire gevolgen van de ontwikkelingen in Venezuela. De indiener heeft de motie inmiddels gewijzigd (Kamerstuk 32 415 (R1915), nr. 19).

Naar mijn mening komt de gewijzigde motie tegemoet aan de door mij geuitte bezwaren tijdens de plenaire behandeling op 9 juni jl. (Handelingen II 2015/16, nr. 94, Rijksvisumwet). De gewijzigde motie doet recht aan het feit dat feitelijke toelating, migratie en asiel landsaangelegenheden zijn. Ik ben in regelmatig contact met de Landen over ontwikkelingen in Venezuela en mogelijke gevolgen daarvan voor de Koninkrijkslanden. De in de gewijzigde motie genoemde onderwerpen komen daarbij aan bod.

Om die reden kan ik de gewijzigde motie ondersteunen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven