Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 32398 nr. U |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 32398 nr. U |
Vastgesteld 6 mei 2020
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid1 hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), d.d. 20 december 20192, waarbij hij de Kamer onder meer informeert over de evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg3 (Wvggz), de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten4 (Wzd) en de Wet forensische zorg5 (Wfz).
Naar aanleiding hiervan is op 28 januari 2020 een brief gestuurd aan de Minister voor Rechtsbescherming.
De Minister heeft op 28 april 2020 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren
Aan de Minister voor Rechtsbescherming
Den Haag, 28 januari 2020
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), d.d. 20 december 20196, waarbij hij de Kamer onder meer informeert over de evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg7 (Wvggz), de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten8 (Wzd) en de Wet forensische zorg9 (Wfz). Naar aanleiding van deze brief hebben de voornoemde leden een vraag aan u.
In de voornoemde brief lezen de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de volgende passage:
«De Wvggz wordt gelijktijdig met de Wzd en de Wfz, met aandacht voor het schakelartikel 2.3 van de Wfz, geëvalueerd. De voorbereidingen van de wetsevaluaties van de Wvggz en Wzd lopen gezamenlijk. Het traject voor de uitvoering van de evaluaties zal worden verricht door een externe, onafhankelijke partij. De Wfz wordt in opdracht van het Ministerie van JenV door het WODC geëvalueerd.»10
Tijdens het plenaire debat over de wetsvoorstellen betreffende de voornoemde drie wetten11 heeft u toegezegd12 het gebruik en de effectiviteit van de regeling voor weigerende observandi, inclusief de jurisprudentie daaromtrent en de behandeling door de penitentiaire kamer, te evalueren. Daarbij heeft u aangegeven dat in de aanloop naar de evaluatie van de wet een of twee veelbelovende alternatieve of aanpalende maatregelen zullen worden uitgewerkt, zodat bij de wetsevaluatie een integrale discussie kan worden gevoerd.
Het is de leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid opgevallen dat in de brief van de Staatssecretaris van VWS niet wordt gesproken over, zoals door u is toegezegd, dat in de aanloop naar de evaluatie van de Wfz een of twee veelbelovende alternatieve of aanpalende maatregelen worden uitgewerkt. Derhalve vragen zij u hierbij de bevestiging dat dergelijke maatregelen uitgewerkt zijn of uitgewerkt worden, opdat deze meegenomen kunnen worden in de evaluatie.
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie – bij voorkeur voor 28 februari 2020 – met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2020
Op 28 januari 2020 heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid verzocht om een schriftelijke reactie op een vraag gesteld naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 december 2019, inzake de evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet zorg en dwang en de Wet forensische zorg.13 Hierbij kom ik aan dit verzoek tegemoet.
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid vraagt naar de uitwerking en evaluatie van alternatieve of aanpalende maatregelen voor de regeling weigerende observandi in de Wet forensische zorg.
Bij brief van 8 oktober 2018 heb ik u bericht over het resultaat van de brede verkenning naar de wijze waarop de problematiek van de weigerende observandi kan worden aangepakt.14 In deze brief zijn ook de maatregelen aangekondigd die naast de regeling weigerende observandi zijn genomen om de problematiek van de weigerende observandi gericht en betekenisvol aan te pakken. In het bijzonder wijs ik daarbij op het – inmiddels bestendige – weigerbeleid van het Pieter Baan Centrum (PBC) en de wijziging van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht, welke op 1 januari 2020 in werking is getreden.15
Zoals ik heb toegezegd in mijn brief van 8 oktober 2018 zal ik met de evaluatie van de Wet forensische zorg, voorzien in 2022, onderzoeken wat de effecten zijn van mijn aanpak ten aanzien van de problematiek van de weigerende observandi.
Daarbij worden ook de effecten van bovengenoemde maatregelen meegenomen.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Samenstelling: Backer (D66), De Boer (GL), (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Cliteur (FVD), Dittrich (D66), Doornhof (D66), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten), (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL) en Van Wely (FVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32398-U.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.