32 382 Aanpassing van de Advocatenwet en enige andere wetten in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde en herziening van het toezicht op advocaten (Wet positie en toezicht advocatuur)

Nr. 30 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 april 2014

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A wordt na «de verzoeker» ingevoegd: «die» en wordt «of niet beschikt» vervangen door: niet beschikt.

2. In onderdeel B wordt in onderdeel 8 «of tweede lid» vervangen door: of vierde lid.

3. In onderdeel E wordt «zevende lid» vervangen door: zesde lid.

4. Na onderdeel G wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De griffier zendt onverwijld afschrift van de beslissing aan de verzoeker en de raad.

5. In onderdeel H wordt in artikel 8, eerste lid, onderdeel n, «artikel 45g, eerste lid» vervangen door: artikel 45g, eerste lid, en de artikelen 26, tweede lid, en 27, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

6. In onderdeel L vervalt in artikel 10a, tweede lid: , waaronder het stellen van beroeps- en gedragsregels.

7. In onderdeel M wordt in onderdeel 1 in het vierde lid «het eerste lid, eerste volzin,» vervangen door: het eerste lid.

8. In onderdeel O vervalt onderdeel 3.

9. In onderdeel P vervalt in onderdeel 4: of van het college van toezicht.

10. In onderdeel S komt artikel 28, vijfde lid, te luiden:

5. Het college van afgevaardigden stelt geen verordeningen vast met betrekking tot de uitoefening door de deken van de orde in het arrondissement van het in artikel 45a bedoelde toezicht of met betrekking tot de uitoefening door het college van toezicht van de in paragraaf 3a bedoelde taken en bevoegdheden.

11. In onderdeel Ua vervalt artikel 31, derde lid.

12. In onderdeel AAb wordt artikel 45d als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «de orde in het arrondissement» vervangen door: de jaarlijkse vergadering van de orde, bedoeld in artikel 22, tweede lid,.

b. In het tweede lid wordt «De raad van de orde» vervangen door: De jaarlijkse vergadering van de orde in het arrondissement.

13. In onderdeel DDd wordt artikel 46fb als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «, de deken van de orde waartoe de betrokken advocaat behoort, alsmede het college van toezicht» vervangen door: en de deken van de orde waartoe de betrokken advocaat behoort.

b. In het tweede lid vervalt: en het college.

14. In onderdeel FFa wordt in artikel 46k, eerste lid, «, de deken en het college van toezicht» vervangen door: en de deken.

15. In onderdeel FFd wordt in artikel 47b, tweede lid, onderdeel b, «60ab, eerste lid» vervangen door: artikel 60ab, eerste lid.

16. In onderdeel GGd, onderdeel 2, vervalt: , het college van toezicht.

B

Na artikel IVA worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel IVB

1. Op verzoeken tot inschrijving als advocaat, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Advocatenwet, ingediend vóór de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van deze wet, blijft het recht van toepassing zoals dat op dat moment gold.

2. Op besluiten krachtens artikel 9c van de Advocatenwet, die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Ka van deze wet, blijft het recht van toepassing zoals dat op dat moment gold.

Artikel IVC

Het bepaalde in artikel 20 van de Advocatenwet is van toepassing vanaf de eerste verkiezing als bedoeld in het eerste lid van dat artikel op of na de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel P, van deze wet.

Toelichting

ALGEMEEN

Met deze nota van wijziging worden enkele technische verbeteringen in het wetsvoorstel doorgevoerd. Voor zover van toepassing, volgt in het onderstaande een toelichting op onderdelen.

ONDERDEEL A

Onderdeel 4 (artikel 7 Advocatenwet)

Artikel 7 bepaalt nu nog dat van een beslissing van het hof van discipline op een beklag tegen een verzet door lokale orde van advocaten tegen inschrijving van een advocaat op het tableau afschrift moet worden gestuurd aan de voorzitter van de rechtbank waaraan inschrijving als advocaat is verzocht. Op grond van de nieuwe procedure tot inschrijving als advocaat op het tableau, geregeld in de nieuwe artikelen 2, 3 en 4, wordt het verzoek tot inschrijving niet langer gericht tot de rechtbank maar tot de lokale orde (artikel 2, vijfde lid). Vanwege de veranderde rol van de rechtbank in deze procedure, is het niet noodzakelijk om van de beslissing van het hof van discipline ook nog afschrift te sturen aan de rechtbank. Artikel 7 wordt daarom aangepast om onnodige administratieve lasten te voorkomen.

Onderdeel 6 (artikel 10a, tweede lid, Advocatenwet)

Deze wijziging beoogt buiten twijfel te stellen dat lokale orden, naast de door de Nederlandse orde van advocaten vastgestelde verordeningen en (andere) beroeps- en gedragsregels, niet zelf ook nog regels kunnen stellen. Dit is onwenselijk gelet op de vereiste uniformiteit van de regelgeving en de uniforme handhaving van die regelgeving door de dekens.

Onderdeel 10 (artikel 28, vijfde lid, Advocatenwet)

Deze wijziging beoogt allereerst te verduidelijken dat het college van afgevaardigden geen regels kan stellen over de wijze waarop de lokale deken uitvoering geeft aan diens toezichthoudende taken. De eindverantwoordelijkheid voor de uitoefening van het toezicht berust immers bij de lokale deken. Deze bepaling waarborgt dan ook de onafhankelijkheid van het toezicht. Wel bestaat in de praktijk de behoefte om langs centrale weg de lokale dekens uniform te kunnen faciliteren, waartoe het wenselijk kan zijn bij verordening regels te stellen. Hierbij dient met name te worden gedacht aan de zogenoemde centrale controle verordeningen (CCV), op grond waarvan advocaten periodiek via een gestandaardiseerde wijze centraal gegevens aanleveren die voor de lokale dekens van belang zijn bij de uitoefening van hun toezichthoudende taken. De nieuwe formulering van artikel 28, vijfde lid, maakt het mogelijk om voor dat doel bij verordening regels te stellen. Deze regels mogen echter nadrukkelijk geen bepalingen bevatten over de wijze waarop de lokale dekens het toezicht uitoefenen. Voorts verduidelijkt deze wijziging dat bij verordening geen regels kunnen worden gesteld over de uitoefening door het college van toezicht van diens taken en bevoegdheden. Zo mogen bij verordening geen regels van toezichtsbeleid worden gesteld.

Onderdeel 11 (artikel 31, derde lid, Advocatenwet)

Het derde lid van artikel 31 kan komen te vervallen, nu de eindverantwoordelijkheid van het toezicht op advocaten blijft berusten bij de lokale dekens. De lokale dekens zijn van rechtswege lid van de lokale raden van de orden.

ONDERDEEL B

Artikel IVC

Deze bepaling beoogt te bereiken dat niet afzonderlijke, nieuwe verkiezingen voor het college van afgevaardigden hoeven te worden gehouden als gevolg van deze wet.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven