32 382 Aanpassing van de Advocatenwet en enige andere wetten in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde en herziening van het toezicht op advocaten (Wet positie en toezicht advocatuur)

Nr. 16 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STEUR

Ontvangen 13 september 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel FFe, wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 2 wordt de zinsnede «Onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vijfde tot en met negende lid» vervangen door: Onder vernummering van het derde lid en het vierde tot en met zevende lid tot het vijfde lid onderscheidenlijk het zevende tot en met tiende lid.

2. Er wordt een punt toegevoegd, luidende:

  • 4. Na het vijfde lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Indien de raad de klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart en een maatregel als bedoeld in het tweede lid, onder b tot en met e, oplegt, kan hij in zijn beslissing opnemen dat de kosten, of een deel daarvan, die de klager in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken, en de overige kosten, of een deel daarvan, die in verband met de behandeling van de zaak zijn gemaakt, worden vergoed aan de Nederlandse Orde van Advocaten door de advocaat aan wie de maatregel wordt opgelegd. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de tenuitvoerlegging van de beslissing van de raad.

II

In artikel I, onderdeel GGa, eerste punt, onder a, wordt «artikel 48, zevende lid» vervangen door: artikel 48, achtste lid.

III

In artikel I, onderdeel HH, wordt na het derde punt een punt ingevoegd, luidende:

  • 3a. In het vijfde lid wordt «Het zesde lid van artikel 48» vervangen door: Het negende lid van artikel 48.

Toelichting

Tuchtrechtspraak is een essentieel onderdeel van de kwaliteitsborging van de advocatuur. De onafhankelijke positie van de Nederlandse Orde van Advocaten en de daarbij aangesloten advocaten vereist een «eigen» tuchtrecht. Gegeven het feit dat kwaliteitscontrole door toezicht en tuchtrecht niet door de overheid kan worden georganiseerd, dienen de kosten van toezicht en tuchtrecht voor rekening te komen van de Nederlandse Orde van Advocaten. Indachtig het adagium «de vervuiler betaalt» ligt het voor de hand dat advocaten tegen wie een veroordeling wordt uitgesproken in de kosten van het geding kunnen worden veroordeeld. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft hier ook om verzocht maar de regering heeft dat verzoek niet ingewilligd, reden waarom indiener dat nu doet door middel van dit amendement.

De kosten voor de tuchtrechtspraak nemen toe naarmate het toezicht intensiveert. In de huidige situatie komen de kosten van de werkzaamheden van de griffiers en de vergoedingen voor de leden-advocaten in de tuchtcolleges voor rekening van de Nederlandse Orde van Advocaten. Daarmee komen de kosten ten laste van alle advocaten. Dit amendement maakt mogelijk dat degene die de kosten veroorzaakt, die kosten in beginsel ook draagt. De raad van discipline kan een kostenveroordeling als bijkomende maatregel opleggen aan de advocaat die een tuchtrechtelijke maatregel opgelegd krijgt. Het is daarbij aan de raad en het hof van discipline om aan de hand van de eisen van proportionaliteit de hoogte daarvan te bepalen. Bij de afweging of en zo ja, tot welke hoogte de kostenveroordeling moet worden opgelegd kan de tuchtrechter onder meer de ernst van de gedraging, eventuele recidive en de draagkracht van de advocaat meewegen.

Indiener heeft in zijn initiatiefwetsvoorstel Wet registermediator bij het onderdeel tuchtrechtspraak een soortgelijke bepaling opgenomen.

Geen punitief karakter

De kostenveroordeling is niet leed-toevoegend. Het is een reparatoire maatregel, die de vermogenstoestand van de Nederlandse Orde van Advocaten en eventueel de klager (gedeeltelijk) herstelt.

Van der Steur

Naar boven