32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PbEU L 315)

Nr. 33 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SLOB EN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 1 december 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel N, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Na

Na artikel 44 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 44a

  • 1. De concessieverlener stelt ten behoeve van aanbesteding een bestek vast.

  • 2. Het bestek bevat in elk geval:

    • a. een uitwerking van het programma van eisen, bedoeld in artikel 44, eerste lid;

    • b. een heldere en ondubbelzinnige omschrijving van de te leveren diensten en de condities en procedures die bij deze aanbesteding gelden;

    • c. een omschrijving van de sturingsmechanismen; en

    • d. overige informatie die inschrijvers nodig hebben om een bieding te kunnen schrijven.

  • 3. Voordat het bestek wordt vastgesteld, vraagt de concessieverlener overeenkomstig artikel 27, tweede tot en met vierde lid, ter zake advies over de omschrijvingen als bedoeld het tweede lid, onderdelen b en c, aan consumentenorganisaties die voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden. In voorkomend geval kan dit advies gelijktijdig worden gevraagd met het advies, bedoeld in artikel 44, derde lid.

II

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Artikel I, onderdeel Na, van deze wet, is niet van toepassing op aanbestedingsprocedures die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn gestart en waarvoor nog geen onherroepelijke concessie is verleend.

Toelichting

Dit amendement regelt dat consumentenorganisaties naast het adviesrecht op het Programma van Eisen bij aanbestedingen van het openbaar vervoer ook adviesrecht krijgen op het bestek voor zover het gaat om de omschrijving van de te leveren diensten, de condities en procedures en de sturingsmechanismen die gelden bij de aanbesteding omdat in deze onderdelen van het bestek voor reizigers cruciale zaken worden geregeld die niet of niet altijd in het Programma van Eisen staan.

Bij aanbesteding van openbaar vervoer wordt conform artikel 44 van de Wet Personenvervoer 2000 een Programma van Eisen opgesteld. Voordat het Programma van Eisen wordt vastgesteld, vraagt de concessieverlener advies aan consumentenorganisaties die voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden.

Het Programma van Eisen wordt verder uitgewerkt in een bestek. Het geeft aan waar het openbaar vervoer aan moet voldoen, bijvoorbeeld wat betreft loopafstanden naar haltes, frequenties, en tijdstippen van eerste en laatste ritten. Het bestek is de concrete uitvraag naar de markt. Het omvat een heldere en ondubbelzinnige omschrijving van de te leveren diensten en de condities en procedures die bij deze aanbesteding gelden, plus alle overige informatie die inschrijvers nodig hebben om een bieding te kunnen schrijven.

In de praktijk gaan opdrachtgevers verschillend om met de scheidslijn tussen Programma van Eisen en bestek. Soms wordt het Programma van Eisen als bijlage bij het bestek gevoegd en omvat het bestek zelf alleen aanbestedingstechnische voorwaarden. In andere gevallen wordt het Programma van Eisen «omgebouwd» tot een bestek. Dit laatste kan er toe leiden dat er verschillen ontstaan in het OV-aanbod die niet direct zijn af te leiden uit het Programma van Eisen, met name in situaties waar wensen en voorwaarden in het Programma van Eisen nog vrijblijvend zijn geformuleerd. Zo stond de sluiting van station Emmen Bargeres niet expliciet in het Programma van Eisen, maar werd dit wel mogelijk gemaakt door de uiteindelijke verwoording in het bestek.

Onderdelen die niet verplicht zijn in een Programma van Eisen, maar wel onderdeel uitmaken van een bestek zijn onder andere de sturingsmechanismen zoals het gunningsmodel, gunningscriteria, uitsluitingscriteria en financiële prikkels. Deze sturingsmechanismen zijn zeer bepalend voor het vervoerproduct dat aangeboden zal gaan worden, zeker bij aanbestedingen met veel ontwikkelvrijheid voor de vervoerder. Daarom is het van belang dat consumentenorganisaties ook over deze onderdelen kunnen adviseren.

Het voorgestelde derde lid laat open of over het bestek een aparte adviesronde plaatsvindt of dat dit wordt gecombineerd met het advies over het programma van eisen. Hierdoor wordt flexibiliteit geboden voor het aanbestedingsproces.

Slob

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Naar boven