32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PbEU L 315)

Nr. 32 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SLOB EN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 22

Ontvangen 1 december 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel I een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ia

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «bestuur gestelde voorwaarden» ingevoegd: en aan de colleges van burgemeester en wethouders die het betreffen indien gedeputeerde staten concessieverlener zijn als bedoeld in artikel 20, tweede of derde lid.

2. Aan het eerste lid wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: De concessiehouder vraagt in ieder geval advies aan consumentenorganisaties en de colleges van burgemeester en wethouders als bedoeld in de vorige volzin indien het voornemen bestaat een dienstregeling substantieel te wijzigen.

3. In het tweede lid wordt na «de consumentenorganisaties» ingevoegd: en, indien van toepassing, de colleges van burgemeester en wethouders, bedoeld in het eerste lid,.

4. In het vijfde lid wordt na «na het advies van de consumentenorganisaties» ingevoegd: of, indien van toepassing, de colleges van burgemeester en wethouders, bedoeld in het eerste lid,.

5. In het vijfde lid wordt na «worden de consumentenorganisaties» ingevoegd: of de colleges van burgemeester en wethouders .

6. In het vijfde lid wordt na «Indien het advies van de consumentenorganisaties» ingevoegd: of de colleges van burgemeester en wethouders .

7. In het vijfde lid wordt na «aan de consumentenorganisaties» ingevoegd: of de colleges van burgemeester en wethouders.

8. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Een houder van een concessie als bedoeld in artikel 20, eerste lid, vraagt advies aan gedeputeerde staten die het betreffen en aan het dagelijks bestuur van de plusregio, bedoeld in artikel 20, tweede lid, over de onderwerpen in het eerste lid. Het tweede tot en met het zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Met dit amendement wordt geregeld dat naast consumentenorganisaties ook gemeenten binnen een regionaal concessiegebied jaarlijks advies kunnen uitbrengen over dienstregeling, tarieven en overigen in de concessie geregelde onderwerpen. Hiermee wordt de invloed op het openbaar vervoer van onderop versterkt. Juist in gemeenten is veel kennis aanwezig over de vraag naar en de beoordeling van de kwaliteit van het openbaar vervoer.

Voorts wordt geregeld dat consumentenorganisaties en gemeenten ook advies kunnen uitbrengen over tussentijdse substantiële wijzigingen van de dienstregeling. Momenteel wordt hiervoor vaak wel advies gevraagd aan consumentenorganisaties, maar dit is niet formeel geregeld.

Bij AMvB kunnen conform artikel 31, derde lid, die met dit amendement ongewijzigd blijft, nadere regels worden gesteld over wat moet worden verstaan onder substantiële wijzigingen van de dienstregeling. Hierbij moet worden gedacht aan het schrappen of toevoegen van lijnen, het vervallen van aansluitingen of het aanpassen van frequenties, maar niet wijzigingen die slechts gaat om kleine wijzigingen in vertrektijden. Kleine wijzigingen kunnen hierdoor ook na deze aanpassing snel worden doorgevoerd.

Tenslotte regelt dit amendement dat analoog aan het voorgestelde adviesrecht van consumentenorganisaties en gemeenten ook provincies en plusregio’s jaarlijks advies kunnen uitbrengen over dienstregeling, tarieven en overige in de concessie geregelde onderwerpen met betrekking tot de concessie voor het hoofdrailnet.

Slob

Wiegman-Van Meppelen Scheppink

Naar boven