32 371 Organisatie Wereldkampioenschap voetbal

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2010

Bij brief van 20 april 2010 (kamerstuk 32 371, nr. 1) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het besluit van het kabinet de kandidatuur van de voetbalbonden van Nederland en België om het WK van 2018/2022 te organiseren, definitief te steunen.

In vervolg op deze brief informeer ik u over de kosten die mogelijkerwijs samenhangen met het WK voetbal indien dat aan de beide landen wordt toegewezen. Ik wijs er wel nadrukkelijk op dat dit schattingen zijn, die naar beste vermogen zijn gemaakt van een evenement dat pas over enige jaren plaatsvindt.

Allereerst de stadionaanpassing. Daarover heb ik overleg gevoerd met de burgemeesters van de speelsteden. Deze moeten, ter bekrachtiging van hun stad als speelstad, het zogenaamde Host City Agreement ondertekenen. Daarmee bevestigen de speelsteden dat zij aan de voorwaarden van de FIFA zullen voldoen, waaronder stadions met de vereiste capaciteit. In de noodzakelijke uitbreiding van de stadions kan voor een deel worden voorzien door uitbreidingsplannen die in sommige steden bestaan en waarvan de kosten zijn gedekt. Er resteert dan nog een zogenaamd onrendabel deel waarvoor de gemeenten primair verantwoordelijk zijn. Het kabinet is bereid een nader te bepalen bijdrage te leveren in die kosten.

Deze zogenaamde onrendabele kosten worden thans geschat op € 470 miljoen voor alle stadions samen. De verdeling is als volgt:

Stadion

Huidige capaciteit

Autonome groei

(ook zonder WK)

Uitbreiding ten behoeve van WK

Kosten WK gerelateerde uitbreiding. Rekening gemeente

(× 1 mln)

Amsterdam Arena

51 500

3 500

10 000

€ 80

Amsterdam1

Ol. Stadion

22 000

 

23 000

€ 22,5

Rotterdam

Nieuwbouw

0

60 000

25 000

€ 200

Eindhoven

PSV stadion

35 000

0

10 000

€ 60

Heerenveen

Abe Lenstra Stadion

26 000

6 000

13.000

€ 40

Enschede

Grolsch Veste

23 500

0

22 500

€ 70

XNoot
1

Er moet nog een definitief besluit worden genomen over het opnemen van het Olympisch Stadion in het bidbook.

De FIFA eist een stadion met 85 000 zitplaatsen (openingswedstrijd en finale), twee stadions met 65 000 zitplaatsen (halve finale) en stadions met 45 000 zitplaatsen (o.a. groepswedstrijden).

Er zijn ook kosten gemoeid met de uitvoering van de rijksoverheidgaranties.

De belangrijkste kostenpost betreft die van openbare orde en veiligheid.

Voor de schatting van die kosten is in de eerste plaats gekeken naar de ervaringen met Euro 2000. Vervolgens is rekening gehouden met het feit dat het WK een groter toernooi is en dat de inzichten op het gebied van openbare orde en veiligheid sinds 2001 zijn veranderd. Op basis van die overwegingen worden de kosten voor openbare orde en veiligheid geschat op € 200 miljoen.

De FIFA vraagt ook fiscale vrijstelling dan wel compensatie voor een aantal belastingen (waaronder BTW op de toegangskaarten). Deze kunnen oplopen tot maximaal € 300 miljoen.

Uiteraard zijn er aan een WK voetbal ook baten verbonden. Zo heeft de Duitse overheid becijferd dat het WK in Duitsland in 2006 alleen al aan belastingen een bedrag van € 1,2 miljard heeft opgeleverd.

De door de rijksoverheid in Nederland en België af te geven garanties en de diverse host city agreements van de speelsteden, dienen uiterlijk 1 mei 2010 bij de KNVB te zijn ingediend. De KNVB draagt zorg voor verzending van de stukken aan de FIFA, tezamen met het bidbook van de beide voetbalbonden.

Dit bidbook en bijbehorende documenten worden door de KNVB en KNBVB op 6 mei 2010 officieel aangeboden aan de beide Minister Presidenten.

De kandidaatstellingstermijn van de FIFA sluit 14 mei 2010.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven