Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32362 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32362 nr. 2 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2012
Tijdens het ordedebat van 22 mei 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 85, item 8, blz. 17) hebben de Kamerleden Heijnen (PvdA) en Van der Burg (VVD) een toelichting gevraagd op het besluit om decentrale overheden te verplichten tot schatkistbankieren. In deze brief geef ik, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een nadere toelichting op dit besluit en ga ik in op het proces in aanloop naar het wetsvoorstel en de voorziene praktische aspecten rond de invoering van schatkistbankieren.
Wat is er afgesproken?
In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat per 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Momenteel mogen decentrale overheden dit al vrijwillig doen, maar schatkistbankieren zonder leenfaciliteit zal verplicht worden. De overige maatregelen uit het begrotingsakkoord slaan grotendeels neer aan de inkomstenkant en zijn daarmee niet relevant voor de accresberekening waardoor de verdere gevolgen van het akkoord voor medeoverheden, relatief beperkt blijven. Dit neemt niet weg dat accresramingen voor de komende jaren negatief zijn.
Wat zijn de effecten van schatkistbankieren?
Omdat er momenteel veel onrust is op de financiële markten over de schuldposities van overheden, is het verstandig om de overheidsschuld te verlagen. Schatkistbankieren zal een verlagend effect hebben op de Nederlandse EMU-schuld. De EMU-schuld betreft de uitstaande schuld van de gehele overheid aan partijen buiten de overheid. Dit betekent dat de onderlinge schuldverhouding tussen overheidslagen tegen elkaar weggestreept wordt, waardoor de brutoschuld daalt. Wanneer decentrale overheden hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist, daalt de financieringsvraag van de Nederlandse staat op de financiële markten. In het algemeen is de verwachting dat de overheidsschuld hierdoor op termijn met enkele procentpunten kan dalen.
Een neveneffect van schatkistbankieren is dat de risico’s die decentrale overheden lopen met hun tegoeden worden geminimaliseerd. Op dit moment houden decentrale overheden hun tegoeden aan bij financiële instellingen, in beleggingsfondsen en in staatsobligaties. Hoewel er op dit moment regels gelden voor uitzettingen (zoals minimale ratingvereisten) kunnen risico’s verder worden verlaagd door de middelen in de schatkist aan te houden.
De decentrale overheden krijgen een rentevergoeding over hun middelen die ze aanhouden in de Nederlandse schatkist. De rentevergoeding is marktconform en daarmee gelijk aan de inleenrentes van de Nederlandse Staat op de financiële markten. Afhankelijk van de omvang en het risicoprofiel van het huidige beleggingsportfolio zullen decentrale overheden hun rente-inkomsten uit beleggingen zien afnemen.
Waarom komt er geen leenfaciliteit?
Een leenfaciliteit zou betekenen dat decentrale overheden onder voorwaarden ook geld zouden mogen lenen van de Nederlandse Staat, en dus niet alleen tegoeden in de schatkist moeten aanhouden. De sectorbanken – de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) – voorzien voor grote delen van de publieke sector, waaronder de decentrale overheden, op doelmatige en doeltreffende wijze in deze taak. Een leenfaciliteit is daarom niet nodig en niet wenselijk. Wel wordt overwogen, met het oog op een efficiënte organisatie van de treasuryfunctie, het mogelijk te maken om tijdelijk rood te staan. Hierover zal in de komende periode nader overleg worden gevoerd met alle betrokkenen, waaronder de sectorbanken.
De sectorbanken zullen weinig hinder ondervinden van de invoering van verplicht schatkistbankieren. Slechts een beperkt gedeelte van decentrale middelen is bij of via sectorbanken belegd. Daarnaast behouden de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Waterschapsbank hun cruciale kerntaak, namelijk het verzorgen van financiering van decentrale overheden en van de semipublieke sector. Het aandeelhouderschap van Rijk en decentrale overheden in de sectorbanken staat niet ter discussie. Het systeem van financieringsverlening door de sectorbanken functioneert prima en de regering wil dit dan ook niet veranderen.
Wat is het verdere proces?
Op dit moment is het Rijk in gesprek getreden met (vertegenwoordigers van) de decentrale overheden en de sectorbanken om schatkistbankieren zo zorgvuldig mogelijk in te kunnen voeren. Ook met andere banken zal overleg worden gevoerd. Daarnaast zal er zoals gebruikelijk ook sprake zijn van een officiële consultatie van de koepels en zal het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. We verwachten na de zomer het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te kunnen sturen.
Waar is meer informatie te vinden over de praktische aspecten?
Op de website van het Agentschap van de Generale Thesaurie van het Ministerie van Financiën kunt u meer informatie vinden over de praktische aspecten rond schatkistbankieren:
http://www.dsta.nl/Onderwerpen/Schatkistbankieren/Schatkistbankieren_voor_decentrale_overheden.
Uiteraard is deze informatie voorwaardelijk. De suggesties die de decentrale overheden en de (sector)banken doen tijdens de overleggen met het Rijk of die de koepels tijdens het consultatieproces inbrengen, zullen meegewogen worden in de uiteindelijke vormgeving van verplicht schatkistbankieren zonder leenfaciliteit.
Een belangrijk punt van zorg heeft het kabinet al weggenomen. De vrees van decentrale overheden voor het open moeten breken van contracten tegen boetes of het vroegtijdig beëindigen van beleggingen is ongegrond. Het kabinet heeft via de Staatscourant gecommuniceerd dat contracten en beleggingen die zijn aangegaan vóór 18.00 uur op 4 juni 2012 zullen worden geëerbiedigd. Contracten en beleggingen die na deze datum zijn aangegaan, moeten zodanig zijn vormgegeven dat de betreffende middelen uiterlijk eind 2013 in de schatkist vloeien.
Wij hopen u voldoende geïnformeerd te hebben.
De minister van Financiën, J. C. de Jager
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32362-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.