32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling

Nr. 11 MOTIE VAN HET LID HELDER

Voorgesteld 28 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het wetsvoorstel het systeem van de automatische invrijheidstelling van veroordeelden, nadat degenen twee derde van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, ongewijzigd laat;

constaterende, dat een korting op de straf met de omvang van een derde ongewenst is;

verzoekt de regering artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht zodanig aan te passen dat veroordeelden aan wie een vrijheidsstraf tot een maximum van zes jaar is opgelegd, maximaal een halfjaar van de vrijheidsstraf niet meer hoeven te ondergaan en veroordeelden aan wie een vrijheidsstraf van meer dan zes jaar is opgelegd, maximaal een jaar van de vrijheidsstraf niet meer hoeven te ondergaan bij naleving van de algemene en de eventueel opgelegde bijzondere voorwaarden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Helder

Naar boven