32 317 JBZ-Raad

CI VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 december 2012

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad heeft in haar vergaderingen van 6 en 13 november 2012 de brief van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, van 29 oktober 2012 inzake Syrische vluchtelingen besproken.1 De leden van de fractie van GroenLinks hebben naar aanleiding van de brief nadere vragen gesteld aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie bij brief van 20 november 2012.

De leden van de fracties van de PvdA, de SP en D66 hebben zich hierbij aangesloten.

De staatssecretaris heeft op 11 december 2012 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Kim van Dooren

BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Den Haag, 20 november 2012

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad heeft in haar vergaderingen van 6 en 13 november 2012 de brief van de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, van 29 oktober 2012 inzake Syrische vluchtelingen besproken.1 De leden van de fractie van GroenLinks hebben naar aanleiding van de brief nadere vragen. De leden van de fracties van de PvdA, de SP en D66 sluiten zich hierbij aan.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van de beantwoording. Zij nemen kennis van het feit dat de UNHCR terughoudendheid betracht ten aanzien van hervestiging van Syrische vluchtelingen, maar wel medewerking verzoekt aan hervestiging van derdelanders die als gevolg van de oorlog in Syrië opvang behoeven. Is de regering bereid om ten behoeve van deze groep een ruimer deel van het jaarlijkse vluchtelingenquotum beschikbaar te stellen dan de nu beschikbaar gestelde 25? Kan de regering de Kamer tevens infomeren over het aantal nog in te vullen plaatsen voor dit jaar en komende jaren? Op welke wijze bepleit de Nederlandse regering in de JBZ-Raad een actievere houding van alle lidstaten ten aanzien van de hervestiging van deze vluchtelingen?

De UNHCR heeft de regering tevens verzocht om gezinshereniging met Syrische asielstatushouders in Nederland zo soepel en snel mogelijk te laten verlopen. Kan de regering uiteenzetten op welke wijze ze aan dit verzoek tegemoetkomt?

De commissie ziet het antwoord graag tegemoet binnen vier weken na de dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad, P.L. Meurs

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2012

Bij brief van 20 november jl. heeft de Vaste Commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ Raad nadere vragen gesteld over Syrische vluchtelingen. Hieronder worden deze vragen beantwoord.

De leden van de fracties van Groen Links, PvdA, SP en D66 vragen of de regering bereid is om ten behoeve van de groep niet-Irakese vluchtelingen in Syrië een ruimer deel van het jaarlijkse quotum voor uitgenodigde vluchtelingen beschikbaar te stellen. Ook vragen de leden naar de ruimte in het quotum voor de komende jaren.

Zoals eerder aangegeven heeft Nederland naar aanleiding van het «appeal» dat UNHCR heeft gedaan in juli 2012 25 plaatsen in het quotum van 2012 beschikbaar gesteld voor deze specifieke groep vluchtelingen.

Tot op heden heeft UNHCR echter nog geen concrete voordrachten aan Nederland kunnen doen voor deze groep. Als daartoe een verzoek wordt gedaan door UNHCR zou er nog enige ruimte zijn in het quotum om additioneel personen uit deze specifieke groep voor te dragen. Alle voordrachten moeten wel – zoals gebruikelijk – voldoen aan de voorwaarden van het Nederlandse asielbeleid.

Voor 2012 zijn er naar verwachting nog ongeveer 30 plaatsen beschikbaar in het quotum voor uitgenodigde vluchtelingen. In totaal zijn er 500 plaatsen beschikbaar voor 2012 en hetzelfde aantal voor 2013, voor 2014 en voor 2015. In totaal zijn er dus voor de periode 2012–2015 2000 plaatsen beschikbaar.

De leden van Groen Links, PvdA, SP en D66 vragen verder op welke wijze de regering in de JBZ-Raad een actievere houding van alle lidstaten ten aanzien van de hervestiging van deze vluchtelingen bepleit.

Gezien het feit dat UNHCR nog geen voordrachten heeft gedaan voor deze specifieke groep vluchtelingen ligt het niet in de rede dit nader te bespreken in de JBZ-Raad.

Ten slotte vragen de leden van Groen Links, PvdA, SP en D66 om uiteen te zetten of de gezinshereniging met Syrische asielstatushouders in Nederland adequaat verloopt.

Voor uitgenodigde vluchtelingen geldt dat in principe het gehele gezin tegelijk vanuit het derde land wordt uitgenodigd en naar Nederland komt. Gezinshereniging in het kader van de nareisprocedure is voor deze groep dan ook nauwelijks aan de orde.

Een nareisaanvraag kan gezien artikel 1 h van de Vreemdelingenwet 2000 door de gezinsleden van de asielvergunninghouder worden ingediend bij de Nederlandse vertegenwoordiging in het land van herkomst, het land van bestendig verblijf of, bij gebreke daarvan, het dichtstbijzijnde land waar wel een Nederlandse vertegenwoordiging is gevestigd. Per 15 maart 2012 is de Nederlandse ambassade in Damascus-Syrië (tijdelijk) gesloten en zijn de werkzaamheden opgeschort. Syriërs kunnen voor een nareisaanvraag in principe terecht in Beiroet (Libanon). Onderkend wordt dat het mogelijk lastig kan zijn om naar Libanon te reizen. Tot op heden zijn bij de Nederlandse vertegenwoordiging echter geen signalen ontvangen dat Syriërs Beiroet niet zouden kunnen bereiken.

Syriërs afkomstig uit het noorden of het zuiden van het land kunnen daarnaast, indien noodzakelijk, terecht bij de Nederlandse vertegenwoordigingen in Turkije (Ankara, dan wel Istanbul) respectievelijk Jordanië (Amman). Indien zij zich wenden tot de posten in Turkije zullen zij bij een mogelijk taalprobleem wel zelf voor een tolk moeten zorgen.

De beoordeling van de nareisaanvraag van Syriërs wijkt niet af van die van andere nationaliteiten. Als er – bijvoorbeeld vanwege de oorlogssituatie – geen documenten zijn waarmee de gestelde gezinsband kan worden gestaafd, dan kan de feitelijke gezinsband met DNA-onderzoek en/of identificerende vragen worden vastgesteld.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

EK, 2012–2013, 32 317, CF.

Naar boven