32 317 JBZ-Raad

Nr. 473 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2017

Hierbij bieden wij, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, u de geannoteerde agenda aan van de eerstvolgende bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze zal plaatsvinden op 8 en 9 juni 2017 in Luxemburg (Kamerstuk 32 317, nr. 474). Tevens ontvangt u hierbij het verslag van de Raad van 18 mei jl.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 18 mei 2017 te Brussel

Binnenlandse Zaken / Immigratie en Asiel

Raad niet-wetgevende besprekingen

1. Migratie en de effectieve toepassing van de principes van verantwoordelijkheid en solidariteit

De aanwezige Ministers spraken en marge van deze Raad in een informele setting en vervolgens kort op de Raad over de effectieve toepassing van de beginselen van verantwoordelijkheid en solidariteit in migratiekader. De Europese Raad van 15 december 2016 heeft de Raad van de Europese Unie verzocht om tijdens het Maltees voorzitterschap consensus te bereiken over het asielbeleid van de EU. Het Maltees voorzitterschap heeft voor deze Raad een document opgesteld met daarin vragen over drie gerelateerde onderdelen en beoogde hierop consensus te bereiken, namelijk: verantwoordelijkheid voor asielzoekers en het tegengaan van secundaire migratiestromen, solidariteitsmaatregelen voor lidstaten die kampen met een hoge asieldruk en het gebruik van het veilige-derde-land-concept en versterking van terugkeer.

Een aantal lidstaten kon zich niet vinden in het idee om lidstaten permanent verantwoordelijk te maken voor asielzoekers, wanneer is bepaald dat zij verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de betreffende asielaanvragen. Een aantal andere lidstaten benadrukte in de discussie het belang van automatische herplaatsing van alle asielzoekers. Enkele centraal-Europese lidstaten spraken zich uit tegen verplichte herplaatsing en benadrukten het belang van terugkeer. Andere lidstaten, waaronder Nederland, spraken zich positief uit over het voorstel voor solidariteitsmaatregelen, permanente verantwoordelijkheid en herplaatsing en over het versterken van het terugkeerbeleid. Daarnaast benadrukte Nederland het belang van een pakketbenadering met betrekking tot de verschillende voorstellen in de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). Nederland sprak zich tevens uit voor een hervorming van de Dublin-verordening, zonder uitzonderingen met betrekking tot de permanente verantwoordelijkheid voor asielzoekers. Daarnaast benadrukte Nederland eens te meer dat migranten die duidelijk niet in aanmerking komen voor een vluchtelingenstatus zo snel mogelijk duidelijkheid moeten krijgen en terug moeten keren. Ten slotte steunde Nederland tezamen met een aantal andere lidstaten, de goede afstemming van het concept voor veilige-derde-landen met het internationaal en Europees recht.

Tijdens deze bijeenkomst bereikten lidstaten geen consensus over de door het Maltees voorzitterschap geagendeerde punten. Het zal moeilijk worden om onder het Maltees voorzitterschap overeenstemming te bereiken over de effectieve toepassing van de principes van verantwoordelijkheid en solidariteit.

2. Bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit: Ontwerpconclusies van de Raad inzake de vaststelling van de prioriteiten van de Unie ter bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit voor de periode 2018–2021

Het Maltese voorzitterschap wees erop dat deze Raadsconclusies een vervolg zijn op de beleidscyclus met concrete acties op het terrein van bijvoorbeeld vuurwapens, drugs en migrantensmokkel. Op 9 maart is de Europese dreigingsanalyse inzake zware en georganiseerde criminaliteit verschenen (SOCTA). De SOCTA is opgesteld door Europol en geeft inzicht in de situatie met betrekking tot zware- en georganiseerde criminaliteit in de lidstaten. In de ontwerpconclusies van de Raad is een aantal van tien prioriteiten opgenomen. Het Maltese voorzitterschap vroeg de lidstaten om deze prioriteiten te bevestigen en de conclusies aan te nemen. Commissaris King steunde aanname van de ontwerpconclusies en verwelkomde dat de door de Commissie voorgestelde prioriteiten: zoals vuurwapens, BTW fraude en milieucriminaliteit ook als prioriteiten zijn opgenomen. Europol benadrukte het belang van aandacht voor de financiering van criminele activiteiten: in de EU wordt slechts 2% van criminele vermogens uiteindelijk in beslag genomen. De voorzitter vroeg de lidstaten voldoende capaciteit ter beschikking te stellen voor de prioriteiten. Het permanente comité voor operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI) is gemandateerd om implementatie te monitoren en verslag te doen aan Raad. De raadsconclusies werden aanvaard.

3. Diversen niet-wetgevend: luchtvaartveiligheid: gesprekken met VS autoriteiten

Commissaris Avramopoulos gaf een terugkoppeling van een ambtelijk overleg op 17 mei tussen de VS en de EU, het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) en zeven lidstaten (VK, FRA. DUI, SPA, ITA, IER en NL) over het meenemen van elektronische apparatuur (laptops etc.) in de handbagage op vluchten vanuit Europa naar de VS. Aanleiding voor dit overleg is de overweging van de VS om de restrictie voor elektronica in handbagage, die nu geldt voor vluchten uit een aantal landen in het Midden Oosten en Noord Afrika naar de VS, uit te breiden naar vluchten vanaf Europese luchthavens naar de VS. Het overleg was constructief. Er is afgesproken dat er op expertniveau verder wordt gesproken met de VS.

4. En marge van de Raad: Gezamenlijke lunch met Ministers van Defensie

De EU-Ministers van Defensie en JBZ bespraken mogelijkheden om de EU-rol in terrorismebestrijding te versterken door de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen militaire en rechtshandhavingsautoriteiten op EU- en internationaal niveau te verbeteren. De deelnemers onderschreven het nut en de noodzaak van het beter inzetten van activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) voor terrorismebestrijding, maar hadden nog veel vragen over het juridische raamwerk en over de rol van de EU. Op basis van de discussie is besloten om de ideeën nader uit te werken en vervolgens te agenderen in het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) en het Permanente Comité voor Operationele Samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid (COSI). Tevens wordt bezien hoe de mandaten van lopende GVDB-missies en -operaties beter kunnen worden toegespitst op terrorismebestrijding.

5. En marge van de Raad: Gezamenlijk diner met Ministers van Ontwikkelingssamenwerking

Ten aanzien van de uitkomsten van deze bespreking wordt u (schriftelijk) geïnformeerd door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking.

Naar boven