32 317 JBZ-Raad

GM/ Nr. 417 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 30 mei 2016.De wens dat de ontwerpbesluiten uitdrukkelijke instemming behoeven kan door of namens één van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 14 juni 2016.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2016

Zoals aangekondigd in mijn brief van 29 april jl.1 zullen de volgende onderwerpen voor besluitvorming worden geagendeerd op de komende JBZ-Raad van 9 en 10 juni:

  • Voorstel voor een verordening ter uitvoering van de nauwere samenwerking betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensrechtstelsels2

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0059 (CNS)

  • Voorstel voor een verordening ter uitvoering van de nauwere samenwerking betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen3

Interinstitutioneel dossiernummer: 2016/0060 (CNS)

Bovenbedoelde ontwerp-verordeningen zijn gebaseerd op artikel 81, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Ingevolge artikel 3 van de Goedkeuringswet bij het Verdrag van Lissabon is instemming van de Staten-Generaal vereist, alvorens Nederland zich kan binden. Hedenmiddag, 30 mei 2016, zijn de ontwerp-verordeningen (documentnummers 8115/16 en 8118/16) openbaar gemaakt. Deze stukken treft u als bijlagen bij deze brief aan4.

De voorgestelde regelingen zijn inhoudelijk gelijkluidend aan de voorstellen die voor besluitvorming voorlagen in de JBZ-Raad van december 2015 waarmee u indertijd heeft ingestemd. Over de wijzigingen die in de Coreper van 20 april jl. zijn aangebracht bent u geïnformeerd in de brief van 29 april jl. Na afloop van deze Coreper-behandeling zijn er louter juridisch-linguistische wijzigingen, dat wil zeggen niet-inhoudelijke wijzigingen, in de teksten aangebracht. In de huidige versie worden de ontwerp-verordeningen nog eenmaal in Coreper, waarschijnlijk op 1 juni as., behandeld alvorens ze definitief worden geagendeerd in de JBZ Raad.

Evenals in december 2015 kan ik mij vinden in deze voorstellen. Met de aanvaarding van deze voorstellen komen er in de aan de nauwere samenwerking deelnemende EU-lidstaten (thans achttien) uniforme regels tot stand inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van het huwelijksvermogensrecht en de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen.

Gelet op mijn brief van 29 april jl. geef ik de Kamer in overweging gebruik te maken van de verkorte instemmingsprocedure zodat er voor 9 juni as. instemming is verleend aan de ontwerp-verordeningen. De commissies I&A/JBZ en V&J van de Eerste Kamer hebben naar aanleiding van voormelde brief reeds aangegeven bereid te zijn een verkorte instemmingsprocedure te hanteren5.

Als voorzitter van de Raad streeft Nederland ernaar om dit dossier nog onder Nederlands voorzitterschap af te ronden. Hiervoor is naast een besluitvorming over de ontwerp-verordeningen tijdens de komende JBZ-Raad ook het advies van het Europees Parlement inzake de ontwerp-verordeningen vereist. Naar verwachting zal het Europees Parlement op 23 juni as. zijn advies uitbrengen over de ontwerp-verordeningen. Indien het Europees Parlement dan inderdaad een advies uitbrengt, kunnen de verordeningen nog onder Nederlands voorzitterschap formeel worden aangenomen, bijvoorbeeld op de Landbouwraad van 27 juni 2016.

Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik om aan te geven dat de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 9 en 10 juni uw Kamers, niet reeds op 1 juni maar op 2 juni zal toekomen. Dit is één dag later dan de met uw Kamers afgesproken termijn. De reden voor deze vertraging is dat de agenda voor de Raad nog onderwerp is van bespreking in Coreper op 1 juni, en de geannoteerde agenda daarop nog zal kunnen worden geactualiseerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Kamerstuk 33 089, F.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
5

Korte aantekeningen vergadering commissies Immigratie en Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ) en Veiligheid en Justitie (V&J) van 17 mei 2016, onderdeel 3: E110016 en E110017.

Naar boven