32 317 JBZ-Raad

32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 404 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2016

Tijdens het algemeen overleg met de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie dat op 9 maart 2016 plaatsvond heb ik de Commissie bijgepraat over de stand van zaken bij de afronding van het dataprotectiepakket. Ik ben er toen van uitgegaan dat een stemming over dat pakket in een JBZ Raad op 21 april 2016 zou kunnen plaatsvinden.

De tragische gebeurtenissen in Brussel van 22 maart 2016 hebben bij het Europees parlement en het Raadsvoorzitterschap tot de vaststelling geleid dat het wenselijk is de afronding van de richtlijn EU-PNR ten aanzien van passagiersgegevens zoveel mogelijk te versnellen. Het Europees parlement moet over deze richtlijn nog in eerste lezing stemmen. Aangezien het voor het Europees parlement politiek essentieel is over deze richtlijn te kunnen stemmen als het zeker is dat ook het dataprotectiepakket door het Europees parlement in tweede lezing kan worden aanvaard, vergt dit gelet op planning van de plenaire vergaderingen van het Europees parlement dat de Raad eerder dan 21 april 2016 stemt over de vaststelling van het dataprotectiepakket in eerste lezing.

Ik heb daarom na overleg met de voorzitter van de Commissie voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) uit het Europees parlement aan de Raad het voorstel gedaan het dataprotectiepakket aan te nemen in een schriftelijke stemming die op 7 en 8 april 2016 zijn beslag moet krijgen. Indien de Raad dit voorstel volgt, zal dit tot gevolg hebben dat de stemming in de Raad niet meer op een Raadsvergadering plaatsvindt. Uw Kamer zal dit onderwerp dan ook niet meer op een geannoteerde agenda voor de desbetreffende Raad zien verschijnen. De uitkomst van de schriftelijke procedure is uiteraard openbaar, evenals de aankondiging van de schriftelijke procedure.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur