32 317 JBZ-Raad

FN/ Nr. 364 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 30 november 2015.

De wens dat de ontwerpbesluiten uitdrukkelijke instemming behoeven kan door of namens één van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 15 december 2015.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2015

In de JBZ-Raad van 3 en 4 december (Kamerstuk 32 317, nr. 361) staan onder meer de volgende onderwerpen voor akkoord geagendeerd:

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarmee bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Albanië tot het verdrag van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (HKOV) te aanvaarden.

    Interinstitutioneel dossiernummer: 2011/0448 (NLE)

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarmee bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Marokko tot het verdrag van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden.

    Interinstitutioneel dossiernummer: 2011/0451 (NLE)

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarmee bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Seychellen tot het verdrag van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden.

    Interinstitutioneel dossiernummer: 2011/0444 (NLE)

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarmee bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Rusland tot het verdrag van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden.

    Interinstitutioneel dossiernummer: 2011/0447 (NLE)

  • Voorstel voor een besluit van de Raad waarmee bepaalde lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de toetreding van Armenië tot het verdrag van 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen te aanvaarden.

    Interinstitutioneel dossiernummer: 2011/0452 (NLE)

Ten aanzien van bovenbedoelde voorgestelde besluiten die zijn gebaseerd onder meer op artikel 81, derde lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is op grond van artikel 3 van de Goedkeuringswet van het Verdrag van Lissabon instemming van de Staten-Generaal vereist. De reden dat deze instemming op dit moment wordt gevraagd is erin gelegen dat op 27 november 2015 de teksten van deze besluiten zijn verspreid. Op 2 december wordt in COREPER beslist of deze besluiten op de agenda van de JBZ-raad zullen worden geplaatst als A-punt.

De Nederlandse inzet is sinds jaar en dag gericht op een zo groot mogelijk bereik van het HKOV. Dit is in het belang van alle kinderen die geconfronteerd worden met internationale kinderontvoering. Van de bovengenoemde landen heeft Nederland reeds voor 2014 Albanië en Marokko zelfstandig aanvaard. Sinds advies 1/13 van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 14 oktober 2014 staat vast dat aanvaarding van toetreding tot dit verdrag tot de exclusieve externe bevoegdheid van de Europese Unie behoort. Dit advies heeft geen gevolgen voor de eerdere aanvaardingen door de lidstaten. Graag verzoek ik u om instemming met bovengenoemde besluiten.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven