Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2014
Hierbij informeren wij u over de laatste stand van zaken betreffende de agenda van
de JBZ-Raad van 4 en 5 december 2014, in aanvulling op de geannoteerde agenda die
u op 26 november jl. heeft ontvangen.
Toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het Schengenacquis
Het agendapunt toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het Schengenacquis is komen
te vervallen.
Europees Openbaar Ministerie
Over het agendapunt Europees Openbaar Ministerie het volgende. Sinds de verzending
van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad op 26 november jl. is bekend geworden over
welk thema het Italiaanse Voorzitterschap een oriënterend debat wil voeren (document
15862/14; de bijlage daarbij met de tekst van de artikelen 1–37 is op dit moment nog
niet beschikbaar). De vragen voor de JBZ-Raad betreffen de benoemingsprocedure van
de Europese hoofdaanklager en van de Europese aanklagers als onderdeel van de waarborgen
voor de onafhankelijkheid van het EOM. Het Voorzitterschap en de Commissie gaan hierbij
uit van de veronderstelling dat de onafhankelijkheid van de Europese hoofdaanklager
en de Europese aanklagers alleen gewaarborgd is als de benoemingsprocedure zoveel
mogelijk Europees en transparant is.
Nederland heeft geen bezwaar tegen voorlegging van de beide vragen in dit document
aan de JBZ-Raad, maar zal over de benoemingsprocedure in dit stadium van de onderhandelingen
niet inhoudelijk stelling nemen op politiek niveau. Zoals is vermeld in het verslag
van de JBZ-Raad van 5 en 6 juni 2014 (Kamerstuk 32 317, nr. 240), heeft tijdens die JBZ-Raad een ruime meerderheid van lidstaten de oprichting van
een EOM met een collegiale structuur gesteund, dat in afwijking van het Commissievoorstel.
Daarbij wordt volgens de meerderheid in de Raad ook voldaan aan eisen van onafhankelijkheid
en effectiviteit. Tijdens de onderhandelingen op technisch niveau is overigens nog
geen overeenstemming bereikt over de exacte rolverdeling tussen de verschillende lagen
van het EOM en in het bijzonder de wijze waarop de Permanente Kamers zullen toezien
op de wijze waarop de Europese gedelegeerde aanklagers in concrete zaken opereren.
Ten aanzien van het waarborgen van de onafhankelijkheid van het EOM geeft de nadruk
die het Voorzitterschap in het voorliggende document legt op de benoemingsprocedure
geen volledig beeld van de wijze waarop onafhankelijkheid kan worden geborgd.
Wijziging verordening Brussel I
Tot slot informeren wij u erover dat het voorstel tot wijziging van verordening (EU)
1215/2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging
van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I), vermeld in het voortgangsoverzicht
EU-dossiers 4e kwartaal 2014 dat samen met de geannoteerde agenda is aangeboden, inmiddels is gepubliceerd
in het Publicatieblad van de EU, nummer PBL 163/1.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven