32 317 JBZ-Raad

Nr. 234 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2014

Op 15 april 2014 heeft UNHCR een geactualiseerd rapport uitgebracht over de asielsituatie in Bulgarije. In het rapport beschrijft de VN-organisatie de verbeteringen die de Bulgaarse regering, in het eerste kwartaal van dit jaar, heeft aangebracht in de asielprocedure en opvangvoorzieningen voor asielzoekers. UNHCR is van mening dat het Bulgaarse stelsel dusdanig verbeterd is dat zij niet langer oproept tot een opschorting van de EU-Dublinverordening ten opzichte van Bulgarije. Een afschrift van het rapport treft u bijgaand aan1.

UNHCR-rapport van april 2014

Vanaf de zomer van 2013 nam de asielinstroom in Bulgarije toe. Dit had tot gevolg dat de asielprocedure en de opvangvoorzieningen in Bulgarije onder druk kwamen te staan. Op 2 januari 2014 publiceerde UNHCR een rapport over de toenmalige asielsituatie in Bulgarije. In dat rapport schreef UNHCR zeer kritisch over onder andere het registratieproces, het aanmeldingsproces, en de opvangomstandigheden van asielzoekers. De overheid voorzag geen voedsel en er was geen toegang tot medische bijstand in opvangcentra. De opvangcentra waren vaak overbevolkt en hadden een tekort aan personeel. Voor UNHCR was de situatie zo zorgwekkend dat zij de EU-lidstaten opriep tijdelijk geen asielzoekers aan Bulgarije over te dragen op grond van de Dublinverordening. De UNHCR zei toe de asielsituatie per 1 april 2014 weer te zullen beoordelen.

Op 3 maart 2014 heb ik uw Kamer een brief gestuurd over een, kort daarvoor plaatsgevonden, inventarisatiemissie van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) in Bulgarije.2 In die brief meldde ik dat de Bulgaarse regering samen met onder andere de Europese Commissie, EASO en UNHCR werkte aan verbeteringen van het asielstelsel. Uit het verslag van EASO kwam duidelijk naar voren dat deze samenwerking in korte tijd tot aanzienlijke verbeteringen van het Bulgaarse asiel- en opvangstelsel had geleid.

Op 15 april 2014 heeft UNHCR het aangekondigde rapport uitgebracht, waarin de asielsituatie per 1 april 2014 wordt beschreven. De inhoud van het rapport is in lijn met het EASO-rapport. De UNHCR concludeert dat, in het algemeen, de omstandigheden in de asielcentra sterk verbeterd zijn. Asielzoekers hebben toegang tot medische zorg en ontvangen van de Bulgaarse autoriteiten zowel maaltijden als een maandelijkse (financiële) toelage. Door de werving en opleiding van extra personeel en tolken is het registratie- en aanmeldingsproces van asielzoekers verbeterd.

Naar opvatting van UNHCR zijn verdere verbeteringen nog wel nodig en mogelijk. UNHCR noemt onder andere de ontoereikende opvangomstandigheden in twee van de zeven opvangcentra, onvoldoende middelen voor het identificeren van kwetsbare personen met bijzondere opvangbehoeften, en weinig voorzieningen voor personen aan wie een vergunning is verstrekt. Ook is UNHCR kritisch over de, naar haar mening, afschrikwekkende buitengrenscontrole.

Beleidslijn

Mede op basis van de eerdere UNHCR-rapporten over Bulgarije heb ik tijdelijk een coulant beleid gevoerd betreffende het terugsturen van asielzoekers naar Bulgarije. In het algemeen overleg van 4 december 2013 over de JBZ-Raad van 5 en 6 december 2013, meldde ik u dat de situatie in Bulgarije voor mij aanleiding was om in Bulgaarse Dublinzaken ruimhartig invulling te geven aan de soevereiniteitsclausule uit de Dublinverordening, indien de individuele omstandigheden van de vreemdeling daar aanleiding toe geven.

De sindsdien gerealiseerde verbeteringen, zoals ook beschreven in het UNHCR-rapport van 15 april, zijn voor mij aanleiding om het beleid aan te passen. Een ruimhartige toepassing van de soevereiniteitsclausule (en daarmee het afzien van een overdracht aan Bulgarije) is niet langer het uitgangspunt van het beleid. In beginsel wordt een asielzoeker vanuit Nederland overgedragen aan Bulgarije, indien dat land op basis van de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek. Uiteraard kan in individuele zaken nog wel worden afgezien van een overdracht aan Bulgarije als de individuele omstandigheden van de vreemdeling daartoe aanleiding geven. Bijzondere aandacht zal daarbij zijn voor kwetsbare asielzoekers, zoals zwangere vrouwen, gezinnen met zeer jonge kinderen, en personen met ernstige ziekten. Onder andere de duur van het verblijf in Bulgarije, de daar ontvangen voorzieningen en de stand van de asielprocedure zal IND betrekken bij de beslissing om ten aanzien van een vreemdeling met een dergelijke kwetsbare achtergrond al dan niet af te zien van een overdracht aan Bulgarije.

Tot slot meld ik u nog dat ik, in het genoemde algemeen overleg van 4 december 2013, heb toegezegd uw Kamer achteraf te informeren over de overdracht van een asielzoeker aan Bulgarije.3 Gelet op de gewijzigde situatie in Bulgarije en het hierop aangepaste beleid, zie ik hiertoe in toekomstige gevallen niet langer aanleiding.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

kamerstuk 32 317, nr. 218.

X Noot
3

Kamerstuk 32 317, nr. 212

Naar boven