Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juli 2013
Hierbij informeer ik u over de stand van zaken van de onderhandelingen tussen de Europese
Unie en Canada over de doorgifte van passagiersgegevens (PNR, Passenger Name Records).
Ik heb u op 3 april 2013 een brief gestuurd met als bijlage de conceptovereenkomst
waarover consensus was bereikt tussen de Europese Commissie en Canada (Kamerstuk 32 317, nr. 169). Deze conceptovereenkomst had de classificatie restreint en was in papieren vorm
aan u toegezonden ter raadpleging voor de leden bij het Register van de Kamer.
De Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie heeft deze brief en de conceptovereenkomst
geagendeerd tijdens het Algemeen Overleg van 5 juni 2013 over de JBZ-Raad van 6 en
7 juni 2013 (Kamerstuk 32 317, nr. 182).
De conceptovereenkomst zal binnenkort ter besluitvorming aan de Raad worden voorgelegd.
Hierdoor is de conceptovereenkomst openbaar geworden. De conceptovereenkomst is bij
deze brief gevoegd1.
In mijn brief van 3 april 2013 heb ik aangegeven dat ik positief sta tegenover deze
conceptovereenkomst omdat deze op belangrijke onderdelen overeenkomt met het onderhandelingsmandaat
dat door de Raad op 2–3 december 2010 is vastgesteld.
Ik had echter één punt van zorg en dat betrof het doorberekenen van de kosten aan
luchtvaartmaatschappijen voor het PNR-systeem.
De conceptovereenkomst is op dit punt aangepast. De bepaling over het doorberekenen
van kosten aan luchtvaartmaatschappijen is verwijderd.
De huidige tekst is gelijkluidend aan de eerder toegestuurde versie, met uitzondering
van de bepaling over het doorberekenen van de kosten aan luchtvaartmaatschappijen
voor het PNR-systeem.
Ik ben voornemens in te stemmen met de conceptovereenkomst.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven