32 317 JBZ-Raad

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE, MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 juni 2010

Hierbij bied ik u aan het verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 3–4 juni jl.

De minister van Justitie

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin

Verslag1 van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 3 en 4 juni 2010 te Luxemburg

Belangrijkste resultaten

Tijdens deze bijeenkomst heeft de Raad de volgende instrumenten aangenomen:

  • voorstel voor een richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers (algemene oriëntatie, agendapunt 5);

  • voorstel voor een besluit van de Raad tot machtiging van nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed (politiek akkoord, agendapunt 6);

  • ontwerp voor een Europees Pact ter bestrijding van de internationale drugshandel; afsnijden van de cocaïne- en heroïneroutes (besluit, agendapunt 12);

  • toetreding van de EU tot het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa (EVRM)

    (vaststelling van het onderhandelingsmandaat Commissie, agendapunt 18).

en marge van de Raad

Gemengd Comité

1. Goedkeuring van de agenda

De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen zoals onderstaand weergegeven.

2. SIS II

Commissaris Malmström meldde dat de oplevering van SIS II volgens de hernieuwde planning voorzien is in het eerste kwartaal van 2013 (in plaats van eind 2011). Een gedetailleerde raming van de verdere kosten was tijdens de Raad nog niet beschikbaar, maar zal ten behoeve van de bijeenkomst van de Raad in oktober beschikbaar zijn, evenals een precies tijdschema. Commissaris Malmström zegde toe dat voor wat betreft de kosten voor de nationale systemen de lidstaten een beroep kunnen doen op co-financiering van de EU, aangezien SIS II een strategische prioriteit voor het Europees fonds voor de buitengrenzen is.

3. Conclusies van de Raad betreffende het verbeteren van de toegang via de buitengrenzen voor burgers van de Europese Unie

Na een introductie van het Voorzitterschap over het belang van de toepassing van veilige, efficiënte en effectieve geautomatiseerde grensoverschrijdingssystemen, onderstreepten enkele lidstaten het belang van dergelijke systemen voor de vergemakkelijking van de mobiliteit van de burgers en de noodzaak van interoperabiliteit tussen de verschillende systemen in de lidstaten. De Schengengrenscode zou hierbij meer dan nu betrokken moeten worden. Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raadsconclusies zijn aanvaard.

4. Diversen

– Westelijke Balkan: visumliberalisering

Commissaris Malmström introduceerde het voorstel van de Commissie om voor Bosnië-Herzegovina en Albanië de visumplicht voor kort verblijf af te schaffen en hen te plaatsen op de Witte Schengenlijst. De Commissaris lichtte toe dat daarvoor deze landen nog aan een aantal criteria moeten voldoen, waaronder de versterking van de capaciteit van rechtshandhaving en effectieve uitvoering van het wettelijk raamwerk voor de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie.

Enkele lidstaten stelden dat de criteria waaraan de twee landen moeten voldoen voordat er sprake kan zijn van visumliberalisatie eerst naar genoegen dienen te worden afgehandeld en zij zagen vooralsnog geen concreet tijdpad daarvoor. Andere lidstaten ondersteunden de benadering van de Commissie.

Minister Hirsch Ballin vroeg aandacht voor de praktijk van slechte medewerking van derde landen bij de terugname van eigen onderdanen. Dit vormt een aan dit dossier nauw gekoppeld onderwerp. Dit punt dient bij de besprekingen met deze landen over de visumliberalisatie expliciet te worden opgebracht.

Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad het eens is met de benadering van de Commissie.

Raad

1. Goedkeuring van de agenda

De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen zoals onderstaand weergegeven.

Het onderwerp Terrorist Finance Tracking Program (TFTP) – overeenkomst met de VS (onderwerp 13 van de Geannoteerde Agenda) werd van de agenda van de Raad gehaald.

Wetgevende besprekingen

2. Goedkeuring van de A-puntenlijst

De A-puntenlijst werd goedgekeurd.

3. Initiatief voor een richtlijn betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures

  • stand van zaken ten aanzien van de triloog-onderhandelingen

De Voorzitter informeerde de Raad over de stand van zaken van de onderhandelingen over het voorliggende voorstel met het Europees Parlement en de Commissie. Hij gaf aan dat een akkoord in eerste lezing haalbaar is, nu het Europees Parlement positief had gereageerd op het voorstel voor een implementatietermijn van 36 maanden. Commissaris Reding deelde mee verheugd te zijn over het bereikte resultaat; de Commissie zal nog deze maand met een voorstel komen voor de volgende stap met betrekking tot het dossier procedurele rechten.

4. Voorstel voor een richtlijn betreffende het Europees beschermingsbevel

  • algemene oriëntatie

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van orde van de Raad)

De Voorzitter lichtte toe dat tijdens de bijeenkomst van de Raad van 23 april jl.,2 de Raad steun heeft gegeven aan een brede benadering van de het voorstel met als rechtsgrondslag artikel 82 VWEU en artikel 3 VEU. Inmiddels heeft de Juridische Dienst van het Europees Parlement zich uitgesproken en steun gegeven aan deze brede benadering. Commissaris Reding gaf aan het doel van deze richtlijn (bescherming van slachtoffers tegen geweld) te steunen. Hij benadrukte dat de opinie van de Commissie over de tekst van het Voorzitterschap op het punt van de rechtsgrondslag (artikel 82) niet is gewijzigd en dat de Commissie als hoedster van de verdragen de kwestie zonodig aan het Hof van Justitie EU zal voorleggen.

Na een lange discussie over de positie van het Verenigd Koninkrijk in relatie tot de besluitvorming over de richtlijn en de uitleg van Protocol nr. 21 in dit verband, constateerde de Voorzitter dat er een gekwalificeerde meerderheid is voor de tekst van het Voorzitterschap en dat deze tekst nu aan het Europees Parlement kan worden voorgelegd.

Minister Hirsch Ballin sprak zich positief uit over het voorstel voor een richtlijn betreffende het Europees beschermingsbevel vanwege het grote belang voor de slachtoffers van huiselijk geweld; dit is een grens-overschrijdend probleem. Voorts stelde hij dat in overweging 8 terecht een relatie wordt gelegd met het strafrecht. De problematiek ligt dichter bij het strafrecht dan bij het familierecht. Minister Hirsch Ballin benadrukte dat de verschillende argumenten (ook van de Commissie) moeten worden gewogen in de verdere procedure en dat een conflict met de Commissie dient te worden vermeden.

5. Voorstel voor een richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers, en tot intrekking van Kaderbesluit 2002/629/JBZ

  • algemene oriëntatie

Commissaris Malmström lichtte het voorstel toe. Het betreft ernstige delicten die steeds vaker gepleegd worden in verschillende vormen. Het voorstel omvat preventie, vervolging en bescherming van slachtoffers.

De Raad stemde in met een algemene oriëntatie over de voorliggende tekst.

Minister Hirsch Ballin wees op artikel 15 van de ontwerp-richtlijn en stelde dat het voorkomen van mensenhandel belangrijk is, bijvoorbeeld door middel van voorlichting in landen van herkomst. Hierbij zou kunnen worden samengewerkt door de lidstaten. Tevens benadrukte Minister Hirsch Ballin het belang van grensbewaking en de versterking van het toezicht op prostitutie.

6. Voorstel voor een besluit van de Raad tot machtiging van nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed

  • politiek akkoord

en

7. Voorstel voor een verordening van de Raad tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijk recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed

  • algemene oriëntatie ten aanzien van de belangrijkste onderdelen

Op 17 juli 2006 heeft de Commissie een voorstel gepresenteerd voor een verordening inzake het toepasselijk recht bij echtscheidingen. Onder het Duitse, Portugese en Sloveense Voorzitterschap werd onderhandeld over de tekst van de verordening. Medio 2008 werd een meerderheid van de lidstaten het eens over een compromistekst. Echter, enkele lidstaten konden niet instemmen met het compromis waardoor de vereiste unanimiteit niet kon worden bereikt. Daarop hebben tien lidstaten3 bij de Commissie aangegeven nauwere samenwerking aan te willen gaan. Tijdens de bijeenkomst van de Raad gaven het Voorzitterschap en de Commissie aan dat aan alle vereisten voor nauwere samenwerking wordt voldaan.

Commissaris Reding sprak de hoop uit dat op termijn zoveel mogelijk lidstaten aan deze nauwere samenwerking zullen meedoen, maar ook dat de Commissie de voorkeur heeft voor regelingen waaraan alle lidstaten meedoen.

Naast de tien oorspronkelijke lidstaten gaven België, Letland en Portugal aan mee te willen doen aan deze nauwere samenwerking. Enkele lidstaten, die ook deelnemen aan de nauwere samenwerking, benadrukten verder te willen spreken over de verordening. Doel daarvan is zoveel mogelijk knelpunten weg te nemen om zoveel mogelijk lidstaten mee te kunnen laten doen.

Minister Hirsch Ballin meldde dat Nederland zich niet zal verzetten tegen de nauwere samenwerking, maar ook dat hij bedenkingen heeft bij het voorstel zoals het nu ter tafel ligt. Gepoogd moet worden een bredere basis te vinden voor de verordening en het gesprek dient te worden voortgezet, ook met de lidstaten die nu nog niet meedoen.

Het Voorzitterschap concludeerde dat er een gekwalificeerde meerderheid is voor het aangaan van nauwere samenwerking. Over de verordening werd geen besluit genomen. Daarover zal verder worden gesproken in Raadskader, opdat zoveel mogelijk lidstaten steun kunnen geven aan dit initiatief voor nauwere samenwerking.

8. Ontwerp-verordening betreffende de bevoegdheid, het toepasselijk recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten op het gebied van erfopvolging en betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring

  • politieke richtsnoeren voor verdere werkzaamheden

Dit onderwerp werd niet besproken.

  • Diversen

  • Ontwerp-richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en tot intrekking van Kaderbesluit 2004/68/JBZ

  • stand van zaken

Commissaris Malmström lichtte de stand van zaken ten aanzien van deze ontwerp-richtlijn toe. Het voorstel betreft onder meer grooming, kijken naar kinderporno (zonder downloading) en sekstoerisme van personen uit de EU in derde landen. De Commissie is voorstander van specifieke preventieprogramma’s voor daders om recidive te voorkomen. In het voorstel worden de lidstaten verplicht om aan de bron materiaal van het internet af te houden. Dit betekent dat toegang tot de betreffende sites geblokkeerd kan worden. Verwijdering aan de bron is het beste, maar is niet altijd mogelijk (er zijn veel sites die hun basis hebben buiten de EU). Blokkeren is nodig om de beschikbaarheid te beperken. Het aanstaande Belgische Voorzitterschap wil dit jaar een algemene oriëntatie bereiken.

Niet-wetgevende besprekingen

9. Interne veiligheid; debat

De Voorzitter gaf in zijn inleiding een toelichting op de totstandkoming en status van het zogenaamde MADRID-rapport. Dit rapport is een eerste werkdocument van het Comité voor de Interne veiligheid (COSI) ter ondersteuning van de discussie in de Raad. Gekeken is naar de dreigingen en mogelijke acties hierop op basis van een rapport van de drie agentschappen (Europol, Eurojust, Frontex).

Commissaris Malmström stelde dat het nuttig is om de meningen van de lidstaten te horen en zo te komen tot een coherente visie ter verbetering van de interne veiligheid. Dit najaar komt de Commissie met een mededeling over de interne veiligheid die overeenkomt met het Stockholm Programma. De Commissie hecht veel waarde aan het gemeenschappelijk standpunt over de hoofddreigingen, het effectief bestrijden van deze dreigingen en het vaststellen van acties die betrekking hebben op politie, geïntegreerd grensbeheer en strafrechtelijke samenwerking. Samenwerking is noodzakelijk om misdadigers te veroordelen en slachtoffers te beschermen. Ook dient aandacht gegeven te worden aan VAT-fraude, terrorisme, crisisbeheer bij natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen en het gebruik van internet door criminelen en terroristen, evenals cybercrime. Commissaris Malmström gaf aan met concrete acties te komen om de Interne Veiligheidsstrategie (IVS) te implementeren.

De meeste lidstaten spraken hun waardering uit voor het MADRID-rapport en gaven te kennen dat er jaarlijks een dergelijk rapport moet worden uitgebracht.

Minister Hirsch Ballin gaf aan de prioriteiten in het MADRID-rapport te steunen en benadrukte met andere lidstaten het belang van samenwerking bij mensenhandel en financieel-economische criminaliteit. Hij vroeg bijzondere aandacht voor cybercrime dat een essentieel gevaar kan vormen voor de infrastructuur. Voor de gevaren wordt eenieder gewaarschuwd, maar daarnaast bestaan er nieuwe vormen van dreigingen – de «botnets» – die een samenleving geheel kunnen ontwrichten. Dan is alleen het bewust maken van gevaren niet voldoende. Minister Hirsch Ballin maakte de vergelijking met besmettelijke ziekten en stelde dat het mogelijk nuttig is om na te gaan of een organisatie overeenkomstig de «World Health Organisation» ook voor deze dreiging («botnets») een oplossing zou kunnen zijn. Een dergelijke onafhankelijke instantie kan bijvoorbeeld besmette computers isoleren. Minister Hirsch Ballin gaf aan dit specifieke punt op een later tijdstip nader te willen bespreken, bijvoorbeeld tijdens de komende informele bijeenkomst van de JBZ-Raad en stelde nadrukkelijk dat alle belanghebbenden hierbij betrokken moeten worden. Kortom: niet alleen waarschuwen en beschermen, maar ook iets op touw zetten om ernstige problemen die «botnets» veroorzaken, tegen te gaan. Minister Hirsch Ballin deed een verzoek om medewerking hiervoor van de lidstaten en de Commissie (Malmström en Kroes). Enkele lidstaten steunden uitdrukkelijk dit voorstel van minister Hirsch Ballin.

De Voorzitter concludeerde dat:

  • 1. elk jaar in de Raad op basis van een MADRID-document over de aanpak van de interne veiligheid dient te worden gesproken. Centraal staat de doorlichting van de operationele capaciteit en op welke wijze er gecoördineerd tot oplossingen kan worden gekomen teneinde de interne veiligheid binnen de EU te verbeteren. De Voorzitter benadrukte dat de rol en de toekomst van COSI in dit verband belangrijk zijn. COSI dient zich nog te ontwikkelen tot een meer operationeel gremium. Momenteel is er sprake van te veel theorie en te weinig praktijk;

  • 2. nieuwe en oude dreigingen evenredig in toekomstige rapporten moeten worden behandeld;

  • 3. inspanningen op het terrein van cybercrime nuttig zijn. Mogelijk zal hier tijdens het komende Belgische Voorzitterschap op terug worden gekomen.

10. Discussienota van de EU-coördinator voor terrorismebestrijding (CTC) over de uitvoering van de strategie en het actieplan van de EU inzake terrorismebestrijding

De CTC, dhr. Gilles De Kerchove, gaf een korte toelichting op de nota. Dit is het eerste document na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon moet de EU, vanwege de afschaffing van de pijlers, in staat zijn een meer geïntegreerd beleid te gaan voeren. De CTC noemde ook cybercrime als aandachtspunt en deelde mee dat hij in overleg met Commissaris Kroes een methode voor de aanpak gaat ontwikkelen. Het is de bedoeling dat het eind van dit jaar een diepgaander debat zal worden gevoerd, mede op basis van de implementatierapporten van de CTC over de EU-strategieën.

In het betreffende discussiedocument wordt aandacht gevraagd voor 4 punten:

  • 1. dreigingsanalyse moet meer de realiteit weergeven;

  • 2. meer aandacht voor de veiligheid van transport, in het bijzonder openbaar vervoer;

  • 3. verplaatsing Jihadisten en andere terroristen. Hierbij is PNR van belang. De CTC vroeg de aandacht van de lidstaten om Frontex de bevoegdheid te geven persoonsgegeven uit te kunnen wisselen en te analyseren;

  • 4. het aanbrengen van een relatie tussen interne en externe veiligheid.

De Voorzitter constateerde dat de Raad de nota en de aanbevelingen van de CTC steunt.

11. Verklaring 2010 van de EU en de VS over terrorismebestrijding

De verklaring van de EU en de VS over terrorismebestrijding werd zonder discussie door de Raad aangenomen. De verklaring beoogt de gemeenschappelijke beginselen van de EU en de VS bij het tegengaan van terrorisme te verankeren en bestaat uit drie delen:

  • 1. terrorismebestrijding dient in overeenstemming te zijn met de beginselen van de rechtsstaat;

  • 2. terrorismebestrijding vergt de inzet van een breed scala aan instrumenten;

  • 3. tegengaan van gewelddadig extremisme in de wereld vergt een alomvattende benadering.

12. Ontwerp voor een Europees Pact ter bestrijding van de internationale drugshandel – afsnijden van de cocaïne- en heroïneroutes

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van orde van de Raad)

De Raad stemde in met het voorstel voor een Europees Pact ter bestrijding van de internationale drugshandel, met name het afsnijden van de heroïne- en cocaïneroutes. De initiatiefnemer van dit voorstel, Frankrijk, dankte de ministers voor hun betrokkenheid bij dit plan. Het pact zal moeten leiden tot een betere synergie tussen de aanpak van de handel in cocaïne en heroïne en een betere beheersing van de hiermee gepaard gaande geldstromen. Een sterkere betrokkenheid van Europol zal moeten leiden tot een betere behandeling van de relevante informatie en meer mogelijkheden voor interventies van transporten op zee.

13. Terrorist Finance Tracking Program (TFTP)

  • overeenkomst met de VS

Dit onderwerp werd van de agenda van de Raad gehaald.

14. Informatie over de Permanente Partnerschapsraad op JBZ-gebied tussen de EU en de Russische Federatie

Het Voorzitterschap deelde mee dat de Permanente Partnerschapsraadvan 25–26 mei jl. niet erg succesvol is geweest. Dat was voornamelijk te wijten aan de visumdialoog, waarin de Russische Federatie concretere stappen wenste dan waartoe de EU – op dit moment – bereid is. Wel is ingestemd met de start van de onderhandelingen voor een operationele overeenkomst met Europol. Dit echter onder de strikte voorwaarde dat goedkeuring door de EU alleen wordt gegeven als de vraagstukken met betrekking tot gegevensbescherming zijn opgelost. Enkele lidstaten uitten hun bezorgdheid over het voortzetten van de visumdialoog met de Russische Federatie.

15. Ontwerp-conclusies van de Raad over een actieplan niet-begeleide minderjarigen uit derde landen

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van orde van de Raad)

Het openbare debat over Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’s) werd door het Voorzitterschap geïntroduceerd als een groot Europees probleem dat een coherente Europese benadering behoeft. Door middel van het Actieplan van de Commissie, waarbij de rechten van het kind centraal staan – inclusief terugkeer naar de eigen familie en tegengaan van leeftijdsmisbruik – en door middel van uitwisseling van best practices en praktische samenwerking tussen de lidstaten kan het probleem worden aangepakt.

Enkele lidstaten, zoals Zweden, Finland en Italië, onderschreven dit volledig. België meldde dat zij een conferentie over identificatie en leeftijdsonderzoek bij AMV’s zal organiseren tijdens haar Voorzitterschap.

Minister Hirsch Ballin onderschreef de Raadsconclusies en de passage over AMV’s in het Stockholm Programma. Hij ziet een noodzaak voor een gebalanceerde Europese samenwerking, waarin Nederland een bijzondere en praktische bijdrage kan leveren vanwege de door de jaren heen opgedane ervaring, bijvoorbeeld op het terrein van grondig en wetenschappelijk getoetst leeftijdsonderzoek (pols- en sleutelbeen- röntgenfoto’s), waardoor de instroom van AMV’s in Nederland is terug gelopen van 6.000 in 2001 naar 1.000 in 2009.

Verder gaf minister Hirsch Ballin aan dat Nederland zich ook concentreert op het tegengaan van vormen van criminaliteit, waarbij bepaalde risicogroepen van kinderen dreigen te worden geëxploiteerd in de prostitutie. Zowel door het geven van bijzondere bescherming in besloten opvang – niet zijnde een gevangenis –, maar ook door middel van een individuele personencontrole bij vertrek in landen van herkomst (Nigeria).

Tot slot vroeg minister Hirsch Ballin aandacht voor de recente uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten dat illegaal verblijvende AMV’s onder de werking van het Europees Sociaal Handvest lijkt te scharen.

16. Ontwerp-conclusies van de Raad over de follow-up van het Europees Pact inzake immigratie en asiel

Het Voorzitterschap memoreerde dat dit de eerste keer is dat de Europese Raad aan de hand van een verslag van de Commissie een debat houdt over de toepassing van het uit 2008 stammende Pact.

Commissaris Malmström refereerde kort aan haar ambitieuze (Stockholm-) agenda voor de komende periode en gaf aan te hopen dat het aanstaande Belgische Voorzitterschap een poging zal doen de besprekingen over het asielpakket te deblokkeren.

De ontwerp-Raadsconclusies over de thema’s legale migratie, integratie, illegale immigratie, grensbewaking, asiel en de externe dimensie die in overeenstemming zijn met het Stockholm Programma werden door de Raad aanvaard.

17. Conclusies van de Raad betreffende het verbeteren van de toegang via de buitengrenzen voor burgers van de Europese Unie

(dit onderwerp werd ook tijdens het Gemengd Comité behandeld)

Zie het verslag bij agendapunt 3 van het Gemengd Comité.

18. Toetreding van de EU tot het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa (EVRM)

  • vaststelling van het onderhandelingsmandaat

(openbaar debat overeenkomstig artikel 8, lid 2, van het reglement van orde van de Raad)

Tijdens deze bijeenkomst van de Raad werd geen besluit genomen over de toetreding van de EU tot het EVRM. Er vond een niet-wetgevende bespreking plaats over het mandaat aan de Europese Commissie om onderhandelingen te gaan voeren met de Raad van Europa. De Commissie is door de Raad geautoriseerd en heeft onderhandelingsrichtlijnen meegekregen die in lijn zijn met de Nederlandse inzet, zoals neergelegd in het aan u toegezonden vertrouwelijke BNC-fiche. De Raad zal te zijner tijd besluiten over de uiteindelijke overeenkomst op grond van artikel 218 lid 3 en lid 8 VWEU met eenparigheid van stemmen en na goedkeuring door het Europees Parlement.

Minister Hirsch Ballin vroeg aandacht voor de uitwerking van het mechanisme ter waarborging van de voorafgaande betrokkenheid van het Hof van Justitie EU. Verder vroeg minister Hirsch Ballin aandacht voor recente ontwikkelingen in de jurisprudentie in Straatsburg. De minister doelde op de artikel 39-beslissing van het EHRM met een voorlopige maatregel hangende de procedure. Deze maatregel heeft betrekking op de toepassing van de Dublin-verordening. Met deze maatregel wordt het Nederland verboden Somalische asielzoekers uit te zetten naar Griekenland. Minister Hirsch Ballin vroeg de nadrukkelijke aandacht van Griekenland en de Commissie voor deze ontwikkeling.

De Commissie reageerde door te stellen dat de goede toepassing van de Dublin-verordening en de relatie met het EVRM inderdaad punten van aandacht zijn. De Commissie zal er verder naar kijken. De Commissie beloofde regelmatig terug te rapporteren over de onderhandelingen.

19. e-Justice

  • verslag aan de Raad

  • goedkeuring van de routekaart

  • toetsingsclausule actieplan

Tijdens dit agendapunt vermeldde het Voorzitterschap enkel dat het e-Justice-portaal tijdens de informele bijeenkomst van de JBZ-Raad op 15-16 juli a.s. zal worden gelanceerd.

20. Diversen

  • Presentatie door het aanstaande Belgische Voorzitterschap van de prioriteiten op het gebied van JBZ

In verband met de dodelijke schietpartij in het Brusselse Paleis van Justitie werden de Belgische prioriteiten slechts summier gepresenteerd.

Op het terrein van migratie zal het Europees Pact inzake immigratie en asiel prioriteit krijgen. Dit zal ook een onderwerp zijn van de informele bijeenkomst van de JBZ-Raad in juli a.s. Daarnaast zal een speciale ministeriële bijeenkomst plaatsvinden op 13-14 september a.s. waarin onder meer de effectiviteit van asielprocedures zal worden besproken.

Daarnaast zal het Belgische Voorzitterschap aandacht geven aan kwetsbare groepen, zoals minderjarigen, de kwaliteit van de besluitvorming ten aanzien van asielaanvragen en solidariteit tussen de lidstaten. Bij onbegeleide minderjarigen zal de leeftijdsbepaling ook worden besproken en kunnen best practices op dit gebied worden uitgewisseld. Verder aandacht voor legale migratie («single permit», seizoenswerkers). Ook zal er een conferentie worden georganiseerd over een Europees model voor integratie. Voor wat betreft illegale migratie gaf het aanstaande Voorzitterschap aan te willen aanhaken bij eerdere Franse initiatieven, zoals het algemeen versterken van grensbewaking door het versterken van het mandaat van Frontex.

Op het terrein van Binnenlandse Zaken zal interne veiligheid (met de Commissie) worden opgepakt. Ook zal er een werkprogramma voor COSI worden vastgesteld. Daarnaast zal misdaadpreventie, het bestrijden van illegale wapenhandel en het voorkomen van radicalisering een belangrijke rol spelen.

Op het terrein van Justitie zal vooral prioriteit worden gegeven aan lopende zaken, zoals bescherming van slachtoffers, bestrijding van mensenhandel en huiselijk geweld (finaliseren Europees beschermingsbevel). Ook zal er een volgende stap worden gezet op het gebied van de procedurele rechten in de vorm van informatie over de rechten van de verdachte. Verder zal het Europees bewijsverkrijgingsbevel aan de orde komen.

  • Studie in opdracht van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Europees Parlement (LIBE): «Welk stelsel van lastenverdeling tussen de lidstaten voor de opvang van asielzoekers?»

Dit onderwerp werd op verzoek van Malta behandeld. Malta benadrukte het belang van de genoemde studie en het onderwerp lastenverdeling. Juridische harmonisatie van asielprocedures zonder interne lastenverdeling zou een averechts effect kunnen hebben. Alleen fysieke hervestiging kan leiden tot een effectieve lastenverdeling.

– EU-Canada: visa

Op 14 juli 2009 heeft Canada de visumplicht voor Tsjechische onderdanen heringevoerd. De Commissie heeft in overleg met Tsjechië geijverd voor herstel van het visumvrij reizen voor Tsjechische onderdanen naar Canada, totnogtoe zonder succes.

Tsjechië benadrukte het gebrek aan vooruitgang en vroeg wanneer de Commissie met haar jaarlijkse verslag over het gemeenschappelijk visumbeleid zal komen. In het verslag over 2009 is de kwestie nadrukkelijk onderstreept en Tsjechië gaf aan dat dit ook in het nieuwe verslag zou moeten gebeuren. De Commissie onderkende dat Canada niet snel optreedt, maar gaf aan het te vroeg te achten voor tegenmaatregelen (dit is verder aan de Raad).

Binnenkort zal er weer een bijeenkomst met Canada op deskundigenniveau plaatsvinden. Eind juli zal het nieuwe verslag uitkomen waarin ook op de Canadees-Tsjechische situatie zal worden ingegaan.

– Academie voor corruptiebestrijding

Oostenrijk wees kort op de oprichting van de academie voor corruptiebestrijding, de eerste in haar soort. Binnenkort zal een uitnodiging volgen voor een seminar op 2 en 3 september a.s. ter gelegenheid van de oprichting.

– EU-Turkije: terug- en overnameovereenkomst

De Commissie benadrukte het belang van een terug- en overnameovereenkomst met Turkije. De belangrijkste elementen van de overeenkomst zijn: readmissie derdelanders, transit en versnelde procedure. Het huidige document is slechts een overeenkomst tussen onderhandelaars; de Raad moet hierover nog besluiten. Deze overeenkomst is niet gekoppeld aan de problematiek van visa richting Turkije. Pas na sluiting van de overeenkomst acht de Commissie de tijd rijp om een volwassen dialoog over visa aan te gaan met Turkije.


XNoot
1

Dit verslag is gebaseerd op de tijdens de Raad vastgestelde agenda en wijkt af van de onderwerpen die in de geannoteerde agenda (Kamerstuk 32 317, nr. D) zijn vermeld.

XNoot
2

Zie voor het verslag van deze bijeenkomst van de Raad, 32 317 nr. 12.

XNoot
3

Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Hongarije, Oostenrijk, Roemenië, Slovenië.

Naar boven