Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32317 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32317 nr. 12 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2010
Hierbij bied ik u aan het verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 23 april jl.
De minister van Justitie,
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin
Verslag1 van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 23 april 2010 te Brussel2
Belangrijkste resultaten
Omdat er te weinig lidstaten op ministerieel niveau waren vertegenwoordigd3 kon de Raad geen besluiten nemen, ook niet over de A-punten. Tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei jl. zijn de onderwerpen waarover een politiek akkoord is bereikt (Raadsconclusies SIS II, mandaat en verklaring Terrorist Finance Tracking Programme en Raadsconclusies betreffende maatregelen op het gebied van Justitie in relatie tot economisch herstel) en de A-punten aangenomen.
en marge van de Raad
Gemengd Comité
De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen en in de volgorde zoals onderstaand weergegeven.
In de Raadsconclusies van juni 2009 is vastgelegd dat het Voorzitterschap de Raad in kennis zal stellen over de resultaten van de in de mijlpalen gespecificeerde tests op grond van de samen met de Commissie, de SIS II-Taskforce en de algemeneprogrammabeheersraad (Global ProgrammeManagement Board, GPMB) verrichtte beoordeling. Tevens is de Commissie verzocht om, gezamenlijk en in volledige overeenstemming met de SIS II-Taskforce en de GPMB, de resultaten van die tests te valideren.
De schriftelijke rapportages over de eindresultaten van de test zijn voorafgaand aan de Raad ontvangen, evenals het rapport over de financiële en contractuele aspecten met betrekking tot de ontwikkeling van SIS II. Op basis van de analyse van de eindresultaten van de eerste Mile Stone Test (MST) gaf de Commissie aan dat zij de test als geslaagd beschouwd.
Nederland heeft aangegeven te kunnen instemmen met de Raadsconclusie dat de eerste MST is geslaagd.
In 2008 vond in Oostenrijk en Zwitserland het EK voetbal plaats. De organisatie heeft het EK geëvalueerd en heeft de resultaten daarvan gepresenteerd ten behoeve van toekomstige Europese ad hoc samenwerking bij sportevenementen. Oostenrijk presenteerde een document met enkele aanbevelingen en een lijst met wetgevende en niet-wetgevende maatregelen. Oostenrijk gaf aan Polen en Oekraïne te zullen ondersteunen bij de voorbereiding van het EK voetbal 2012.
Er waren geen onderwerpen voor dit agendapunt.
Raad
De agenda werd vastgesteld met de onderwerpen en in de volgorde zoals onderstaand weergegeven.
Het onderwerp Europees Pact tegen internationale drugshandel is doorgeschoven naar de Raad van juni, omdat de Franse minister van Binnenlandse Zaken verhinderd was aanwezig te zijn bij de Raad (het Pact is een Frans initiatief).
Wetgevende besprekingen
De A-puntenlijst werd goedgekeurd, maar werd -zoals gezegd- niet aangenomen. De A-punten zullen tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei a.s. worden aangenomen.
De Voorzitter lichtte hetvoorstel voor een richtlijn toe en wees op het verschil van opvatting tussen de Commissie en de Raad over de juistheid van de gekozen rechtsgrondslag, namelijk artikel 82 VWEU, in relatie tot de reikwijdte van het voorstel. Hij gaf aan -in het belang van de Europese burgers- niet een nieuw voorstel van de Commissie te willen afwachten en legde aan de Raad een compromisvoorstel voor. Dit compromis blijft binnen de grenzen van artikel 82 VWEU, maar kent wel een brede reikwijdte (dat wil zeggen: een zo ruim mogelijke bescherming van het slachtoffer door zowel civielrechtelijke, administratiefrechtelijke als strafrechtelijke beschermingsmaatregelen).
Veel lidstaten, waaronder Nederland, steunden het compromisvoorstel van de Voorzitter. Nederland stelde dat bescherming van slachtoffers voor Nederland een prioriteit is en dat Nederland voorstander is van een brede reikwijdte van de richtlijn. De Commissie en een kleinere groep lidstaten aanvaardden het compromisvoorstel niet en pleitten voor inperking van de reikwijdte van het oorspronkelijke voorstel tot beschermingsmaatregelen die zijn getroffen in het kader van een strafrechtelijke procedure.
De Voorzitter concludeerde dat er genoeg steun is in de Raad voor het compromisvoorstel en verwees het voorstel voor verdere bespreking naar de betreffende Raadswerkgroep. Vervolgens gaf hij aan ook het standpunt van het Europees Parlement over dit compromisvoorstel te willen vernemen (indicatieve datum voor behandeling in het Europees Parlement is 15 juni a.s.).
Niet-wetgevende besprekingen
De A-puntenlijst werd goedgekeurd, maar werd -zoals gezegd- niet aangenomen. De A-punten zullen tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei a.s. worden aangenomen.
Zie het verslag onder agendapunt 2 van het Gemengd Comité.
Dit actieplan werkt de beleidslijnen uit het Stockholm Programma uit in meer dan 170 voorstellen voor Europese wet- en regelgeving voor de periode 2010–2014. De Commissie benoemde enkele belangrijke punten: interne veiligheidstrategie, terrorismebestrijding, bestrijding mensenhandel en kinderporno, identiteitsdiefstal, een gezamenlijk asiel- en migratiepact, een in- en uitreissysteem, herziening van de richtlijn gegevensbescherming, bescherming van fundamentele rechten, Europees Openbaar Ministerie en de externe dimensie van JBZ.
Enkele lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, betwijfelden of de in het actieplan aangegeven deadlines wel realistisch zijn en meenden dat het actieplan niet verder mag gaan dan de in het Stockholm Programma vastgelegde voornemens. Ook werd aangegeven, bij voorbeeld door Hongarije, Polen, Slovenië en Tsjechië, dat het actieplan te weinig aandacht schenkt aan de oostelijke dimensie van migratie. Cyprus, Griekenland en Italië benadrukten juist het belang van de immigratiedruk in het zuiden.
Nederland gaf aan de algemene uitgangspunten van het actieplan te delen, maar ook dat de Commissie wel vaak direct kiest voor wetgeving, terwijl in het Stockholm Programma is vastgelegd dat eerst een grondige studie noodzakelijk is. Daarnaast kiest de Commissie vaak voor «papieren maatregelen», terwijl praktische maatregelen – zoals het organiseren van expert-bijeenkomsten en de uitwisseling van beste praktijken – buitengewoon nuttig kunnen zijn. Verder heeft Nederland aangegeven van mening te zijn dat evaluatie van beleid niet alleen inventarisatie betreft, maar ook follow-up. Ten slotte gaf Nederland aan graag meer aandacht te willen in het actieplan voor de verbinding tussen JBZ en de externe dimensie van het optreden van de EU.
Nederland is, gezien het belang van nauwe samenwerking met de VS bij de bestrijding van terrorisme(financiering), voorstander van hernieuwde onderhandelingen tussen de EU en de VS op zo kort mogelijke termijn.
Nederland heeft aangegeven dat deze ambitie niet ten koste moet gaan van de vereiste zorgvuldigheid die aangewezen is om een nieuw akkoord tot stand te brengen dat recht doet aan de belangrijke zorgen van veel lidstaten, inclusief Nederland, en het Europees Parlement. Deze zorgen liggen met name op het terrein van dataprotectie, rechtsbescherming en de wijze van informatie-uitwisseling met de VS. Nederland meent dat het voorliggende ontwerpmandaat op de genoemde punten in overeenstemming is met die wens.
Voor Nederland is met name van belang dat er voor de uitwisseling van SWIFT-data in het nieuwe verdrag wordt gezocht naar alternatieven voor rechtshulp, waarbij Nederland zelf in eerste instantie vooral denkt aan een mogelijke rol voor Europol. Nederland kan de voorliggende ontwerp- verklaring, waarin Raad en Commissie uitspreken gezamenlijk houdbare alternatieven voor rechtshulp in kaart te zullen brengen, dan ook volledig onderschrijven.
Er is een politiek akkoord bereikt over het onderhandelingsmandaat en over de verklaring. Tijdens de Raad Algemene Zaken van 10 mei a.s. zullen het mandaat en de verklaring worden aangenomen.
Het Voorzitterschap informeerde de Raad over deze bijeenkomst. Aangegeven werd dat gesproken is over:
• Gegevensbescherming en informatieuitwisseling – voorbereiden van de EU-VS gegevensbeschermingsovereenkomst;
• PNR;
• Bestrijding van financiering van terrorisme (Terrorist Finance Tracking Programme)
• Visa (visa waiver program en ESTA);
• Cybercrime.
Nederland heeft kennis genomen van deze informatie.
Om de bescherming van mensenrechten in Europaop een nog hoger niveau te tillen hecht Nederland veel waarde aan een spoedige uitvoering van de in het Verdrag van Lissabon overeengekomen toetreding van de EU tot het EVRM en bepleit dit uit te strekken tot zoveel mogelijk van de bij het EVRM behorende protocollen. Nederland steunde dan ook – net als de andere lidstaten – het Voorzitterschap in zijn streven op korte termijn een onderhandelingsmandaat aan te nemen.
Tijdens de Raad is oriënterend gesproken over drie onderdelen van de toetreding van de EU tot het EVRM, te weten het co-respondent-mechanisme, de relatie tussen het HvJEU en het EHRM en de EU-onderhandelaar. Verschillende lidstaten, zoals Frankrijk, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, willen eerst overeenstemming over deze onderdelen voordat zij kunnen instemmen met het onderhandelingsmandaat.
Ten aanzien van het co-respondentmechanisme (een mechanisme dat de Unie het recht geeft om als als mede-gedaagde op te treden bij alle zaken waarin Unierecht inbreuk zou maken op het EVRM, ook als de klager slechts een lidstaat heeft aangesproken) konden de meeste lidstaten, waaronder Duitsland, Frankrijk en Nederland, instemmen met een vorm van een co-respondentmechanisme, maar ze gaven aan meer duidelijkheid te wensen over de concrete uitwerking van dit mechanisme.
Ten aanzien van de betrokkenheid van het HvJEU werd door veel lidstaten, zoals Luxemburg, Tsjechië en Zweden, aangegeven gewaarborgd te willen zien dat het HvJEU eerst een oordeel geeft over de geldigheid van EU-recht voordat het EHRM oordeelt.
Ten aanzien van de EU-onderhandelaar meenden de meeste lidstaten, waaronder Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, dat de Commissie als enige onderhandelaar namens de EU moet optreden.
Het Voorzitterschap concludeerde dat het noodzakelijk is de inspanningen in de Raadswerkgroep te intensiveren om brede overeenstemming over het onderhandelingsmandaat te kunnen bereiken.
Het Voorzitterschap heeft Raadsconclusies opgesteld over de juridische aspecten bij het bestrijden van economische crises en het ondersteunen van grensoverschrijdende economische activiteiten.
Deze aspecten zijn vooral gericht op het creëren van gelijke kansen voor alle economische spelers op de markt aan de hand van maatregelen op het gebied van o.m. kredietverlening, procedures in civielrechtelijke en handelszaken, intellectuele en industriële eigendom, nieuwe technologieën en strafrecht.
De voorgestelde maatregelen hebben tot doel alle economische spelers, maar in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, te laten profiteren van de voordelen van de interne markt. Ook wordt beoogd om het makkelijker te maken voor burgers om grensoverschrijdend te consumeren en dat zij hierbij op een hoog niveau van bescherming kunnen rekenen.
Alle lidstaten stemden in met de voorgestelde Raadsconclusies.
De Raad bereikte een akkoord over de Raadsconclusies, maar kon -zoals gezegd- de conclusies niet aannemen.
Tijdens de Raad werd door de Commissie voorgesteld het Europese e-Justice-portaal – waarop praktische informatie te vinden zal zijn voor burgers, juridische beroepsbeoefenaren en rechtspraak over grensoverschrijdende procedures, de organisatie van de rechtstelsels en de manier waarop bepaalde registers in andere lidstaten bevraagd kunnen worden – officieel te lanceren tijdens de eerstvolgende informele bijeenkomst van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (15–16 juli a.s.). Het portaal zal 12 000 pagina’s bevatten in 22 officiële EU-talen.
Nederland steunt de ontwikkeling van het Europese e-Justice-portaal, omdat dit portaal voor burgers, juridische beroepsbeoefenaren en rechtspraak de toegang tot justitie zal verbeteren en het justitiële optreden (alle activiteiten om een geschil te regelen of straffen uit te voeren) doeltreffender zal maken op Europees niveau.
Op 14 juli 2009 heeft Canada de visumplicht voor Tsjechische onderdanen heringevoerd. De Commissie heeft in overleg met Tsjechië geijverd voor herstel van het visumvrij reizen voor Tsjechische onderdanen naar Canada, totnogtoe zonder succes. Nederland heeft – net als de andere lidstaten – tijdens de Raad solidariteit betuigd jegens Tjechië en de Raad heeft zijn oproep aan Canada herhaald voor herstel van het visumvrij reizen.
Er waren geen onderwerpen voor dit agendapunt.
Tijdens de lunch is informeel en oriënterend gesproken over de oprichting van een Europees Openbaar Ministerie (EOM). Art. 86 VWEU geeft aan dat de Raad op de grondslag van Eurojust een EOM kan instellen ter bestrijding van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden.
De Commissie gaf aan dat in eerste instantie Eurojust moet worden versterkt, in het bijzonder door Eurojust aanvullende directe onderzoeks- bevoegdheden toe te kennen. Pas daarna kan worden gewerkt aan de oprichting van een EOM. De Commissie pleitte daarmee voor een stapsgewijze benadering.
Nederland steunde, net als enkele andere lidstaten, de Commissie in de voorgestelde stapsgewijze benadering. Deze benadering is volgens Nederland noodzakelijk om te vermijden dat gebruik zal moeten worden gemaakt van het instrument van nauwere samenwerking. Dit moet worden vermeden, want het bestrijden van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden is een belang van alle lidstaten.
Andere lidstaten vonden dat eerst meer ervaring moet worden opgedaan met Eurojust en vinden de oprichting van een EOM prematuur.
Bij een andere gelegenheid zal verder worden gesproken over een EOM.
Dit verslag is gebaseerd op de tijdens de Raad vastgestelde agenda en wijkt af van de volgorde die in de Geannoteerde Agenda (Kamerstuk 32 317, nr. D) is aangehouden.
Vanwege het grotendeels gesloten Europese luchtruim werd de Raad verplaatst van Luxemburg naar Brussel (zodat in elk geval de Permanente Vertegenwoordigers aanwezig konden zijn) en werd de Raad beperkt tot een dag.
Ook Nederland was als gevolg van de vergadering van de Ministerraad niet op ministerieel niveau vertegenwoordigd. De Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de EU heeft de honneurs waargenomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.