32 291 Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2011

De leden Sterk en Spekman hebben een nader gewijzigd amendement inzake een breed wettelijk moratorium ingediend (kamerstuk 32 291, nr. 37). Met het oog op de behandeling van het wetsvoorstel schuldhulpverlening, wil ik door middel van deze brief uw Kamer informeren over de daarbij behorende kostenraming.

Ten opzichte van het door het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR)1 beoordeelde amendement ziet het kabinet drie belangrijke aanpassingen:

  • 1. Uitsluitend het college, de facto de schuldhulpverlener, kan een moratoriumverzoek bij de Rechtbank indienen.

  • 2. Een strenge selectie aan de poort door middel van strikte voorwaarden leidt er toe dat het moratorium meer dan aanvankelijk het karakter van een ultimum remedium heeft.

  • 3. Door de voorgestelde financiering worden de kosten gelegd bij gemeenten die daadwerkelijk gebruik maken van een breed wettelijk moratorium («de gebruiker betaalt»).

In het voorgaande heeft het kabinet aanleiding gezien om de kosten van het nader gewijzigd amendement Sterk/Spekman te ramen.

Tijdens het debat over het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening van 9 maart 2011 heb ik aangegeven dat aan de invoering van een breed wettelijk moratorium extra kosten zijn verbonden tussen de € 16 tot 30 miljoen2.

Ik schat in dat het aantal verzoeken tot een moratorium op basis van het gewijzigde amendement Sterk/Spekman in de structurele situatie ruim 50003 zal bedragen in plaats van de circa 16 500 die kunnen worden verwacht bij een ongeclausuleerde toegang tot een moratorium zoals in het amendement Ulenbelt4. De totale kosten voor gemeenten komen dan uit op ongeveer € 15 miljoen in de structurele situatie. Dat is inclusief griffiekosten, kosten van procesvertegenwoordiging, kosten voor hoger beroep en de voorbereidingskosten voor gemeenten. Deze laatste kosten waren in de eerdere raming niet meegenomen.

Bij deze raming is rekening gehouden met de gegevens uit het jaarverslag 2010 van de NVVK. Uit dit jaarverslag blijkt dat het aantal aanvragen schuldhulpverlening in 2010 is toegenomen van 53 250 naar 78 986. Verwacht wordt dat het aantal aanvragen dit jaar nog enigszins zal toenemen maar dat de stijging daarna zal afvlakken.

Voor de kostendekking sluit het amendement aan bij de maatregel uit het Regeerakkoord dat de rechtspraak wordt bekostigd door degenen die daar gebruik van maken. In de toelichting op het amendement hebben de indieners aangegeven dat de bepaling inzake het moratorium gelijktijdig in werking treedt met het wetsvoorstel waarin deze maatregel wordt uitgewerkt. De kosten voor de rechterlijke macht worden in dit voorstel gefinancierd door de gebruikers.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom


X Noot
1

Notitie van het BOR d.d. 29 april 2011.

X Noot
2

Handelingen II, 2010/11, nr. 58.

X Noot
3

Dat is vergelijkbaar met het aantal van maximaal 5000 verzoeken dat de gemeente Amsterdam in haar brief van 4 april 2011 noemt (een extrapolatie naar landelijk niveau door Amsterdam op grond van het doorlichten van dossiers).

X Noot
4

II, 2010/11, 32 291, nr. 11.

Naar boven