32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT / ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONINGIN1

Vastgesteld 26 oktober 2010

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Algemeen

De leden van de fractie van het CDA hebben het wetsvoorstel met belangstelling gelezen. Zij hebben echter nog wel enkele vragen. De leden van de fractie van D66 sluiten zich bij deze vragen aan. De beantwoording ervan maakt de eindafweging van de leden van de CDA-fractie naar zij vertrouwen gemakkelijker. De CDA-fractie heeft eerder, zij het niet helemaal zonder aarzeling, ingestemd met de vervangingsregeling voor volksvertegenwoordigers zoals Kamerleden, raadsleden en leden van provinciale staten, zoals ook in de memorie van toelichting genoemd. Wat nu in het voorliggende wetsvoorstel wordt voorgesteld is wezenlijk anders. Het is een vervangingsregeling tot maximaal 48 weken voor dagelijks bestuurders die sinds de dualisering nu juist geen volksvertegenwoordigers meer zijn. Er wordt een ziekte- of zwangerschaps-/bevallingsverlof geïntroduceerd voor wethouders en gedeputeerden.

De leden van de SGP-fractie alsmede de leden van de CU-fractie hebben met belangstelling doch tevens met enigszins gemengde gevoelens van het wetsvoorstel kennis genomen. Ter verklaring van deze benadering van het wetsvoorstel verwezen deze leden naar het door hen ingenomen standpunt bij het voorstel tot verandering in de Grondwet, strekkende tot aanvulling van bepalingen inzake de verkiezing van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden in verband met de tijdelijke vervanging van hun leden wegens zwangerschap, bevalling of ziekte (Stb. 2005, 52, thans artikel 57a van de Grondwet) en de Regeling van de tijdelijke vervanging van de leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (Stb. 2006, 418 en 449). Overigens realiseren deze leden zich dat genoemde voorstellen kracht van wet hebben.

Tijdelijke vervanging

Kan de regering, gelet op de toelichting op pagina 2 van de memorie van toelichting, voorbeelden noemen van situaties waarin gedurende 16 weken geen ruimte is binnen het college om taken onderling op te vangen? De leden van de fractie van het CDA doelen hiermee op situaties waarbij noch de burgemeester noch andere wethouders het tijdelijk uitvallen van bijvoorbeeld de ziekte wethouder kunnen opvangen en uitstel van besluitvorming niet kan worden overwogen.

Wat betreft het onderhavige wetsvoorstel was de leden van de fracties van de SGP en de ChristenUnie in de nota naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2009/10, 32 209, nr. 5, p. 2) opgevallen dat de VNG het voorstel heeft bepleit met het argument dat in gemeenten waar het college bestaat uit het maximaal te benoemen aantal wethouders gedurende de afwezigheid van één of meer wethouders de stemverhouding in het college gedurende die tijd niet in overeenstemming is met de afspraken die zijn gemaakt bij de totstandkoming van het college. Deze leden, die aannemen dat de regering zich schaart achter dit argument, vragen welk gewicht moet worden toegekend aan het feit dat in de argumentatie van de VNG zo sterk de nadruk wordt gelegd op de stemverhouding in het college. Moet dit zo worden verstaan dat vervanging van het afwezige collegelid uitsluitend ten doel kan hebben om de stemverhouding te herstellen, zonder dat de taken van de afwezige wethouder door de vervanger worden overgenomen?

Verzoek om verlof

De leden van de fractie van het CDA lezen dat indien de wethouder zelf vanwege zijn ziekte niet in staat is verlof te vragen, de burgemeester dit kan doen. Maar dit kan slechts «indien de continuïteit van het gemeentelijk bestuur» dit «dringend vereist» (artikel 45, derde lid). Betekent dit, gelet op het gebonden karakter van dit type verzoeken om verlof, dat het college ter zake ten opzichte van het oordeel van de burgemeester geen ruimte toekomt om daar vanaf te wijken?

Geen ontslag maar verlof

De leden van de fractie van het CDA hebben ook nog de volgende vraag. Stel dat met betrekking tot een wethouder over wiens functioneren in de gemeenteraad zodanig ernstige bezwaren rijzen dat een motie van wantrouwen wordt overwogen. Indien de betrokken wethouder mede door deze spanningen overspannen raakt en een arts daarover ook een verklaring heeft afgegeven, dient hem tot maximaal 48 weken (3 x 16 weken) ziekteverlof te worden gegeven, zo verstaan deze leden het wetsvoorstel. Ontstaat aldus niet het risico dat de sanctionering van politieke verantwoordelijkheid onmogelijk of heel moeilijk, want op termijn gesteld wordt? Wordt het «met ziekteverlof gaan» dan niet net als dat bij veel arbeidsgeschillen en conflicten in met name het onderwijs en in de (semi-)publieke sector het geval is een alternatief om uit politieke problemen te komen? Gaarne een reactie van de regering.

Rechtspositie bestuurder

In het gemeente- en provincierecht geldt het collegialiteitsbeginsel (artikel 169 Gemeentewet en artikel 167 Provinciewet), zo constateren de leden van de fractie van het CDA. Betekent het voorliggende wetsvoorstel dat de gemeenteraad of provinciale staten na afloop van het verlof de teruggekeerde wethouder of gedeputeerde ter verantwoording kan of kunnen roepen voor wat tijdens diens verlof door de vervanger is verricht of nagelaten? Indien de raad het college (behoudens de burgemeester) tijdens het ziekteverlof vanwege een inmiddels ontstaan zwaar politiek conflict ontslaat, strekt dat ontslag zich dan ook uit tot de verlofganger?

Heeft een wethouder die met ziekteverlof is, maar die bij een punt dat hem of haar zeer aangelegen is de collegevergadering wil bijwonen, het recht om aan die specifieke beraadslaging en stemming deel te nemen indien de arts dit verantwoord oordeelt?

Is de herstelde wethouder die weer aan het werk gaat met terugwerkende kracht verantwoordelijk, financieel en anderszins (bijvoorbeeld in een raadsenquête), voor hetgeen zijn vervanger heeft gedaan of achteraf blijkt te hebben gedaan? Kan de regering hierover expliciet worden?

Kan de regering ook inzicht bieden in wat de gevolgen zijn voor de gemeentelijke, respectievelijk provinciale wachtgeldverplichtingen indien een wethouder op zwangerschaps-, bevallings- of ziekteverlof gaat en een nieuw benoemde wethouder deze bijvoorbeeld 32 of 48 weken lang in het college vervangt?

Vervanging ministers en staatssecretarissen

Het valt de leden van de fractie van het CDA op dat een vergelijkbare regeling voor bestuurders op landsniveau (ministers en staatssecretarissen) niet wordt voorgesteld. Blijkens de toelichting van de regering is dit het geval omdat het daar niet nodig is. Is dat omdat het motief «meer vrouwen in het bestuur» daar niet relevant is, of liggen hier andere gedachten achter? De aan het woord zijnde leden stellen hier een uitgebreidere motivering op prijs.

De leden van de fracties van SGP en ChristenUnie stelden vervolgens nog de vraag of de regering zou willen ingaan op de reden waarom, nu de mogelijkheid van vervanging van wethouders en gedeputeerden wordt voorgesteld, vervanging om dezelfde redenen van leden van het kabinet niet bestaat. Zijn er voorstellen op dit punt te verwachten?

Vervanging bestuurders deelgemeenten

Wat betreft dagelijks bestuurders van deelgemeenten is evenmin een voorziening getroffen, zo constateren de leden van de fractie van het CDA. Is dat zo, zo vragen deze leden, omdat de regering meent dat dit overgelaten moet worden aan de gemeenteraden van de betrokken gemeenten? Of is de regering van opvatting dat een constructie die vergelijkbaar is met de in dit wetsvoorstel geregelde constructie niet is toegestaan op deelgemeenteniveau?

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Hermans

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin,

Petter


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Meindertsma (PvdA), Eigeman (PvdA), Putters (PvdA) vicevoorzitter, Kox (SP), Ten Hoeve (OSF), Westerveld (PvdA), Engels (D66), Van Bijsterveld (CDA), Hendrikx (CDA), De Vries-Leggedoor (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD) voorzitter, Van Kappen (VVD), Schaap (VVD), K.G. de Vries (PvdA), Ten Horn (SP), Quik-Schuijt (SP), Vliegenthart (SP), De Boer (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Böhler (GroenLinks), Laurier (GL), Koffeman (PvdD) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven