32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2018

Met deze rapportage informeer ik u over de voortgang van de implementatie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Ik zal daarbij onder andere ingaan op de laatste ontwikkelingen op het pulsdossier en de invoering van verschillende voor Nederland belangrijke uitzonderingen voor de aanlandplicht.

Aanlandplicht

In de geannoteerde agenda Landbouw- en visserijraad van juni jl. (Kamerstuk 21 501–32, nr.1112) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het akkoord dat de lidstaten van de Scheveningengroep hebben bereikt over de Gezamenlijke Aanbeveling voor het Noordzee Discardplan 2019. In deze Gezamenlijke Aanbeveling zijn oplossingen voor alle belangrijke knelpunten voor de Nederlandse visserij opgenomen, met name de bijvangst van ondermaatse schol in de boomkorvisserij, maar ook uitzonderingen voor tarbot, roggen en garnalen. Zoals in de geannoteerde agenda aangegeven is de gezamenlijke aanbeveling na indiening beoordeeld door het (Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor Visserij) STECF en de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft laten weten een aantal uitzonderingen niet (volledig) te accepteren op basis van looptijd of overlevingscijfers. De voor Nederland belangrijke uitzonderingen blijven grotendeels staan, behalve de uitzondering op basis van hoge overleving voor tarbot. Ook wordt de uitzondering op basis van hoge overleving voor schol in de boomkorvisserij niet voor drie jaar maar voor één jaar afgegeven, maar deze uitzondering kan wel verlengd worden.

  • Nederland is niet gelukkig met deze wijzigingen, maar ziet ook het belang in van invoering van het discardplan per 1 januari 2019. Voor schol zal Nederland blijven inzetten op een innovatieprogramma waarin verbeteringen in selectiviteit en overleving worden nagestreefd. Ook zal de pilot Fully Documented Fisheries (FDF) worden voortgezet, maar in de eerste plaats voor een duur van één jaar, conform de duur van de uitzondering. Op basis van dit programma zal Nederland verlenging van de uitzondering aanvragen. De routekaart waarin de stapsgewijze invoering van de FDF-pilot wordt beschreven zal uiterlijk 1 november 2018 worden ingediend bij de Europese Commissie.

  • Voor tarbot wordt momenteel naar een passende oplossing gezocht met de Commissie en de andere lidstaten. Wel is het zo dat de bijvangst van deze soort in de afgelopen periode is gedaald en daarmee geen acute verstikkingssoort wordt.

  • Positief is de voorlopige goedkeuring van Europese Commissie met betrekking tot opgenomen uitzondering voor roggen voor een periode voor drie jaar, op basis van hoge overleving. Voor de Koekoekrog (Leucoraja naevus), waarvan het bestand kwetsbaar ingeschat wordt, wil de Commissie een uitzondering van één jaar in plaats van drie jaar. Ook voor de uitzondering voor roggen heeft de Europese Commissie verzocht om een routekaart waarin beschreven wordt hoe de lidstaten, stakeholders en wetenschap gezamenlijk zullen werken aan verbetering van kennis, selectiviteit en overleving. Deze zal uiterlijk 1 november 2018 worden ingediend bij de Europese Commissie.

Pulsvisserij

De voorwaarden voor de pulsvisserij zijn opgenomen in de Verordening Technische Maatregelen. Zoals bekend wordt deze verordening momenteel herzien. De triloog hierover, de onderhandelingen tussen het Europees parlement, de Raad en de Europese Commissie, is gaande. De drie instellingen hebben het tot nu toe nog niet over het onderdeel pulsvisserij gehad. De volgende bijeenkomst in het kader van de triloog is voorzien voor 4 oktober a.s., waar waarschijnlijk, naast verschillende andere onderdelen van de Verordening, pulsvisserij aan de orde komt. De Raadsvoorzitter, momenteel Oostenrijk, zal daarbij voor pulsvisserij uitgaan van de vorig jaar overeengekomen Algemene Oriëntatie van de Raad. Die geeft aan dat 5% van de boomkorvloot voorzien mag worden van het pulstuig. Nederland heeft destijds mede op aangeven van uw Kamer tegen de Algemene Oriëntatie gestemd vanwege deze te beperkte mogelijkheden voor de pulsvisserij. Een ruimere toelating is en blijft mijn inzet. Hiertoe heb ik en zal ik bij alle daartoe relevante gelegenheden pleiten voor de pulsvisserij als een innovatieve visserij die, door onderzoek ondersteund, antwoord geeft op vele uitdagingen in visserij. Er moet ruimte gegeven worden aan innovaties in de visserij en de resultaten van onderzoek moeten aan de basis liggen van de beleidsvorming. Het Europees parlement heeft echter gestemd voor een totaalverbod van de pulsvisserij. In de Raad dringt Frankrijk ook op een totaalverbod aan. Dit zet Nederland onder grote druk. Er moet rekening worden gehouden met een stevige discussie en een uitkomst die ver afwijkt van wat Nederland wenselijk vindt. Hierbij moeten we ons realiseren dat velen in het Europees parlement en in sommige lidstaten vinden dat Nederland, gezien de beperkingen in de huidige EU-regels, te voortvarend is geweest met het huidige aantal pulstoestemmingen. Ook hebben diverse betrokkenen bezwaren aangetekend tegen de toepassing van de pulstechniek dicht onder de kust, waarbij de kleinschalige kustvisserij concurrentie aangedaan zou worden. Het is nog onbekend wanneer de Raad, Europees parlement en Commissie de discussie over de verordening definitief kunnen afronden, maar zeker is dat er over het geheel van het dossier belangrijke voortgang is geboekt waardoor er nog maar enkele discussiepunten waarvan puls de belangrijkste is over zijn. De naderende verkiezingen voor het Europees parlement werpen een schaduw vooruit waardoor vele betrokkenen dit dossier graag op korte termijn willen afronden. Vanzelfsprekend zal ik de Kamer op de hoogte brengen zodra nieuwe ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

EU visserijprotocol met Marokko

Afgelopen zomer vonden onderhandelingen tussen de EU en Marokko plaats over een nieuw EU-visserijprotocol met Marokko. Het vorige vierjarige visserijprotocol tussen de EU en het Koninkrijk van Marokko is een belangrijk protocol voor de Nederlandse pelagische sector en het liep op 14 juli 2018 af. Parallel aan de onderhandelingen over het nieuwe visserijprotocol werden onderhandelingen gevoerd over een wijziging van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, zodat deze tevens van toepassing is op de wateren grenzend aan de Westelijke Sahara. Dit was nodig omdat het EU-Hof van Justitie in februari oordeelde dat de visserijpartnerschapsovereenkomst niet van toepassing is op de wateren die grenzen aan de Westelijke Sahara. Inmiddels hebben de EU en Marokko overeenstemming bereikt over een nieuwe tekst van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de EU en Marokko en het nieuwe visserijprotocol bij deze Partnerschapsovereenkomst. Naar verwachting zal de Europese Commissie de voorstellen voor Raadsbesluiten tot ondertekening (en eventuele voorlopige toepassing) en sluiting van de gewijzigde partnerschapsovereenkomst en het protocol in het najaar aan de Raad voorleggen, waarna het vervolgens aan het Europees parlement zal worden voorgelegd.

Europees Fonds Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)

Tot slot, stuur ik u als bijlage het jaarverslag EFMZV 2017 alsmede de publiekssamenvatting van het jaarverslag EFMZV 2017 toe1. In dit jaarverslag kunt u meer lezen over de Nederlandse uitvoering van EFMZV in 2017. Hieruit blijkt dat in de jaren tot en met 2017 inmiddels 49% van het programmabudget is gecommitteerd, dat wil zeggen: vastgelegd voor concrete acties. In totaal zijn 69 concrete acties (projecten of investeringen) geselecteerd. Hiervan zijn er 20 geselecteerd vanuit het proces overheidsopdrachten en 49 vanuit openstellingen. Gelukkig zie ik een toenemende belangstelling vanuit de sector om deel te nemen aan subsidieaanvragen vanuit het EFMZV.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven