32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2015

Ik kan u meedelen dat op 4 maart 2015 de Europese Commissie mij heeft geïnformeerd dat zij het Nederlandse Operationeel Programma (OP) van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) voor de periode 2014–2020 heeft goedgekeurd. Nederland behoort daarmee, samen met Letland en Oostenrijk, tot de eerste drie lidstaten met een goedgekeurd Operationeel Programma voor het EFMZV.

Voor de tekst van het goedgekeurde Operationeel Programma «Duurzaam vissen voor de markt» verwijs ik u naar de website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/visserij/europees-visserijbeleid. Omdat het Operationeel Programma digitaal bij de Europese Commissie is ingediend, is de leesbaarheid en opmaak niet optimaal. Ik zal daarom een handzame samenvatting opstellen die ik uw Kamer eveneens zal toezenden. Dit zal ik doen vóór de eerste openstelling van een subsidieregeling. Ik ben voornemens vanaf juli 2015 een regeling open te stellen voor startende jonge vissers en tevens een subsidieregeling voor innovatieprojecten met betrekking tot de aanlandplicht.

Hoofdthema's

In mijn brief van 24 juni 2014 (Kamerstuk 32 201, nr. 72) heb ik, in afstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu, uw Kamer op hoofdlijnen geïnformeerd over mijn keuzes voor de inzet van het EFMZV en de daarbij behorende budgetten. De budgetverdeling is, op een enkel detail na, identiek aan die verwoord in bovengenoemde brief.

Hoofddoelstelling van het EFMZV is het bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het hervormde Gemeenschappelijke visserijbeleid. Het fonds biedt de sector kansen om initiatieven te ontwikkelen voor de verdere verduurzaming en versterking van de concurrentiekracht van de visserij en aquacultuur. In eerdergenoemde brief heb ik aangegeven het EFMZV-instrumentarium prioritair op de volgende hoofdthema’s in te willen zetten:

  • de invoering van de aanlandplicht

  • de verdere verduurzaming van de visserij- en aquacultuur

  • de verbetering van de rendementen in de visserij- en aquacultuurketen

Daarnaast dient het EFMZV ook bij te dragen aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) en Natura 2000. Het Operationeel Programma wordt in dit kader met name ingezet voor maatregelen en onderzoek om zwerfvuil terug te dringen en het effect van onderwatergeluid op zeezoogdieren te verminderen.

Naast deze prioritaire thema’s is van belang de keuze voor het type instrumenten en maatregelen waarmee de inzet van EFMZV-middelen het meest effectief zal zijn. In genoemde brief heb ik uw Kamer aangegeven daarbij het accent te leggen op instrumenten en maatregelen die innovatie en samenwerking tussen partijen in en rond het viscluster bevorderen. Via het aanjagen van innovatie ondersteun ik ondernemers in het viscluster zich aan te passen aan de veranderende economische omstandigheden en de eisen die de samenleving stelt aan hun bedrijfsvoering. Ook via het bevorderen van samenwerkingsverbanden tussen vissers onderling, tussen vissers en de andere schakels in de keten en tussen vissers en wetenschappers draag ik hieraan bij. Tot slot zal ik de EFMZV-middelen inzetten in de vorm van investeringsmaatregelen. Het verlenen van investeringssteun zie ik als een sluitstuk van ingezette innovatie- en samenwerkingstrajecten. Zo kunnen nieuw ontwikkelde technieken en processen in de praktijk worden geïntroduceerd en uitgetest.

Niet-ontvankelijkheid

Een belangrijk punt uit het EFMZV, dat al in de Basisverordening van het Gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) is opgenomen, is de verplichting om aanvragers die betrokken zijn bij vissersvaartuigen die op de IUU-lijst staan of die serieuze inbreuken op het GVB hebben gemaakt, (tijdelijk) uit te sluiten van toegang tot het fonds. Dit betekent dat vissers die een serieuze inbreuk als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 (IUU-verordening) of in artikel 90 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (Controleverordening) hebben gemaakt in principe voor minimaal één jaar worden uitgesloten van subsidies uit het EFMZV. Een uitzondering geldt voor de ernstige inbreuken die zijn vermeld in Bijlage XXX punt 1, 2 en 5 bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 (Uitvoeringsverordening van de controleverordening). Bij laatstbedoelde inbreuken is uitsluiting van subsidies aan de orde indien in totaal 9 of meer punten zijn toegekend.

Voor aquacultuurondernemers geldt dat zij, in geval van milieuovertredingen, zoals genoemd in de artikelen 3 en 4 van de Richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (EG) nr. 99/2008, eveneens voor minimaal één jaar zijn uitgesloten van het EFMZV.

Ook na afloop van de periode waarin subsidie werd toegekend, zal een subsidie (deels) worden teruggevorderd ingeval een begunstigde gedurende een periode van vijf jaar opnieuw een serieuze inbreuken of overtredingen begaat.

Het is daarom van groot belang dat vissers en aquacultuurondernemingen de regels naleven. Het niet-naleven kan grote gevolgen hebben voor het verkrijgen van EFMZV-subsidies of kan leiden tot terugvordering.

Nationaal Strategisch Plan Aquacultuur

Ter voorbereiding op het OP EFMZV heb ik een Nationaal Strategisch Plan Aquacultuur opgesteld die ik u hierbij aanbied1. De conclusie hieruit is dat in Nederland voor zowel de viskweek als voor de schelpdiersector er kansen liggen, met name in de volgende richtingen:

  • Primaire productie van hoogwaardige soorten bestemd voor niche- en speciale markten en het toevoegen van waarde aan vis/schelpdier producten

  • Nieuwe/innovatieve kweeksystemen zoals aquaponics, zilte teelten op land, Multi-used platforms op zee etc.

  • Ontwikkelen en vermarkten van kennis van (innovatieve) kweektechnieken, verbeterd uitgangsmateriaal en verbeterde voeding.

  • De aanwezigheid van toeleverende bedrijven zoals systeembouwers, voederindustrie, genetisch verbeterd uitgangsmateriaal en kennis op het gebied van logistiek en distributie.

  • Het zoeken naar nieuwe productiegebieden voor schelpdierkweek en optimalisatie van bestaande kweekgebieden.

  • Het verbeteren van het kweekrendement schelpdieren (o.a. door het verbeteren van c.q. innovatie in de bodem en «off bottom»-productie)

Ten slotte

Met de goedkeuring van het EFMZV en de beschikbaarheid van € 129 miljoen tot aan 2020 is het mijn inzet de visserij- en aquacultuursector de komende jaren perspectief te bieden op «duurzaam vissen voor de markt».

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven