32 163 Verhoging AOW-leeftijd

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2023

Het kabinet vindt het belangrijk om goed zicht te blijven houden op de effecten van de verhoging van de AOW-leeftijd. In de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting van artikel 8 Oudedagsvoorziening is daarom aan uw Kamer gemeld dat de monitor AOW-leeftijdsverhoging zou worden herhaald1.

Bijgaand ontvangt u de vierde editie van de monitor AOW-leeftijdsverhoging. Uit het onderzoek blijkt, net zoals uit de derde editie van de monitor, dat de verhoging van de AOW-leeftijd leidt tot een stijging van de arbeidsparticipatie van ouderen. Tegelijkertijd wordt er geen toename geobserveerd in het percentage mensen dat een uitkering ontvangt en heeft de verhoging van de AOW-leeftijd geen significant effect op de gezondheid van mensen. Deze uitkomsten komen overeen met de bevindingen uit een eerder onderzoek van het RIVM dat laat zien dat de gezondheid van ouderen redelijk stabiel is en op de lange termijn zelfs nog iets kan verbeteren2.

In deze editie van de monitor zijn voor het eerst analyses gedaan die meten of het causale effect van de leeftijdsverhoging op pensioen, arbeidsparticipatie en verschillende uitkeringen verschilt naar de automatiseringskansen van beroepen. Hieruit blijkt dat er een grote kans is dat de vroegpensioenregelingen ervoor zorgden dat mensen met een beroep met hoge kans op automatiseren eerder uittreden dan degenen met een beroep met lage automatiseringskans. Voor mensen met een hogere AOW-leeftijd is dit verschil namelijk verdwenen.

De vijfde editie wordt naar verwachting begin volgend jaar opgeleverd.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 30 982, nr. 54.

X Noot
2

Gezondheid en arbeidsparticipatie rond de AOW-leeftijd, verwachte ontwikkelingen tot 2040, RIVM, 2020.

Naar boven