32 156 Monumentenzorg

30 844 Regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

30 938 Aanpassing van een aantal wetten met het oog op de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening alsmede regeling van overgangsrecht (Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening)

31 345 Wijziging van de Monumentenwet 1988 in verband met onder meer beperking van de ministeriële adviesplicht bij aanvragen om een monumentenvergunning

B1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2011

Op 21 december 2010 heb ik uw Kamer een onderzoeksrapport gestuurd (Kamerstuk 32 156, nr. 26) over de vraag in hoeverre gemeenten gereed zijn voor de veranderende rol en taken als gevolg van de Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg. Met andere woorden: in hoeverre zijn gemeenten «MoMo-proof»? Dit als antwoord op de zorgen die er in de samenleving en bij uw Kamer leven over capaciteit en kennis bij gemeenten op het gebied van monumentenzorg. Bij de aanbieding van dit onderzoeksrapport heb ik aangegeven een groot deel van de aanbevelingen van onderzoeksbureau AEF over te nemen door te investeren in kennisoverdracht aan en ondersteuning van gemeenten. Een van de concrete maatregelen daartoe is de Handreiking Erfgoed en Ruimte.

In de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (Kamerstuk 32 156, nr. 2, vergaderjaar 2009–2010) wordt ruim aandacht besteed aan de inbedding van cultuurhistorische waarden in de ruimtelijke ordening. Eén van de maatregelen op dit gebied is de aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), die naar verwachting per 1 juli aanstaande in werking zal treden. Gemeenten moeten als gevolg hiervan bij het opstellen van bestemmingsplannen aangeven hoe ze met hun erfgoed omgaan. Dat lijkt eenvoudig, maar het vereist inzicht in het aanwezige erfgoed, en kennis over hoe je daar in het ruimtelijke proces mee om kan gaan. Om gemeenten te ondersteunen bij deze opdracht heb ik een (digitale) Handreiking Erfgoed en Ruimte laten maken die voor iedereen toegankelijk is via www.cultureelerfgoed.nl/handreikingerfgoedenruimte. Ter informatie treft U tevens een brochure aan ter introductie van de handreiking.

De handreiking is tot stand gekomen met een brede inzet van partijen en deskundigen uit zowel de wereld van het erfgoed als de ruimtelijke ordening zoals VNG, IPO, Federatie Grote Monumentengemeenten, Convent van Gemeentearcheologen, NEPROM, BNSP en (N)LTO. Daarnaast hebben vele gemeenten en adviesbureaus op het gebied van zowel ruimtelijke ordening als cultuurhistorie meegedacht en bijgedragen. Vanuit het Rijk zijn naast de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ook de ministeries van I&M en EL&I betrokken. De handreiking is opgesteld door Novioconsult.

De Handreiking Erfgoed en Ruimte biedt een breed scala aan werkwijzen en methoden. Het is ook niet zo dat er maar één goede manier van omgang met erfgoed is. Gemeenten hebben zelf de ruimte om hun eigen route te kiezen. De handreiking is dan ook geen voorschrift maar legt de nadruk op repertoire en geeft goede voorbeelden.

Het is mijn voornemen om de handreiking de komende jaren verder te ontwikkelen en van nieuwe informatie en kennis te voorzien. Dit zal – net als bij de totstandkoming van de handreiking – gebeuren in open dialoog en wisselwerking met het veld om de handreiking zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de behoefte en vragen vanuit dat veld. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal de uitvoering hiervan ter hand nemen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Halbe Zijlstra


XNoot
1

De letter B heeft alleen betrekking op 32 156.

Naar boven