32 156 Monumentenzorg

Nr. 32 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2012

Aan uw Kamer is een notitie toegezegd over het onderwerp «restauratieopleidingstrajecten».

Deze notitie treft u bijgaand aan.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra

Notitie «restauratieopleidingstrajecten»

Inleiding

Een belangrijk uitgangspunt van de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg is het bevorderen van de kwaliteit van restauraties. Daarvoor zijn verschillende trajecten ingezet.

Door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wordt sinds 2009 het meerjarig programma Restauratiekwaliteit uitgevoerd, met als doel het waarborgen en waar nodig verbeteren van de uitvoeringskwaliteit van onderhoud en restauratie van monumenten. Het programma richt zich op het:

  • opstellen van breed geaccepteerde kwaliteitsnormen in de uitvoeringsbranche.

  • stimuleren en ondersteunen van erkenning (certificering) van marktpartijen.

  • bevorderen dat opdrachten worden verleend op basis van een compleet restauratie- of onderhoudsplan waarin wordt verwezen naar kwaliteitsnormen.

  • toegankelijk maken voor de monumentensector van kwaliteitsnormen, uitvoeringsrichtlijnen en werkomschrijvingen.

Bij brief van 24 november 2010 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 156, nr. 24).

Ook in de brief van 11 september 2011 over de voornemens van de restauratiesubsidies voor rijksmonumenten, wordt aandacht besteed aan het onderwerp van de restauratiekwaliteit (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 156, nr. 31). In deze brief is de verplichting aangekondigd om de restauratiewerkzaamheden uit te laten voeren volgens de door de beroepsgroep vastgestelde normen. Op dit moment wordt nog onderzocht op welke wijze dat het beste vorm kan krijgen. De stichting Erkenningsregelingen Restauratie Monumenten (ERM)is in opdracht van de rijksdienst begonnen met het opstellen van die normen en een wijze van aanpak om bedrijven te laten aantonen dat ze aan die normen voldoen.

Opleiding van vakmensen

Een ander aspect van het onderwerp restauratiekwaliteit betreft het vakmanschap op de steiger. Het behoud van vakmanschap en het op goede wijze doorgeven van vakkennis en vaardigheden is van essentieel belang voor de toekomst van onze monumenten. Daarom moeten we er voor zorgen dat jonge vakmensen enthousiast gemaakt worden voor het restauratievak en goed worden opgeleid. Of het nu gaat om timmerlieden, metselaars, schilders, stukadoors, smeden of steenhouwers, het restauratievak vraagt specifieke kennis en vaardigheden die vooral in de praktijk wordt opgedaan. We zijn dan ook gebaat bij ervaren leermeesters en bedrijven die leerwerkplekken bieden en die oog hebben voor het opleiden.

In de Beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg is aangekondigd dat de Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed in overleg met branches, ROC’s en andere betrokkenen nadere voorstellen formuleert voor de opleiding van vakmensen. Dit advies zal naar verwachting na de zomer van 2012 beschikbaar zijn.

Ten aanzien van een drietal maatregelen kan duidelijkheid worden geboden.

1. Subsidiëring Vereniging Restauratieopleidingsprojecten Nederland (ROP)

Deze vereniging heeft een (concept-)beleidsplan 2013–2016 gepresenteerd. Dit plan is medio maart 2012 besproken met de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed. De kerntaken van de ROP’s zijn het:

  • creëren van opleidingsplaatsen voor leerlingen in de restauratie;

  • interesseren van leerlingen voor een opleiding in de restauratie;

  • koppelen van leerlingen aan een opleidingsplaats;

  • volgen van de leerling op de werkplek met als doel een voorspoedige afronding van de opleiding.

De analyse die de Vereniging ROP Nederland maakt van de huidige situatie is overtuigend. De crisis in de bouw maakt het nodig om juist nu alert te zijn op de instroom van nieuwe vakmensen. Vandaar dat het een goede zaak is om de subsidierelatie met de Vereniging ROP Nederland voor de komende vier jaar te bestendigen. Het door de vereniging gepresenteerde beleidsplan vormt daarvoor een goede basis. De subsidie bedraagt € 200 000 per jaar. De andere financiers zijn het O&O-fonds in de bouw en de provincies.

2. Impuls aan «Topopleidingen in de Restauratie»

Naast de opleiding tot restauratieambachtsman (via ROP’s) is er behoefte aan een opleiding tot restauratiemedewerker. Deze is bestemd voor medewerkers die als kaderfunctionaris werkzaam zijn bij restauratiebedrijven, restauratiearchitecten, monumentengemeenten, monumentenwacht etc. Deze opleiding wordt aangeboden op twee plaatsen (Almelo en Den Bosch) en voorziet in een landelijke behoefte. Tezamen met een brede vertegenwoordiging uit het veld hebben beide ROC’s een projectplan opgesteld voor het omvormen van de opleiding tot een topopleiding «Restauratie» voor middenkaderpersoneel MBO niveau 4.

De projectpartners (vertegenwoordigers van overheden, werkgevers en onderwijs) willen op korte termijn deze opleiding inrichten. De opleiding zal de huidige instroom vanuit de branche (veelal werkenden met ervaring) de mogelijkheid bieden zich in deeltijd te professionaliseren.

Gelet op de beleidsdoelen zoals hierboven geschetst is het wenselijk om eenmalig een impuls te geven aan dit initiatief door middel van een financiële bijdrage in de aanloopkosten (€ 130 000). Het voorliggende projectplan, dat breed wordt gedragen, biedt daarvoor een goede basis.

3. Afspraken met provincies en het Nationaal Restauratiefonds

Op 5 maart jl. zijn in het Provinciehuis van Noord-Holland de bestuurlijke afspraken tussen het Interprovinciaal overleg (namens 12 provincies) en de Staatsecretaris voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ondertekend over de restauratie van rijksmonumenten en het ruimtelijk beleid voor het erfgoed. Dit document bevat ook de afspraken over de samenwerking tussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de provincies met betrekking tot de kwaliteit van het restauratieproces. Onder meer is afgesproken dat bij de uitvoering van restauraties aandacht is voor de opleiding van vakmensen door middel van het creëren van leerwerkplekken. Dit kan als verplichting bij de subsidievoorwaarden worden opgenomen.

Met het Nationaal Restauratiefonds vindt overleg plaats om dit op een vergelijkbare wijze te regelen bij het verstrekken van restauratiefondshypotheken.

Naar boven