32 150 Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet, houdende maatregelen tot opsporing en verzekering van personen die ondanks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben en beperking van het aantal zorgverzekeringen tot één per verzekeringsplichtige (opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering)

G BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2012

In mijn brief van 18 februari 2011 (Kamerstukken I, 2010/11, 32 150, E) heb ik u geïnformeerd over de grote lijnen van mijn voornemens om de in de «Wet opsporing» voorziene maatregelen aan te vullen met activiteiten die door gemeenten kunnen worden ontwikkeld bij de inschrijving van nieuwgeborenen en immigranten. Vanuit uw Kamer is naar voren gebracht gemeenten een rol te laten spelen bij het sluiten van een zorgverzekering voor de genoemde groepen.

Ik heb uw Kamer toegezegd de mogelijkheden te onderzoeken hoe gemeenten burgers kunnen faciliteren bij het sluiten van een zorgverzekering en ter zake in samenwerking met enkele gemeenten een pilot te organiseren. Daarbij is ook de mogelijkheid geopperd om bij aangifte of inschrijving een formulier te laten ondertekenen waarmee de gemeente toestemming wordt verleend een zorgverzekering voor betrokkene te sluiten.

Hierover is in het voorjaar van 2011 ambtelijk overleg geweest met de gemeenten Amsterdam, Enschede, Naarden en Rotterdam. Uit dit overleg is naar voren gekomen dat de voorlichting die bij inschrijvingsbalies voorhanden is en die gemeenten verstrekken aan mensen die zichzelf of hun kinderen inschrijven, afdoende is om het belang van het sluiten van een verzekering onder de aandacht van de verzekeringsplichtige te brengen.

Uit de reactie bleek dat een pilot als hierboven bedoeld, naast de al bestaande activiteiten, niet werd gezien als een activiteit met toegevoegde waarde.

De in mijn vorengenoemde brief geopperde mogelijkheid om de (ouder van de) verzekeringsplichtige een formulier te laten invullen waarmee hij de gemeente toestemming verleent om een zorgverzekering te sluiten, bleek bovendien een aantal juridische belemmeringen en praktische bezwaren met zich te brengen.

In plaats daarvan is in overleg met gemeenten er voor gekozen de pilot vorm te geven door nieuw voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen en ruim beschikbaar te stellen. Gemeenten zouden op hun beurt bij nieuwe inschrijvingen actief wijzen op de verzekeringsplicht en flyers ter hand stellen.

De flyer «Baby geboren? Vergeet de zorgverzekering niet!» roept jonge ouders op hun pasgeboren kind aan te melden bij een zorgverzekeraar en is in een oplage van 50 000 exemplaren gedrukt. De flyer «Nieuw in Nederland? Regel uw zorgverzekering binnen vier maanden!» informeert nieuwkomers over de verplichte zorgverzekering en is in een oplage van 25 000 exemplaren gedrukt.

Deze flyers1 (zie bijlagen) zijn verstuurd naar alle gemeenten van Nederland, met het verzoek om mee te werken aan het terugdringen van het aantal onverzekerden. Van de mogelijkheid om na te bestellen is veel gebruik gemaakt, wat erop duidt dat gemeenten gehoor hebben gegeven aan de oproep.

Op 1 augustus 2011 heb ik uw Kamer de VWS-verzekerdenmonitor 2011 toegezonden. In deze monitor heb ik u geïnformeerd over de voorlichtingscampagne in het kader van de inwerkingtreding van de Wet Opsporing en over de doelgroepgerichte voorlichting aan immigranten en, mede gelet op het debat met uw Kamer, de specifiek ontwikkelde voorlichting voor gezinnen met kinderen. Het voorlichtingsmateriaal dat op dat moment al beschikbaar was voor arbeidsmigranten is na de inwerkingtreding van de wet vernieuwd en in grote getale uitgezet bij gemeenten.

De specifiek op gezinnen gerichte voorlichting is, mede naar aanleiding van de uitkomsten van de gesprekken met de gemeenten, nadrukkelijk ook verstuurd naar dienstverlenende instanties die veel te maken hebben met gezinnen met kinderen, waaronder consultatiebureaus en huisartsenposten.

Ik heb uw Kamer bij die gelegenheid medegedeeld dat de uitvoering van de Wet Opsporing goed verloopt. Thans kan ik u bevestigen dat de inspanningen die zijn gericht op het tegengaan van onverzekerde verzekeringsplichtigen, duidelijk hun vruchten afwerpen.

Het overgrote deel van de mensen die een eerste aanschrijving ontvingen, heeft zich inmiddels verzekerd. Volgens de gegevens van het CVZ is het aantal onverzekerden gereduceerd tot ruim 48 000 personen (eind januari 2012). Dit is een afname van zo’n 110 000 onverzekerden. De nog resterende onverzekerden hebben een eerste aanschrijving ontvangen, boetes gekregen of worden ambtshalve ondergebracht bij een verzekeraar.

Als gevolg van alle inspanningen die in het kader van de Wet Opsporing zijn verricht, waaronder een intensieve mediacampagne, uitgebreide voorlichtingsactiviteiten en de mogelijkheid van de boeteoplegging als dwangmiddel, is het aantal onverzekerden aanzienlijk teruggelopen. Deze cijfers stemmen mij positief over de verdere afname van het aantal onverzekerden.

De voorlichtingsactiviteiten voor nieuwe onverzekerde verzekeringsplichtigen, waarvan er per maand zo’n 5000 instromen, zullen worden voortgezet. Daartoe heb ik ook voor 2012 financiële middelen gereserveerd. Daarnaast zal ik, zoals ik in mijn brief van 4 november 2011 inzake de evaluatie van de wanbetalersmaatregelen heb geschreven, de gemeenten in het kader van de activiteiten in het wanbetalersdossier verzoeken hun burgers te blijven wijzen op het belang van het sluiten van een zorgverzekering.

Ik stel mij voor uw Kamer bij gelegenheid van de VWS-verzekerdenmonitor, die in de zomer verschijnt, nader te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de opsporing van onverzekerde verzekeringsplichtigen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. .........

Naar boven