32 140 Herziening Belastingstelsel

Nr. 98 MOTIE VAN HET LID EPPINK C.S.

Voorgesteld 8 juli 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aangenomen motie-Bashir (34 302, nr. 97) in 2015 al opriep om niet het fictieve maar het werkelijke rendement op inkomsten uit box 3 te belasten;

overwegende dat het kabinet-Rutte III in zijn regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst voornemens was «een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement» uit te werken;

constaterende dat er tot dusver geen resultaten zijn geboekt om het box 3-stelsel te hervormen opdat burgers enkel over hun werkelijke rendement belast worden;

constaterende dat Staatssecretaris Vijlbrief de aanpassing van box 3 aan een volgend kabinet wil overlaten;

verzoekt het kabinet, alsnog vóór het einde van 2021 werk te maken van het hervormen van het box 3-stelsel, zodat burgers in 2022 enkel belast worden over hun werkelijke rendement uit spaarvermogen op de bank, en niet over een veel hoger percentage door een fictief rendement;

verzoekt het kabinet, een voorstel hiervoor op te nemen in het Belastingplan 2022,

en gaat over tot de orde van de dag.

Eppink

Ephraim

Stoffer

Van der Plas

Naar boven