nr. 51
AMENDEMENT VAN DE LEDEN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK EN SAMSOM
Ontvangen 12 november 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 3.8, onderdeel B, onderdeel 1, wordt als volgt gewijzigd:
I
Onderdeel b komt te luiden:
Er wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het beheerplan kan zulks ook
doen ten aanzien van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen
categorieën projecten en andere handelingen van nationaal belang in het
gebied en daarbuiten.
II
Onderdeel c vervalt.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de verplichting om projecten of handelingen
van nationaal belang op te nemen in het beheerplan terug te brengen tot een
mogelijkheid om dergelijke projecten op te nemen in het beheerplan.
Het verplicht opnemen van projecten van nationale betekenis brengt verschillende
nadelen met zich mee. Het bevoegd gezag (in veel gevallen de provincie) wordt
hierdoor verplicht nationale projecten te toetsen, een verantwoordelijkheid
die eerst bij het Rijk lag. Dit toetsen is niet alleen een zware last vanwege
de grootte van die projecten, maar ook omdat toetsing plaats moet vinden op
het moment dat er een nieuw beheerplan moet worden opgesteld, in plaats van
op het moment waarop alle details van het project bekend zijn en toetsing
echt mogelijk is. Verplichte opname in het beheerplan zal leiden tot het tussentijds
aanpassen van beheerplannen. Daar zijn lokale betrokkenen niet bij gebaat.
Alle belanghebbenden moeten immers weer aan tafel schuiven om te zorgen dat
hun belangen voldoende verankerd blijven. Bovendien is er een aanzienlijk risico dat de betrokkenen bij het beheerplan, in casu de gebruikers
in het gebied, nadelen ondervinden van deze verplichting. Immers, in het beheerplan
zullen corrigerende maatregelen getroffen moeten worden om het project mogelijk
te maken zonder dat de instandhoudingsdoelen in gevaar komen.
In de oude situatie zou er voor het nationaal project een vergunning worden
aangevraagd, waarbij in het project zelf gecorrigeerd of gecompenseerd wordt
voor eventuele negatieve effecten. De last ligt dus vooral bij het nationale
project, en veel minder bij de overige gebruikers.
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Samsom