nr. 41
AMENDEMENT VAN HET LID KOOPMANS
Ontvangen 12 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, vervalt: , en vervalt met ingang
van 1 januari 2014.
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Deze wet vervalt met ingang van 1 januari 2014, met uitzondering
van hoofdstuk I, afdeling 2 tot en met 4.
Toelichting
De in de wet voorgestelde wijzigingen tot 2014, specifiek op het gebied
van:
* het passeren van gebreken indien belanghebbenden daardoor niet
zijn benadeeld (ook opgenomen in het voorstel wijziging bestuursprocesrecht
dat naar verwachting in 2012 ingevoerd wordt)
* het regelen van het relativiteitsvereiste (idem)
* het verlengen van de houdbaarheid van onderzoeken die ten grondslag
liggen aan een besluit
* beperking van het beroepsrecht van decentrale overheden
* uitsluiten van pro-forma beroepschriften en verplichting tot het
doen van een uitspraak door de administratieve rechter binnen 6 maanden na
afloop beroepstermijn
* aanpassen van de MER-plicht door afschaffen van verplicht alternatievenonderzoek
en advisering door de commissie MER bij projecten
* van toepassing verklaren van de lex silencio positivo op aanvragen
om een aanlegvergunning
zijn verbeteringen die natuurlijk niet in strijd zijn met geldend recht
zoals het verdrag van Aarhus en Europese richtlijnen, anders hadden ze in
deze wet ook niet gekund. Om overgangsproblemen te voorkomen, ligt het voor
de hand dit permanent te doen. Dit amendement voorziet daarin.
Koopmans