nr. 28
AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK C.S.
Ontvangen 10 november 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
De titel van afdeling 7 van hoofdstuk 2 komt als volgt te luiden:
AFDELING 7 VERSNELDE UITVOERING VAN LOKALE EN (BOVEN)REGIONALE PROJECTEN
MET NATIONALE BETEKENIS
II
In artikel 2.18 wordt het laatste deel van de volzin, luidende «,
aangewezen lokale projecten met nationale betekenis.» vervangen door:
, aangewezen lokale en (boven)regionale projecten met nationale betekenis.
III
In artikel 2.19, eerste lid, wordt «krachtens artikel 2.18 aangewezen
project» vervangen door: krachtens artikel 2.18 aangewezen lokaal project
met nationale betekenis
IV
Na artikel 2.19 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.19a
1. Ten aanzien van een krachtens artikel 2.18 aangewezen (boven)regionaal
project met nationale betekenis stellen provinciale staten een structuurvisie
als bedoeld in artikel 2.2, eerste of derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening
vast.
2. Voor de projecten als bedoeld in het eerste lid, is deze afdeling
van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
In dit amendement wordt afdeling 7 verruimd met de categorie (boven)regionale
projecten met nationale betekenis. Aan de ene kant wordt hierdoor voorkomen
dat dergelijke projecten tussen wal en schip raken. Aan de andere kant komen
de extra mogelijkheden (ten opzichte van bestaande wettelijke bevoegdheden
voor provincies om medewerking van andere overheden te vorderen) die deze
afdeling biedt voor versnelde uitvoering van belangrijke provinciale projecten
binnen het bereik van provincies. In het wetsvoorstel is deze benadering al
gevolgd, waar afdeling 6 van hoofdstuk 2 tevens aan de provincies ter toepassing
beschikbaar is gesteld (nota van wijziging, artikel 2.10a).
Met deze toevoeging ontstaat een consistent geheel van provinciale bevoegdheden
met betrekking tot hoofdstuk 2: afdeling 1, 6 en 7, zoals dit ook voor gemeenten
geldt.
Wiegman-van Meppelen Scheppink
Koopmans
Samsom