32 127
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)

nr. 125
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 78

Ontvangen 17 november 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3, onder a, komt te luiden:

a. de onderdelen E, onder 2, G, H en I.

2. Onderdeel 3, onder b, komt te luiden:

b.  in onderdeel S vervallen de onderdelen 1, 3, 4 en 5,.

3. Onderdeel 3, onder c, komt te luiden:

c. de onderdelen U en Y vervallen.

II

Artikel 3.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel aA komt te luiden:

aA

Artikel 3.7, zesde lid, komt te luiden:

6. In afwijking van het vijfde lid, eerste volzin, vervalt in gevallen als bedoeld in artikel 3.13 een voorbereidingsbesluit indien niet binnen vier jaar nadat een ontwerp van een bestemmingsplan waarbij dat besluit is ingepast ter inzage is gelegd.

2. Onderdeel bA komt te luiden:

bA

Artikel 3.13 komt te luiden:

Artikel 3.13

1. Binnen vier jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden, leggen burgemeester en wethouders een ontwerp voor een bestemmingsplan overeenkomstig het projectbesluit ter inzage.

2. In afwijking van het eerste lid kan de gemeenteraad binnen een jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden toepassing geven aan artikel 3.38.

3. De bevoegdheid tot het invorderen van rechten door de gemeente terzake van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het projectbesluit, wordt opgeschort tot het tijdstip waarop dat besluit langs elektronische weg beschikbaar is gesteld, overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels. Deze bevoegdheid vervalt indien het besluit niet binnen twee maanden op de voorgeschreven wijze beschikbaar is gesteld.

3. Onderdeel cA komt te luiden:

cA

In artikel 3.14 wordt «artikel 3.13, eerste en tweede lid,» vervangen door: artikel 3.13, eerste lid,.

4. Onderdeel dA komt te luiden:

dA

Artikel 3.40 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «artikel 3.13, eerste , tweede en vierde lid,» vervangen door: artikel 3.13.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Artikel 3.13, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

5. De onderdelen eA en Aa vervallen.

6. De onderdelen Da, Db en Dc vervallen.

III

Artikel 3.24a wordt als volgt gewijzigd:

1.  Onderdeel A komt te luiden:

A

Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Binnen vier jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning waarbij, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het geldende bestemmingsplan wordt afgeweken, leggen burgemeester en wethouders een ontwerp van een bestemmingsplan ter inzage waarin het betrokken project overeenkomstig is ingepast.

2. Het derde lid vervalt.

2. Onderdeel B komt te luiden:

B

In artikel 3.14 wordt «projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10» vervangen door «omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid,» en wordt «het projectbesluit» vervangen door «die omgevingsvergunning».

3. Onderdeel C vervalt.

4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

E

Artikel 3.40 komt te luiden:

Artikel 3.40

1. Binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van de geldende beheersverordening wordt afgeweken, stelt de gemeenteraad een beheersverordening vast waarin het betrokken project overeenkomstig is ingepast of besluit hij tot overeenkomstige toepassing van artikel 3.13.

2. Binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid die is verleend ten behoeve van een project van provinciaal belang wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan artikel 3.27.

3. Binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid die is verleend ten behoeve van een project van nationaal belang geeft Onze Minister overeenkomstige toepassing aan artikel 3.29.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd de verplichting in stand te houden om – in geval van een projectbesluit – het bestemmingsplan daar binnen redelijke termijn aan te passen. Het ontwerp bestemmingsplan dient ter inzage te worden gelegd. Vervolgens dient de bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden. Het is in het belang van de eigenaren, bewoners en gebruikers van het vastgoed alsmede van omwonenden dat er zo snel mogelijk een bestemmingsplan komt met de voor hen van belang zijnde bepalingen over gebruik en bouwmogelijkheden. Een snellere procedure zorgt voor het sneller onherroepelijk worden van een bestemmingsplan, waardoor sneller zekerheid voor betrokkenen verkregen wordt. Aansluitend bij de huidige regeling in de Wro waar – in geval van meer projectbesluiten binnen één bestemmingsplangebied – het bestemmingsplan binnen vier jaar moet worden aangepast, regelt dit amendement ook bij één projectbesluit dat binnen (maximaal) vier jaar een nieuw ontwerp bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Door de elektronische beschikbaarstelling van het projectbesluit via RO-online wordt de kenbaarheid voor burgers gegarandeerd. Hierdoor is het mogelijk ook leges te heffen binnen de genoemde 4 jaar.

Tevens is voorzien in de doorwerking van de wijziging van dit artikel in de artikelen die betrekking hebben op de tekst van de Wro zoals die komt te luiden na inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Naar boven