nr. 125
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 78
Ontvangen 17 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 3.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 3, onder a, komt te luiden:
a. de onderdelen E, onder 2, G, H en I.
2. Onderdeel 3, onder b, komt te luiden:
b. in onderdeel S vervallen de onderdelen 1, 3, 4 en 5,.
3. Onderdeel 3, onder c, komt te luiden:
c. de onderdelen U en Y vervallen.
II
Artikel 3.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel aA komt te luiden:
aA
Artikel 3.7, zesde lid, komt te luiden:
6. In afwijking van het vijfde lid, eerste volzin, vervalt in gevallen
als bedoeld in artikel 3.13 een voorbereidingsbesluit indien niet binnen vier
jaar nadat een ontwerp van een bestemmingsplan waarbij dat besluit is ingepast
ter inzage is gelegd.
2. Onderdeel bA komt te luiden:
bA
Artikel 3.13 komt te luiden:
Artikel 3.13
1. Binnen vier jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden,
leggen burgemeester en wethouders een ontwerp voor een bestemmingsplan overeenkomstig
het projectbesluit ter inzage.
2. In afwijking van het eerste lid kan de gemeenteraad binnen een
jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden toepassing geven
aan artikel 3.38.
3. De bevoegdheid tot het invorderen van rechten door de gemeente
terzake van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband
houden met het projectbesluit, wordt opgeschort tot het tijdstip waarop dat
besluit langs elektronische weg beschikbaar is gesteld, overeenkomstig de
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels. Deze bevoegdheid
vervalt indien het besluit niet binnen twee maanden op de voorgeschreven wijze
beschikbaar is gesteld.
3. Onderdeel cA komt te luiden:
cA
In artikel 3.14 wordt «artikel 3.13, eerste en tweede lid,»
vervangen door: artikel 3.13, eerste lid,.
4. Onderdeel dA komt te luiden:
dA
Artikel 3.40 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «artikel 3.13, eerste , tweede en
vierde lid,» vervangen door: artikel 3.13.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Artikel 3.13, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
5. De onderdelen eA en Aa vervallen.
6. De onderdelen Da, Db en Dc vervallen.
III
Artikel 3.24a wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel A komt te luiden:
A
Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Binnen vier jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning
waarbij, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°,
van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van het geldende bestemmingsplan
wordt afgeweken, leggen burgemeester en wethouders een ontwerp van een bestemmingsplan
ter inzage waarin het betrokken project overeenkomstig is ingepast.
2. Het derde lid vervalt.
2. Onderdeel B komt te luiden:
B
In artikel 3.14 wordt «projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10»
vervangen door «omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.13, eerste
lid,» en wordt «het projectbesluit» vervangen door «die
omgevingsvergunning».
3. Onderdeel C vervalt.
4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
Artikel 3.40 komt te luiden:
Artikel 3.40
1. Binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning
waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°,
van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van de geldende beheersverordening
wordt afgeweken, stelt de gemeenteraad een beheersverordening vast waarin
het betrokken project overeenkomstig is ingepast of besluit hij tot overeenkomstige
toepassing van artikel 3.13.
2. Binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning
als bedoeld in het eerste lid die is verleend ten behoeve van een project
van provinciaal belang wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan artikel
3.27.
3. Binnen een jaar na het onherroepelijk worden van een omgevingsvergunning
als bedoeld in het eerste lid die is verleend ten behoeve van een project
van nationaal belang geeft Onze Minister overeenkomstige toepassing aan artikel
3.29.
Toelichting
Met dit amendement wordt beoogd de verplichting in stand te houden om –
in geval van een projectbesluit – het bestemmingsplan daar binnen redelijke
termijn aan te passen. Het ontwerp bestemmingsplan dient ter inzage te worden
gelegd. Vervolgens dient de bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden. Het
is in het belang van de eigenaren, bewoners en gebruikers van het vastgoed
alsmede van omwonenden dat er zo snel mogelijk een bestemmingsplan komt met
de voor hen van belang zijnde bepalingen over gebruik en bouwmogelijkheden.
Een snellere procedure zorgt voor het sneller onherroepelijk worden van een
bestemmingsplan, waardoor sneller zekerheid voor betrokkenen verkregen wordt.
Aansluitend bij de huidige regeling in de Wro waar – in geval van meer
projectbesluiten binnen één bestemmingsplangebied – het
bestemmingsplan binnen vier jaar moet worden aangepast, regelt dit amendement
ook bij één projectbesluit dat binnen (maximaal) vier jaar een
nieuw ontwerp bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Door de elektronische
beschikbaarstelling van het projectbesluit via RO-online wordt de kenbaarheid
voor burgers gegarandeerd. Hierdoor is het mogelijk ook leges te heffen binnen
de genoemde 4 jaar.
Tevens is voorzien in de doorwerking van de wijziging van dit artikel
in de artikelen die betrekking hebben op de tekst van de Wro zoals die komt
te luiden na inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(Wabo).
Wiegman-van Meppelen Scheppink