nr. 107
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER HAM TER VERVANGING
VAN DAT GERUKT ONDER NR. 79
Ontvangen 16 november 2009
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 3.8, onderdeel Ia, wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 19kd wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het eerste lid, onderdeel b, is uitsluitend van toepassing, indien:
a. het bevoegd gezag een beleidsregel heeft vastgesteld en gepubliceerd
over het opleggen van verplichtingen als bedoeld in artikel 19ke, tweede lid,
onderdeel a of b, aan degenen die de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde
handelingen verrichten, of
b. verplichtingen als bedoeld in onderdeel a zijn voorgeschreven
in een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 19ke, derde
lid.
Toelichting
In dit extra lid wordt zeker gesteld dat geen ontwikkelingen zijn toegestaan
zolang door het bevoegd gezag – meestal de provincies – ter zake
geen beleidsregels of algemene voorschriften zijn vastgesteld. Het is immers
van belang dat als een bedrijf uitbreidt of als nieuwvestiging plaatsvindt,
deze ontwikkeling past binnen het samenhangende beleid gericht op de realisatie
van de instandhoudingsdoelstelling. Voorkomen moet worden dat gebruikmaking
van depositieruimte die wordt gecreëerd door bijvoorbeeld technische
maatregelen leidt tot een standstillsituatie, terwijl het veelal aangewezen
zal zijn dat per saldo in het gebied een reductie wordt bereikt. Door te eisen
dat ter zake van de wijze waarop de instandhoudingsdoelstellingen worden gerealiseerd
eerst een duidelijk kader is geschapen, wordt voorkomen dat nadat de uitbreiding
of nieuwvestiging is gerealiseerd, aanvullende of andere investeringen nodig
blijken te zijn om de natuurdoelen te halen. Dit ook met het oog op de rechtszekerheid.
Van der Ham