32 123 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

nr. 115
BRIEF VAN DE ONDERWIJSRAAD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2010

Met genoegen zendt de Onderwijsraad u hierbij het advies Ouders als partners.1

De Onderwijsraad reageert met dit advies op de vraag van uw Kamer over de positie en betrokkenheid van ouders in het onderwijs (Zie Handelingen der kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 105, blz. 7674). De raad onderscheidt drie posities van ouders: als individueel recht-hebbende, als partner van de school en als lid van een ouder-ouderverband. De aanbevelingen van de raad richten zich op een koerswijziging van het landelijk beleid: verdere uitbouw van de positie als rechthebbende zal niet veel extra opleveren, beter is te koersen op een verdere uitbouw van de twee andere onderscheiden posities.

Ouderverbanden zijn volgens de raad belangrijk: vaste en voorspelbare ouder-oudercontacten ver-sterken de sociale textuur rond een klas, groep, jaar of school en kunnen een functie vervullen waar-door er minder opvoedvraagstukken in de klas of leergroep terechtkomen. Er kan een stimuleringsmaatregel worden genomen waardoor groepen ouders een bescheiden ouderbudget kunnen aanvragen voor de opstartfase van een te organiseren ouderverband, voor een klas, een jaargroep of een school. Het ouderverband ondersteunt de dialoog tussen ouders onderling. Daarmee kan ook uitdruk-king worden gegeven aan de wens tot burgerschapsvorming en burgerparticipatie.

De raad constateert voorts in dit advies dat ouders in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs een «vergeten» groep zijn in zowel het landelijk als het instellingsbeleid. Deze sectoren kunnen leren van bepaalde ervaringen in het primair en voortgezet onderwijs. Daarbij zal verder ontwikkelingswerk nodig zijn naar de wijzen waarop ouders een functie kunnen vervullen in bijvoorbeeld het voorkomen van schooluitval, het kiezen of vervolgen van een opleiding, en het werven van stageplaatsen en afstudeeropdrachten.

Communicatieve vaardigheden in het omgaan met informatie vanuit ouders zijn van groot belang voor het functioneren van ouderbetrokkenheid. In de lerarenopleidingen dienen oudercommunicatie en ouderbetrokkenheid aan de orde te komen. Ook bij het periodiek bijstellen van de (wettelijke) bekwaamheidseisen van leraren en docenten verdienen deze onderwerpen aandacht. In het middelbaar en hoger beroepsonderwijs kunnen ten slotte docenten en instructeurs gevoeliger zijn voor de betekenis van ouders voor hun meerderjarige studenten.

Met beleefde groet,

Voorzitter,

Prof. dr. A. M. L. van Wieringen

Secretaris,

Drs. A. van der Rest


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven