32 123 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2010

O VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 mei 2010

De vaste commissie voor Justitie¹ heeft met belangstelling kennis genomen van de brief van de minister van Justitie van 10 februari 2010 inzake de regelgevingsmonitor². De commissie constateert, dat de brief geen informatie bevat over de hoeveelheid geldende wettelijke regels in wetten in formele zin, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen.

Naar aanleiding daarvan heeft zij de minister op 9 maart 2010 een brief gestuurd.

De minister heeft op 19 mei 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie,

Kim van Dooren

BRIEF AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Den Haag, 9 maart 2010

De commissie voor Justitie heeft met belangstelling kennis genomen van uw brief van 10 februari 2010 inzake de regelgevingsmonitor. De commissie constateert, dat de brief geen informatie bevat over de hoeveelheid geldende wettelijke regels in wetten in formele zin, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Het WODC-onderzoek «Alle regels tellen» bevatte die informatie wel en ook uitgesplitst naar ministerie. Tijdens het wetgevingsdebat van – toevalligerwijs eveneens – 10 februari 2009 hebt u wel een cijfer genoemd. Het aantal geldende regels zou van 140.000 in 2003 zijn afgenomen tot 131.000 in 2009. Bij deze gelegenheid heeft u toegezegd³ dat een en ander zou zijn terug te vinden in de monitor die voor de zomer zou worden uitgebracht.

De commissie stelt dan ook op prijs dat de monitor wordt aangevuld en wel met naar ministerie uitgesplitste aantallen geldende regels per wetgevingscategorie.

Voorts stelt de commissie het op prijs dat de regering schriftelijk toezegt periodiek – ten minste een maal per half jaar; gelet op de aanstaande verkiezingen en kabinetsformatie voor het eerst in maart 2011 – de aldus gecompleteerde regelgevingsmonitor uitbrengt, opdat zowel de Kamers als de bevolking kunnen kennisnemen van de omvang van de regelgeving en de ontwikkeling daarin.

De Commissie ziet uw reactie met grote belangstelling tegemoet.

De Voorzitter van de commissie Justitie,

R. H. van de Beeten

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2010

Bij schrijven van 9 maart 2010 reageerde de Voorzitter van de commissie Justitie op mijn brief d.d. 10 februari 2010 inzake de regelgevingsmonitor 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 101) met het verzoek de informatie aan te vullen door de naar ministerie uitgesplitste aantallen geldende regels per wetgevingscategorie te vermelden. Tevens verzocht hij de regering schriftelijk toe te zeggen te minste één maal per halfjaar, te beginnen in maart 2011, de aldus aangevulde regelgevingsmonitor uit te brengen. Naar aanleiding daarvan bericht ik u het volgende.

In bijlage bij deze brief treft u het gevraagde overzicht aan van naar ministerie uitgesplitste aantal geldende regels in de categorieën wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen, zoals dat valt af te leiden uit het Basiswettenbestand per 1 januari jl. Het totaal bedraagt 131.769 regels (artikelen).

Naar aanleiding van het verzoek om de monitor halfjaarlijks te herhalen deel ik u mede dat het mijn voornemen is de stand per 1 januari en 1 juli van elk jaar vast te stellen en te publiceren. Daarmee wordt de systematiek van meetmomenten aangehouden zoals die in de aangehaalde eerdere overzichten is toegepast en wordt bovendien aangesloten bij de vaste verandermomenten voor de inwerkingtreding van wet- en regelgeving.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

BIJLAGE 1 Aantal geldende regels (artikelen) per 01/01/2010

* inclusief de algemene wetboeken (Justitie), bedoeld in art. 107 van de Grondwet

---

1 Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Van de Beeten (CDA) voorzitter, Broekers-Knol (VVD), De Graaf (VVD), Kneppers-Heynert (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA) vicevoorzitter, Doek (CDA), Engels (D66), Franken (CDA), Peters (SP), Quik-Schuijt (SP), Haubrich-Gooskens (PvdA), Ten Horn (SP), Janse de Jonge (CDA), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Van Bijsterveld (CDA), Strik (GL), Lagerwerf-Vergunst (CU), De Vries (PvdA), Duthler (VVD) en Yildirim (Fractie-Yildirim).

2 Kamerstukken I, 2009–2010, 32 123 VI, G.

3 Geregistreerd als toezegging aan de Kamer onder nummer T01069.