Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juli 2010
In november 2007 is Nederland voor de derde maal geëvalueerd door GRECO, de Groep van Landen tegen Corruptie, een orgaan van
de Raad van Europa. De derde ronde van evaluaties is gericht op de strafbaarstelling van corruptie en de financiering van
politieke partijen.
Strafbaarstelling corruptie
Op 18 augustus 2008 is het evaluatierapport van GRECO ten aanzien van de strafbaarstelling van corruptie naar uw Kamer gezonden
(Kamerstukken II 2007/08, 31 200 VI, nr. 187). Op 22 januari 2009 heeft heb ik aanvullende informatie aan de Kamer gezonden aangaande mijn standpunt ten aanzien van de
aanbevelingen aangaande de strafbaarstelling van corruptie (Kamerstukken II 2008/09, 31 700 VI, nr. 101).
De eindconclusie van het evaluatierapport luidde dat Nederland voldoet aan de vereisten die voortvloeien uit het Verdrag inzake
de strafrechtelijke bestrijding van corruptie en het Aanvullende protocol. Wel signaleerde het evaluatieteam enkele punten
waarop verbetering van het instrumentarium mogelijk is. Een en ander kwam tot uitdrukking in een zestal aanbevelingen.
Tijdens de 47e plenaire vergadering van GRECO, die plaatsvond van 7 tot en met 11 juni in Straatsburg, is stilgestaan bij de wijze waarop
Nederland deze aanbevelingen heeft nageleefd. GRECO heeft met tevredenheid vastgesteld dat alle aanbevelingen ten aanzien
van de strafbaarstelling van corruptie naar tevredenheid zijn uitgevoerd. Zo zal bezien worden hoe het begrip «ambtenaar»
in het Wetboek van Strafrecht een duidelijker invulling kan krijgen. De wettelijke bepalingen inzake corruptie in de private
sector zijn meer in lijn gebracht met de bepalingen aangaande ambtelijke corruptie en de maximumstraf is aangepast van één
naar twee jaar (Kamerstukken II, 2008/09, 31 391). Tevens is bezien of er gerede gronden zijn die nopen tot het opheffen van de voorbehouden die Nederland bij de ondertekening
van het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie heeft gemaakt ten aanzien van het vereiste van dubbele
strafbaarstelling en ongeoorloofd handelen. Tenslotte is bij de discussie over de nieuwe Koninkrijksrelaties uitdrukkelijk
aandacht besteed aan het onderwerp corruptiebestrijding, zowel op de BES-eilanden, als op Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Financiering van politieke partijen
Het GRECO-evaluatierapport ten aanzien van de financiering van politieke partijen is aangeboden aan uw Kamer op 3 september
2008.
Het rapport was kritisch over de situatie in Nederland. Het huidige wettelijke stelsel over de financiering van politieke
partijen is niet in overeenstemming met de aanbevelingen van de Raad van Europa. Deze kritiek werd destijds door het kabinet
onderschreven. De huidige regelgeving over giften aan politieke partijen is uiterst summier en nauwelijks effectief (artikel
18 Wet subsidiëring politieke partijen). GRECO heeft bij de rapportage ook het ontwerp-wetsvoorstel Financiering politieke
partijen betrokken. GRECO verwelkomt het komende wetsvoorstel als een eerste en betekenisvolle stap in de goede richting.
Met het wetsvoorstel zal in zeer hoge mate tegemoet worden gekomen aan de aanbevelingen. GRECO adviseert om het wetsvoorstel
in te voeren.
GRECO doet dertien aanbevelingen over het aanbrengen van verbeteringen in de partijfinanciering wat betreft transparantie,
toezicht en sancties. Deze aanbevelingen zijn betrokken bij de aanpassing van het ontwerp wetsvoorstel.
Tijdens de eerder genoemde GRECO-vergadering is geconstateerd dat Nederland weinig tastbare voortgang heeft gemaakt ten aanzien
van de implementatie van de aanbevelingen aangaande de financiering van politieke partijen. Het voorstel van wet inzake de
financiering van politieke partijen (WFPP) bevindt zich nog steeds in een pril stadium en het lot van het wetsvoorstel is
in handen van de nieuw te vormen regering. GRECO roept de Nederlandse autoriteiten op de inspanningen om de aanbevelingen
op te volgen krachtig voort te zetten, om zo het juridische kader rondom de financiering van politieke partijen te verbeteren.
Evaluatierapport
Het evaluatierapport is als bijlage bij deze brief gevoegd.1 Ten aanzien van de strafbaarstelling is de derde evaluatieronde voor Nederland met dit rapport afgerond. De vierde evaluatieronde
zal naar verwachting eind 2011 beginnen en zal zich naar alle waarschijnlijkheid richten op de bestrijding van corruptie binnen
politieke organen en binnen de rechtshandhaving. Het is nog niet duidelijk wanneer Nederland in dit kader geëvalueerd zal
worden.
Ten aanzien van de financiering van politieke partijen moet Nederland eind 2011 rapporteren over de geboekte voortgang ten
aanzien van de aanbevelingen.
De minister van Justitie
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin