32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Nr. 35 MOTIE VAN HET LID DIJSSELBLOEM

Voorgesteld 9 februari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat kindbeschermingsmaatregelen onvermijdelijk zeer ingrijpend zijn voor ouders en kinderen;

overwegende, dat daarom het klachtrecht en de klachtafhandeling in de jeugdzorg van hoge kwaliteit dienen te zijn;

constaterende, dat er veel kritiek is op de wijze waarop klachten worden behandeld en dat ook de Nationale ombudsman van oordeel is dat een meer eenduidige klachtafhandeling dringend gewenst is;

van oordeel, dat de bepalingen van de Wet op de jeugdzorg betreffende het klachtrecht veel ruimte laten voor een eigen invulling per Bureau Jeugdzorg en dat strikte onafhankelijkheid en grote zorgvuldigheid daarmee onvoldoende zijn geborgd;

verzoekt de regering te komen tot nadere voorstellen voor een landelijk stelsel van zorgvuldige en onafhankelijke klachtafhandeling in de jeugdzorg,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dijsselbloem

Naar boven