Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2019
Met deze brief geef ik invulling aan het verzoek van het lid Alkaya (SP) om voorafgaand
aan het Algemeen Overleg financiële sector op 12 juni aanstaande in te gaan op de
beloningen aan de top van verzekeraars (Handelingen II 2018/19, nr. 72, item 29).
De primaire verantwoordelijkheid voor het beloningsbeleid en beloningen van bestuurders
van financiële ondernemingen, waaronder verzekeraars, ligt bij de raad van commissarissen
en in het verlengde daarvan de aandeelhouders. Waar nodig voor herstel van vertrouwen
en een robuustere financiële sector stelt de overheid grenzen of voorwaarden aan beloningen.
In het vervolg op de financiële crisis heeft de overheid in dit kader meerdere maatregelen
genomen met betrekking tot beloningen in de financiële sector. Nederland heeft daarmee
reeds de meest strenge bonuswetgeving in de Europese Unie. Deze maatregelen, en het
toezicht door De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten, zijn gericht
op het tegengaan van perverse prikkels in beloningen voor alle financiële ondernemingen
die ertoe kunnen leiden dat de stabiliteit van de onderneming in gevaar komt of het
klantbelang wordt veronachtzaamd. Ook verzekeraars hebben zich te houden aan deze
wet- en regelgeving op het gebied van beloningen. Dit omvat onder meer de verplichting
tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid, een bonusplafond voor alle medewerkers
en de top, een verbod op gegarandeerde variabele beloningen, een maximale vertrekvergoeding
en regels voor terugvordering en aanpassing van variabele beloningen (claw back en malus).
In mijn Agenda financiële sector (Kamerstuk 32 013, nr. 200) heb ik aangekondigd met nadere wettelijke beloningsmaatregelen te komen. Deze zullen
ook voor verzekeraars gelden.1 Dit betreft de volgende drie maatregelen:
-
1. een wettelijke verplichting voor bestuurders en medewerkers van financiële ondernemingen
om o.a. aandelen in vaste beloningen voor een periode van ten minste 5 jaar aan te
houden;
-
2. een wettelijke verplichting voor financiële ondernemingen om zich rekenschap te geven
van en verantwoording af te leggen over de verhouding van de beloningen tot de functie
van de onderneming in de sector en positie in de samenleving;
-
3. een aanscherping van de mogelijkheid tot afwijking van het bonusplafond van 20% voor
niet-CAO personeel.
De vierde (mogelijke) maatregel genoemd in mijn Agenda financiële sector, een claw back van vaste beloning van bankbestuurders in geval van staatssteun, is niet van toepassing
op verzekeraars. Zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld is over deze maatregel voorlichting
gevraagd aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Ik streef ernaar het wetsvoorstel
met de nadere beloningsmaatregelen in de financiële sector voor de zomer in consultatie
te brengen en uw Kamer alsdan tevens te informeren over mijn besluitvorming over een
claw back.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra