Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2017
Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen van 9 november jl. (Handelingen II 2017/18,
nr. 20, debat over de Algemene Financiële Beschouwingen) heb ik de Tweede Kamer toegezegd
per brief een toelichting te geven op de stand van zaken van de onderhandelingen in
het Bazelse Comité. Op eerdere momenten is uw Kamer ingelicht over de stand van zaken,
naar aanleiding van een lopende toezegging om een regelmatige update aan de Tweede
Kamer te sturen over de ontwikkelingen in het Bazelse Comité1. In een eerdere kamerbrief is uiteengezet dat het Bazelse Comité momenteel voornamelijk
kijkt naar kwaliteit van risicogewogen activa van banken2.
De onderhandelingen over de hervormingen in het kader van de afronding van het Bazel
III kapitaalraamwerk bevinden zich in de afrondende fase. Aan deze onderhandelingen
nemen de toezichthouders uit de 28 landen die lid zijn van het Bazelse Comité deel.
Nederland wordt vertegenwoordigd door De Nederlandsche Bank.
De meeste aandacht gaat uit naar de versteviging van het risicogewogen kapitaalraamwerk,
door middel van het invoeren van kapitaalvloeren binnen het gebruik van interne modellen.
Het effect op de kapitaaleisen als gevolg van het instellen van de kapitaalvloeren
verschilt per bank, aangezien deze afhankelijk is van de specifieke balans. Dit neemt
niet weg dat de invoering van deze kapitaalvloeren impact zal hebben op de kapitaalpositie
van Nederlandse banken.
Het kabinet vindt het verstandig dat de risicogewichten meer in lijn worden gebracht
met de daadwerkelijke risico’s die banken lopen. Als lid van het Bazelse Comité zet
DNB zich bij het definitief vormgeven van de voornoemde hervormingen in voor een proportionele
behandeling. Het doel hierbij is dat de risicogewogen kapitaaleisen in redelijke verhouding
blijven staan tot de onderliggende kredietrisico’s.
DNB heeft mij laten weten dat de verwachting is dat binnenkort een definitief akkoord
gesloten zal worden. Dit akkoord zal dan nog formeel moeten bekrachtigd door het GHOS
(Group of Central Bank Governors and Heads of Supervision). In dit akkoord zal duidelijkheid
worden gegeven over de hoogte van de kapitaalvloeren en de overeengekomen transitiepaden.
Wanneer er een definitief akkoord is bereikt zullen de herziene Bazelse afspraken
vervolgens via een voorstel van de Europese Commissie in Europese wet- en regelgeving
moeten worden geïmplementeerd. In de Ecofin Raad van juli 2016 zijn Raadsconclusies
aangenomen waarbij is aangegeven dat de impact van de hervormingen niet disproportioneel
mag zijn3. Dit uitgangspunt onderschrijf ik. Bij de implementatie van het Bazelse akkoord in
de EU, zal Nederland hier zeker aandacht voor vragen.
Zodra nieuwe informatie beschikbaar is over gemaakte voortgang of genomen besluiten
in het Bazelse Comité zal ik u hierover informeren.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra