32 013 Toekomst financiële sector

31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 134 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2016

Op 9 december jl. heb ik uw Kamer tijdens het plenair debat bijzonder beheer toegezegd met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) te spreken over de Handreiking Bijzonder Beheer (Handelingen II 2015/16, nr. 35, item 4). Op 15 december jl. zijn door uw Kamer een aantal moties aangenomen inzake Bijzonder beheer. Daarnaast heb ik in het Algemeen Overleg Regeldruk bij kredietverlening van 16 december jl. een toezegging gedaan om de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te vragen of een onderzoek naar willekeur in renteopslagen bij MKB-kredieten, breder dan bijzonder beheer, gewenst en noodzakelijk is. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de wijze waarop ik uitvoering heb gegeven aan deze moties en toezeggingen.

Evaluatie handreiking

Ik heb met de NVB gesproken over evaluatie van de in september 2015 opgestelde Handreiking Bijzonder Beheer en de wijze waarop hier door banken opvolging aan wordt gegeven. Deze Handreiking is een initiatief van de banken zelf en is bij de AFM en bij ondernemersvertegenwoordigers geconsulteerd. Hoewel de Handreiking schetst wat de ondernemer mag verwachten van zijn bank inzake bijzonder beheer, is dit tevens een aanbeveling van de NVB aan banken. Banken hebben zich volgens de NVB gecommitteerd aan de uitvoering van de Handreiking. De NVB heeft aangegeven opvolging van de Handreiking momenteel te evalueren en dat zowel individuele banken als de NVB na de zomer zullen communiceren over de wijze waarop banken invulling hebben gegeven aan de punten in de Handreiking.

Uitvoering moties

De motie van de leden Ronnes en Koolmees verzoekt de regering om in overleg te treden met banken om zeker te stellen dat kostenmaatregelen goed onderbouwd worden en dat rekeninghouders toegang hebben tot de relevante informatie uit hun kredietdossier. 1 Daarnaast verzoekt de motie de regering tevens om, in overleg met de banken te onderzoeken of de betreffende ondernemers de mogelijkheid kunnen krijgen om per eerder opgelegde kostenmaatregel een onderbouwing van hun bank te ontvangen.

In lijn met de motie geven de banken aan bovenstaande punten in de eigen interne (werk)processen te zullen verankeren. De NVB voegt hier aan toe dat deze punten als aanbevelingen reeds zijn opgenomen in de Handreiking Bijzonder Beheer en dat de banken gecommitteerd zijn om hier opvolging aan te geven. Ten aanzien van de onderbouwing van eerder opgelegde kostenmaatregelen hebben banken aangegeven bereid te zijn terug in de tijd te gaan voor zover het verzoek redelijk en uitvoerbaar is. Het staat de banken vrij om op de genoemde wijze invulling te geven aan mijn verzoek. De AFM zal middels een vervolg op haar verkenning Bijzonder Beheer monitoren of haar aanbevelingen uit 2015 (waaronder de onderbouwing van kostenverhogende maatregelen en verbetering van informatievoorziening) zijn opgevolgd door de banken en daarmee het gewenste effect sorteren.

De motie van het lid Merkies verzoekt de regering om in overleg te treden met de bancaire sector om de informatievoorziening aan klanten in bijzonderbeheertrajecten te verbeteren en de Kamer hierover te informeren.2

De NVB heeft aangegeven dat banken hun informatieverstrekking aan klanten in bijzonder beheertrajecten verbeterd hebben (hierbij kan gedacht worden aan uitgebreidere informatie op websites en in klantbrochures en ook aan toegankelijk taalgebruik in brieven) en deze op basis van de Handreiking verder te zullen verbeteren. Over de opvolging en invulling door banken van hetgeen de Handreiking aanreikt zullen zowel de individuele banken als de NVB na de zomer communiceren. Ook de AFM volgt de opvolging van de verbeterpunten op de voet en zal begin 2017 communiceren of en in welke mate banken verbeterplannen hebben doorgevoerd.

De motie van de leden Van Dijck en Graus verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de mogelijke plaatsing in bijzonder beheer ruim van tevoren bekend wordt gemaakt aan het betreffende bedrijf, met opgaaf van een goed onderbouwde reden.3

Banken hebben zich volgens de NVB gecommitteerd aan de Handreiking en toegezegd – conform punten 2) en 3) van de Handreiking – een (mogelijke) betrokkenheid van de afdeling bijzonder beheer goed en tijdig te communiceren en te onderbouwen. Banken blijven daarbij benadrukken dat ook zij verrast kunnen worden over ontwikkelingen bij een ondernemer en dat het ook de verantwoordelijkheid is van de ondernemer om relevante zaken tijdig te melden aan de bank.

Willekeur bij renteopslagen

Tot slot had ik in het Algemeen Overleg Regeldruk bij kredietverlening van 16 december jl. (Kamerstukken 29 515/32 013, nr. 376) een toezegging gedaan aan het lid Nijboer om de AFM te vragen of een onderzoek naar de willekeur in renteopslagen bij MKB-kredieten, breder dan het eerdere onderzoek bij bijzonder beheer, gewenst en noodzakelijk is. De AFM heeft momenteel geen specifiek onderzoek naar willekeur bij renteopslagen in haar planning opgenomen, maar kijkt reeds naar de renteopslagen bij MKB-kredieten als onderdeel van de module informatieverstrekking van banken aan zakelijke klanten van het AFM Klantbelang Dashboard en zal in 2016 tevens bevorderen dat rentetarieven voor bancaire kredietproducten en -diensten uitlegbaar zijn en banken hierover duidelijk en tijdig communiceren. Daarnaast neemt de AFM renteopslagen mee in het actualiseren van haar analyse van de belangrijkste risico’s en ontwikkelingen in de zakelijke markt. Deze vormt de basis voor haar keuzes in het toezicht.

Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 31 311, nr. 155

X Noot
2

Kamerstuk 31 311, nr. 157

X Noot
3

Kamerstuk 31 311, nr. 160

Naar boven