32 011 Tabaksbeleid

Nr. 66 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 19 december 2018.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 4 februari 2019.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 5 februari 2019.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2018

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit1, houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit ter regeling van een uitzondering voor verkooppunten op het verbod te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten te tonen, verbod op verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon, en faciliteiten in aangewezen rookruimtes. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting2.

Het ontwerpbesluit ziet op het verbieden van de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon, denk aan tabaksautomaten. Voorts ziet het op de regels over rookruimtes: rookruimtes mogen niet aantrekkelijker zijn dan de ruimtes waarin niet gerookt wordt. Zo is bijvoorbeeld dat in rookruimtes niet meer faciliteiten, zoals gokautomaten, aanwezig mogen zijn dan in het gedeelte waar niet wordt gerookt. Tot slot vraag ik uw aandacht voor de twee uitzonderingen op het in de Tabaks- en rookwarenwet opgenomen uitstalverbod die in het ontwerpbesluit zijn opgenomen.3 Bij inwerkingtreding van het besluit zou een uitzondering gelden voor speciaalzaken die uitsluitend rookwaren, rookaccessoires, loten en dagbladen verkopen: zij mogen te koop aangeboden rookwaren tentoonstellen. Een tweede uitzondering wordt voorgesteld voor kleine, reeds bestaande (namelijk voor 1 januari 2019 ingeschreven in het handelsregister) speciaalzaken die 75% of meer van de jaaromzet uit de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten halen, en waarbij die omzet niet meer is dan € 700.000,-. Ook zij zullen na inwerkintreding van het ontwerpbesluit de te koop aangeboden rookwaren in de winkel mogen uitstallen.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 12 van de Tabaks- en rookwarenwet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Op grond van artikel 43a van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het Kerstreces van uw Kamer verlengd tot 5 februari 2019.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 1 januari 2020.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Wet 10 februari 2017 tot wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten (Stb. 2017, nr. 72).

Naar boven