32 011 Tabaksbeleid

Nr. 49 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2016

Met deze brief ontvangt u de jaarlijkse rapportage van de handhavingscijfers van de NVWA met betrekking tot het rookverbod en de leeftijdsgrens1. Er wordt ingegaan op de nalevingscijfers rookverboden en slaagkans voor het verkrijgen van tabak door jongeren.

Verder informeer ik u over twee toezeggingen die ik, op 28 januari jl.2, heb gedaan tijdens de wetsbehandeling tot implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn:

  • de aanpak van de NVWA voor risicogericht toezicht en in het bijzonder het toezicht op naleving van de Tabakswet door shishalounges;

  • de capaciteit van de NVWA in relatie tot de extra toezichtstaken door de implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn.

Tot slot informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek van het RIVM naar het risico op koolmonoxidevergiftiging voor omstanders en gebruikers van de waterpijp met kooltjes.

Rookverboden

Sinds 1 juli 2008 geldt in de horeca, sport-, kunst- en cultuursector een rookverbod. Sinds 10 oktober 2014 geldt het rookverbod ook voor kleine cafés. Daarmee is de hele horeca rookvrij geworden.

Nalevingscijfers

Onderzoeks- en adviesbureau Intraval meet jaarlijks, in opdracht van de NVWA, de naleving van het rookverbod in Nederland. Hiervoor worden ruim 600 aselect gekozen horecabedrijven geobserveerd in 25 geselecteerde gemeenten. Deze gemeenten vormen een goede dwarsdoorsnede van Nederland. Het onderzoek geeft het volgende beeld:

Afwezigheid rokers (excl. in rookruimte)

2009

2014

2015

Café en discotheek

73%

74%

93%

Restaurant

100%

98%

98%

Cafetaria

100%

97%

100%

Sportkantine

100%

97%

99%

Kunst en cultuur

100%

100%

100%

Hotel en recreatie

98%

100%

99%

Totaal

95%

95%

98%

Aanwezigheid rookruimte

2009

2014

2015

Café en discotheek

10%

19%

25%

Restaurant

6%

0%

1%

Cafetaria

0%

0%

0%

Sportkantine

1%

2%

2%

Kunst en cultuur

3%

0%

0%

Hotel en recreatie

7%

3%

5%

Totaal

4%

4%

5%

Deze onderzoeksresultaten tonen een positief beeld van de afwezigheid van rokers in de horeca (excl. rookruimtes). Dat roken in de horeca echt niet meer kan, wordt steeds meer de norm en dat is goed om te zien.

Tegelijkertijd maak ik me zorgen over de significante groei van rookruimtes in cafés en discotheken ten opzichte van 2009. Rookruimtes zie ik als een instrument om draagvlak voor de rookvrije horeca te creëren en om de (verslaafde) roker een alternatief te bieden.

Handhavingscijfers NVWA

Het jaarlijkse nalevingsonderzoek van Intraval geeft inzicht in de locaties waar het meeste risico is dat het rookverbod niet wordt nageleefd. De NVWA neemt deze resultaten, in het kader van risicogericht toezicht, mee bij het bepalen van toezichtlocaties.

In 2015 heeft de NVWA 6.021 risicogerichte inspecties uitgevoerd in horeca met een café of discotheekfunctie. Daarnaast is er 15.522 keer bij de bereidende horeca, additioneel op bijvoorbeeld een hygiëne-inspectie, op het rookverbod geïnspecteerd. Tot slot zijn er 787 inspecties bij overige bedrijfscategorieën uitgevoerd, bijvoorbeeld naar aanleiding van een klacht over roken op de werkplek. In totaal zijn er in 2015 22.510 inspecties geweest op het rookverbod.

Als het rookverbod niet wordt nageleefd, legt de NVWA altijd een maatregel op. Dit kan zijn een boeterapport of een schriftelijke waarschuwing.

Een boeterapport wordt opgemaakt als:

  • in de ruimte waar dit niet is toegestaan wordt gerookt;

  • er tijdens openingstijd werkzaamheden in de rookruimte plaatsvinden, of

  • de rookruimte of een terras, waar wordt gerookt, niet aan de technische eisen voldoet.

Een schriftelijke waarschuwing wordt gegeven als:

  • in een ruimte waar roken wettelijk niet is toegestaan, er wel signalen aanwezig zijn dat er gerookt mag worden (ondanks dat op het moment van inspectie niet wordt gerookt). Dit is bijvoorbeeld het geval als er asbakken in de ruimte staan;

  • de rookruimte of het terras niet aan de technische eisen voldoet, maar op het moment van inspectie wordt er niet gerookt;

  • de rookruimte of het terras wel aan de technische eisen voldoet, maar toch veroorzaakt het roken overlast in aangrenzende ruimtes, of

  • het aanbod aan faciliteiten, zoals speelautomaten, pooltafels en tv-schermen, in de rookruimte aantrekkelijker of groter is dan het aanbod van deze faciliteiten in de rookvrije ruimte.

Als tijdens een herinspectie blijkt dat de overtreding niet is opgeheven, wordt alsnog een boeterapport opgemaakt.

De in 2015 voor het rookverbod uitgevoerde inspecties en opgelegde maatregelen zijn als volgt onder te verdelen.

Locatie

Aantal inspecties

Boeterapport

Schriftelijke waarschuwing

Totaal maatregelen

Risicogerichte controles horeca

6.201

1.063 (17%)

497 (8%)

1.560 (25%)

Additionele controles bereidende horeca

15.522

305 (2%)

330 (2%)

635 (4%)

Andere bedrijfscategorieën

787

262 (33%)

105 (13%)

367 (47%)

Inspecties in shishalounges

In reactie op de vraag van lid Agema kan ik aangeven dat in 2015 202 shishalounges en horecagelegenheden met een shishafunctie zijn geïnspecteerd op naleving van het rookverbod. Roken van waterpijptabak en andere tabaksproducten is alleen toegestaan in rookruimtes. Het aantal inspecties is onder te verdelen in 113 shishalounges en 89 horecagelegenheden met een shishafunctie. De inspecties hebben op dezelfde wijze plaatsgevonden als de rookinspecties bij andere horecagelegenheden. 52 shishalounges en 31 horecagelegenheden met een shishafunctie hebben een boeterapport ontvangen. Daarnaast is aan 8 shishalounges en 3 horecagelegenheden met een shishafunctie een schriftelijke waarschuwing opgelegd.

Leeftijdsgrens

Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens van de verkoop van tabaksproducten verhoogd van 16 naar 18 jaar. Het is belangrijk dat verstrekkers van tabaksproducten deze leeftijdsgrens naleven, zodat jongeren worden beschermd tegen de gezondheidsrisico’s van tabaksproducten. De NVWA ziet hierop toe.

Slaagkans aankooppogingen tabak

Zoals bij uw Kamer bekend, heeft Intraval in 2015 op verzoek van de NVWA onderzoek gedaan naar de kooppogingen van tabak door jongeren. Daarnaast is bekend dat ik Nuchter in diezelfde periode heb gevraagd een nalevingsonderzoek uit te voeren met mystery shoppers. De resultaten van de onderzoeken zijn bij brief van 19 juni 2015 aan uw Kamer medegedeeld (Kamerstuk 27 565, nr. 145). Vanwege de teleurstellende cijfers ben ik in gesprek gegaan met de branches en heb ik extra leeftijdsgrensinspecties door de NVWA laten uitvoeren. Daarnaast heb ik Intraval en Nuchter gevraagd om hun onderzoeksresultaten te combineren, zodat inzicht wordt verkregen in de slaagkans dat jongeren die niet duidelijk 18 jaar zijn toch tabak kunnen kopen.

Het resultaat van dit combinatieonderzoek is gebundeld in de factsheet Kopen en verkrijgen van tabak door jongeren, die u hierbij ontvangt3. Hoewel voor dit onderzoek de oude cijfers van 2015 zijn gebruikt, kan door de bundeling van gegevens inzicht worden verkregen in het geschatte aantal geslaagde kooppogingen per jaar. Deze informatie kan worden gebruikt voor het tabaksontmoedigingsbeleid en het bepalen van toezichtlocaties door de NVWA.

De regel is dat minderjarigen geen tabaksproducten mogen kopen. Dat in Nederland per jaar naar schatting toch ruim 2 miljoen geslaagde kooppogingen door 16/17 jarigen worden verricht, is daarom onacceptabel. Hoewel het aantal kooppogingen een schatting is, geeft het mij voldoende reden tot zorg. Teveel jongeren proberen nog tabaksproducten te kopen en teveel jongeren slagen hier ook in. Of de extra leeftijdsgrensinspecties in 2015 en de gesprekken die ik heb gevoerd met de branches bijdragen aan een betere naleving, zal medio 2016 duidelijk worden als ik de nieuwe nalevingscijfers van Nuchter verwacht.

Ook het gegeven dat van de rokende 16/17 jarigen, 56% tabaksproducten verkrijgt via sociale bronnen moet veranderen. Juist vrienden en familie spelen een belangrijke rol in het voorkomen dat jongeren gaan roken. De campagne NIX18 besteedt daarom aandacht aan de rol van familie en vrienden.

Handhavingscijfers NVWA

De NVWA neemt de resultaten van nalevingsonderzoeken mee in het bepalen van de toezichtlocaties voor de leeftijdsgrens. Op die manier kan er risicogericht toezicht worden gehouden.

Voor het toezicht op de leeftijdsgrens zet de NVWA jonge toezichthouders (flexteam) in die, op onopvallende wijze kunnen observeren of bedrijven de leeftijdsgrens naleven. Er wordt met een vastgestelde methodiek gewerkt, waarbij eerst alle tabaksverkooppunten in kaart worden gebracht. Vervolgens wordt gekeken waar de jeugd zich bevindt en wordt informatie verzameld door het aanspreken van jongeren. Als geconstateerd wordt dat een ondernemer de leeftijdsgrens niet naleeft bij de verkoop van tabak, wordt een boeterapport opgemaakt. Als een bedrijf 3 maal in 12 maanden een overtreding van de leeftijdsgrens begaat, dan kan de verkoop van tabak worden stilgelegd (de zogenaamde three-strikes-out).

De in 2015 uitgevoerde inspecties en geconstateerde overtredingen op leeftijdsgrenzen, zijn als volgt onder te verdelen. Alle overtredingen hebben geleid tot een maatregel.

Locatie

Aantal inspecties (observaties)

Kooppogingen door niet onmiskenbaar 18-jarigen

Totaal overtredingen

Horeca

612

161

61 (38%)

Levensmiddelenzaak

536

221

35 (16%)

Evenement

36

11

4 (36%)

Tabaksspeciaalzaak

706

301

57 (19%)

Tankstation

1097

434

65 (15%)

Overige1

318

97

29 (30%)

Totaal

3305

1225

251 (20%)

X Noot
1

Onder deze categorie vallen onder meer kiosken, bel/internetwinkels en drogisterijen.

Daarnaast zijn tijdens de inspecties op het rookverbod in de horeca 545 tabaksautomaten gecontroleerd op de wettelijke vereisten. Dit heeft tot 165 schriftelijke waarschuwingen geleid, voornamelijk omdat de tabaksautomaat niet in het zicht van de ondernemer of het personeel stond. Daarnaast zijn er 19 boeterapporten opgelegd, omdat bijvoorbeeld bij een herinspectie de tabaksautomaat opnieuw niet in het zicht stond.

Tot slot is 11 keer de three-strikes-out maatregel opgelegd. Het betreft 9 verschillende bedrijven, waarvan 5 tabaksspeciaalzaken, 2 avond- en buurtwinkels, 1 tankstation en 1 bel- en internetwinkel. Bij één tabaksspeciaalzaak is de verkoop vanwege herhaalde overtredingen in 2014 en 2015 voor een periode van 12 weken stilgelegd. Er zijn 54 controles op naleving van de stillegging door de three-strikes-out uitgevoerd. Er is 5 keer waargenomen dat alsnog tabak werd verkocht. In die gevallen is een dwangsom opgelegd.

Risicogericht toezicht NVWA

In reactie op de vraag van lid Ziengs kan ik aangeven dat de NVWA bij het bepalen van de toezichtlocaties rekening houdt met de verwachting dat ondernemers de regels naleven. Zo worden ondernemers waarbij een overtreding is geconstateerd vaker opnieuw geïnspecteerd, dan ondernemers die de regels naleven. Ook besteedt de NVWA prioriteit aan het afgaan op meldingen of klachten over vermeende overtredingen. Op die manier wordt er risicogericht toezicht gehouden.

Toezicht op shishalounges

In reactie op de vraag van lid Agema of de NVWA voldoende toezicht houdt bij shishalounges, kan ik aangeven dat de NVWA ook dit jaar bij shishalounges zal inspecteren of de Tabakswet wordt nageleefd. In dat kader heeft de NVWA onderzoek laten doen naar het aantal en de locaties van shishalounges en horecagelegenheden met een shishafunctie in gemeenten (factsheet Inventarisatie shishalounges 2015). Op basis van de 100% respons van alle 393 gemeenten, zijn er naar schatting van de gemeenten 156 shishalounges en 170 horecagelegenheden met een shishafunctie bekend in Nederland. Het merendeel van deze gelegenheden bevindt zich in Noord-Holland en Zuid-Holland. De resultaten van dit onderzoek worden door de NVWA meegenomen in het bepalen van toezichtlocaties.

Dat het gebruik van de waterpijp gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, is bekend.4 Gebruikers van de waterpijp kunnen schadelijke en kankerverwekkende stoffen binnenkrijgen, zoals teer, nicotine en zware metalen. Het roken van een waterpijp is minstens even schadelijk als het roken van sigaretten. Voor waterpijptabak gelden daarom dezelfde eisen als voor andere tabaksproducten, zoals een rookverbod en een leeftijdsgrens van 18 jaar.

In aanvulling op de schadelijke gezondheidseffecten door gebruik van waterpijptabak of kruidenrookproducten, heb ik het RIVM gevraagd om onderzoek te doen naar de risico’s van gebruik van de waterpijp als product. Het RIVM heeft hiervoor de factsheet Waterpijp: risico op koolmonoxidevergiftiging bij gebruik opgesteld, die ik u hierbij toestuur. Het onderzoek toont aan dat bij slechte ventilatie in ruimtes waar de waterpijp met kooltjes wordt verhit, het risico op koolmonoxidevergiftiging voor de gebruiker en omstanders kan ontstaan. Het is vanzelfsprekend dat bezoekers aan en werknemers in shishalounges hiertegen beschermd moeten worden. Ook toezichthouders van de NVWA die op inspectie gaan. Een goede ventilatie of elektrische verhitting van de waterpijp kan het risico verlagen dan wel wegnemen. Dit geldt zowel voor waterpijpen met kruidenrookproducten in de algemene horecaruimte en waterpijpen met tabak in rookruimtes. Ik heb de VNG aangeschreven om bij gemeenten aandacht te vragen voor het toezicht op koolmonoxide bij shishalounges en horecagelegenheden met een shishafunctie. Daarnaast heeft de NVWA contact gezocht met de G4 om de risico’s te bespreken, zodat de inspecties op naleving van de Tabakswet op een veilige manier kunnen doorgaan.

Uitbreiding toezichtstaken door implementatie Tabaksproductenrichtlijn

Met de implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn worden de toezichtstaken van de NVWA uitgebreid, met onder meer het toezicht op de leeftijdsgrens en het reclameverbod voor de e-sigaret. In de schriftelijke vragen naar aanleiding van het wetsvoorstel tot implementatie van de Tabaksproductenrichtlijn, is door meerdere partijen gevraagd of de NVWA voldoende capaciteit heeft voor de nieuwe taken. Met deze brief wil ik die vraag beantwoorden.

Ik vind het belangrijk dat de NVWA voldoende toezicht houdt en blijft houden op de naleving van de Tabakswet. Het is van belang dat de nieuwe toezichtstaken daarom niet leiden tot toezichtsvermindering op andere terreinen. Met de NVWA is gekeken wat hiervoor nodig is. Voor een deel worden de extra kosten door de nieuwe taken vergoed door retributieheffing.

Daarnaast zal er binnen de kaders van het risicogericht toezicht gekeken worden waar prioriteit aan gegeven wordt of waar taken kunnen worden gebundeld. Ook wordt er gekeken waar toezicht efficienter en effectiever kan, bijvoorbeeld bij leeftijdsgrensinspecties waar nu nog een heterdaad-moment afgewacht moet worden. Voor het overige is het jaarplan van de NVWA aangepast, zodat er extra financiële middelen zijn om het toezicht te verzekeren. Ik ga er daarom vanuit dat de NVWA de nieuwe toezichtstaken voldoende kan uitvoeren, samen met de al bestaande toezichtstaken.

Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de handhavingscijfers van de NVWA en de nalevingsonderzoeken van Intraval en Nuchter. Toezicht en handhaving zijn belangrijke instrumenten om de naleving te verbeteren. Ik blijf dan ook in gesprek met de NVWA over wat er nodig is om adequaat toezicht uit te oefenen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Handelingen II 2015/16, nr. 48, item 11

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Factsheet waterpijp, Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging, Trimbos instituut, november 2013.

Naar boven