32 011 Tabaksbeleid

Nr. 21 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2012

Tijdens het algemeen overleg Tabaksbeleid van 19 januari 2011 (Kamerstuk 32 011, nr. 15) heeft minister Schippers toegezegd uw Kamer tweemaal per jaar te informeren over de handhavings- en nalevingscijfers met betrekking tot de rookvrije horeca, het aantal bedrijfsbezoeken en het aantal opgelegde maatregelen. In deze brief en bijgaande factsheet1 treft u de resultaten van de najaarmeting 2012.

Handhavingscijfers

Over de periode juni–november 2012 kan ik u de volgende handhavingscijfers van de NVWA melden:

  • In de bereidende horeca zijn 6412 bedrijfsbezoeken uitgevoerd;

  • In de niet-bereidende horeca zijn 1600 bedrijfsbezoeken uitgevoerd;

  • De NVWA heeft 673 boeterapporten opgemaakt en 161 schriftelijke waarschuwingen verzonden.

Nalevingscijfers

Intraval meet tweemaal per jaar de naleving van het rookverbod in verschillende typen horecagelegenheden. Tijdens de observaties wordt er gekeken of er ter plekke wordt gerookt en of er asbakken op de tafels zijn.

De belangrijkste conclusies uit de najaarsmeting 2012 zijn als volgt:

  • Geen rokers waren aanwezig in 57% van de cafés en 61% van de discotheken;

  • Geen asbakken op tafels zijn geobserveerd in 57% van de cafés en 84% van de discotheken.

Deze percentages zijn gebaseerd op metingen bij cafés en discotheken die niet zijn uitgezonderd van het rookverbod.

Waar de naleefpercentages in cafés en discotheken nog niet zo hoog liggen als in het najaar van 2009, lijkt er sinds de winter van 2010/2011 wel een positieve trend waarneembaar te zijn. Ten opzichte van de voorjaarsmeting 2012 lijkt het nalevingsniveau in de cafés licht te stijgen, de percentages waren toen respectievelijk 51% (geen rokers) en 50% (geen asbakken op tafel).

Gemeten over de gehele horecasector wordt in 93% van de gelegenheden niet gerookt en worden in 92% van de gelegenheden geen asbakken geobserveerd.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven